100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Literatuursamenvatting Psychologie & Wetenschap $6.76
Add to cart

Summary

Literatuursamenvatting Psychologie & Wetenschap

 14 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van alle hoofdstukken voor het tentamen van Psychologie & Wetenschap. Dat zijn hoofdstukken van Chapters on Philosophy of Science door F. van der Velde en Critical thinking.

Last document update: 1 year ago

Preview 3 out of 27  pages

  • May 1, 2023
  • May 16, 2023
  • 27
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Literatuursamenvatting Psychologie & Wetenschap
Week 1
PS Hoofdstuk 1: Introductie
Waarom psychologie en wetenschap?
Het idee dat er een algemene wetenschappelijke methode is voor alle wetenschappen en
dat, als een wetenschap, psychologie zich eraan zou moeten houden, heeft een grote
invloed gehad op de geschiedenis van de psychologie tot vandaag.
Watson: Psychologie is een puur objectieve experimentele tak van natuurlijke
wetenschappen, met als doel voorspellen en controleren van gedrag. Dit geldt zowel voor
onderzoekers als voor clinici.
In een wetenschap als psychologie, nemen generaties meestal de vorm in van statistische
generalisaties, niet natuurlijke wetten die onder elke omstandigheid gelden.
Vertrouwen in psychologie als wetenschap:
Twee factoren die een negatieve invloed hebben gehad op het vertrouwen in de psychologie
als wetenschap zijn de replicatiecrisis en voorbeelden van wetenschappelijke fraude.
- Replicatiecrisis:
Resultaten in de psychologie worden vaak uitgedrukt in termen van hun (statistische)
significantie). De meting geeft de waarschijnlijkheid aan van het vinden van een
resultaat als dat in werkelijkheid niet het geval is (vaak 5%). Je neemt dan aan dat
het een werkelijk effect is, niet het gevolg van toeval. Vervolgens gaat je artikel eerst
door een ‘peer review’ door andere onderzoekers in hetzelfde veld om te checken of
resultaten realistisch zijn, en of de gebruikte methoden, analyses en conclusies
correct en logisch zijn. Vervolgens wordt het door een journal gepubliceerd.
Vertrouwen kan gemeten worden met replicatie, wanneer iemand anders dezelfde
studie uitvoert en vergelijkbare resultaten vindt. Echter, journals accepteren/
publiceren vaak geen replicaties van eerdere studies. Replicatie studies krijgen
meestal weinig citaties, waardoor ze niet bijdragen aan de reputatie van een journal.
Daardoor worden zeer weinig studies gerepliceerd. Als het er al was, was het nieuwe
gevonden effect vaak veel kleiner dan in de oorspronkelijke studie.
Daarnaast als er meerdere studies doen neemt de foutkans toe, waardoor we een
kleinere alfa moeten nemen, want anders is (1 – 0.95N), met N analyses, dus een
grotere kans dat we een effect vinden, terwijl het er niet is.
Een ander probleem is dat journals vaak geen studies publiceren die geen
significante resultaten hebben (null findings), waardoor het onduidelijk is hoeveel
onderzoeken er zijn die stellen dat er geen significant effect is.
- Wetenschappelijke fraude:
In 2011 werd bij professor Stapel (Tilburg) vastgesteld dat er iets mis was met zijn
statistische analyses. Echter, hij had een sterke reputatie en sterke power base. Toch
werd bekend dat de studies die hij rapporteerde nooit gedaan waren. Alle data waren
verzonnen om hypothesen te bevestigen. Zo was het geval bij meerdere artikelen.
Zijn resultaten waren te goed om waar te zijn, dus kwam ook de vraag op waarom dit
zo lang in dergelijke omvang had kunnen plaatsvinden ondanks peer reviews en
samenwerkingen met verschillende onderzoekers.
Een belangrijk aspect is de verificatiebias, die stelt dat onderzoek zo ingericht moet
worden dat het hypothesen even goed kan verwerpen als bevestigen. Schendingen
van dit principes is een experiment blijven herhalen tot het werkt zoals gewenst of het

, excluderen van ongewenste experimentele participanten of resultaten om de
hypothesen te bevestigen en deze immuun te maken voor de feiten. Er is dus een
kritische blik van anderen nodig, de continue verificatie had moeten leiden tot
verdenking en falsificatie moet een belangrijke rol spelen in onderzoek.
Overzicht van het vak:
- 1600: Francis Bacon, empirisch model van de wetenschap. Hij introduceerde inductie
als methode. Wetenschap resulteert enkel uit observaties (feiten), het organiseren
van feiten en het gebruiken van inductie om generalisaties te maken of wetten af te
leiden (spreadsheet model).
- 1700: empiristen (Locke, Hume): kennis kan alleen worden opgedaan met ervaring.
- 1850: positivisme (Comte): wetenschap zou zich enkel moeten richten op positieve
observeerbare dingen, geen metafysica (speculatie).
- 1900: positivisme (Mach): theorieën en (atomische) modellen werden in toenemende
mate ontwikkeld in de fysica rond 1900.
- 1920: neopositivisme of logisch positivisme, Vienna Circle (Wiener Kreis, Carnap,
Hempel, Neurath, Schlick): theorieën en modellen kunnen gebruikt worden als ze
worden afgeleid van logica en observatie.




PS Hoofdstuk 6: Logica
Deductief redeneren en syllogismen (categorische logica)
Een deductieve redenering (argument, deductie) geeft een conclusie op basis van twee of
meer premissen. De premissen en conclusies zijn beweringen, zinnen die een bepaalde
stelling uiten, die juist is of onjuist. Van een premisse wordt aangenomen dat hij juist is, dus
als de deductie valide is, is de conclusie ook waar. Als de deductie valide is en de premisse
waar, is de deductie bewijs voor de conclusie. Of een bewering waar is kan niet
geconcludeerd worden, of hij valide is wel.
De eerste vorm van deductie is een
syllogisme. Een bewering met woorden zoals
‘alle’ of ‘sommige’ is een categorische
bewering. Ze beweren dat iets behoort tot
een categorie (verzameling, set, groep) of
niet. Beweringen kunnen algemeen zijn of
specifiek, affirmatief of negatief:

, Deze beweringen kunnen we gebruiken als premissen in een syllogisme:




Elke bewering is in de vorm van subject = predicaat, een eigenschap die uitgedrukt wordt
over een subject in een zin. De predicaat (P) van de conclusie heet de major term. Het
subject (S) van de conclusie is de minor term. De andere term in de premissen, die de
minor term en de major term aan elkaar koppelt is de middle term. Hij verschijnt niet in de
conclusie. In het deductieve-nomologische (DN) model van verklaren (voorspellen) is de
eerste premisse een soort wet/generalisatie. De tweede premisse is een initiële conditie.
Hierin wordt het subject van de voorspelling geïntroduceerd.
Venn diagrammen en syllogismen (categorische logica)
Een syllogisme kan geanalyseerd worden met een Venn diagram.




->




Syllogisme-3 is invalide, want er kan niet bewezen worden dat de conclusie waar is op basis
van de premissen.




Syllogismen zijn begonnen met Aristoteles. Veel syllogismen kregen een naam die verwees
naar de typen categorische beweringen in de eerste en tweede premisse en de conclusie.
Het vierde syllogisme heet ook wel bArbArA.
Propositionele logica en waarheidstabellen
Propositionele logica zegt iets over waarom. Een propositie is ook een bewering die juist
of onjuist kan zijn, maar er zitten geen woorden in van categorische beweringen. Het kijkt
naar de waarheidswaarde van proposities die gemaakt worden door andere proposities te
combineren met connectives.
Simpele proposities kunnen niet opgedeeld worden in kleinere proposities:




Composite proposities bestaan uit meerdere simpele proposities, verbonden met logical
connectives, zoals ‘en’, ‘of’, ‘als…dan’. Een ontkenning kan ook behandeld worden als een

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ans0508. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.76. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.76  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added