Deze samenvatting heb ik geschreven tijdens het vak Kwalitatief onderzoek als onderdeel van de Pre-master Gezondheidswetenschappen aan de VU Amsterdam. De samenvatting is geschreven a.d.h.v. de college's, maar ook het boek. De onderdelen uit het boek die behandeld zijn in de college's zijn opgenome...
,HC1: H1 - Inleiding
Empirisch onderzoek: Je voert zelf een onderzoek met dataverzameling uit om nieuwe kennis op te
doen. Dit kan via kwantitatieve of kwalitatieve methoden.
Kwalitatief onderzoek richt zich op het beantwoorden van het wat, hoe of waarom van een
bepaald fenomeen (= iteratief onderzoek).
Kwantitatief onderzoek is geïnteresseerd in hoe vaak iets voorkomt of hoeveel mensen iets
vinden (= lineair onderzoek).
In kwalitatief onderzoek onderscheiden we grofweg 3 perioden:
Klassieke antropologie (mensenleer).
Studie van oorspronkelijke inwoners van koloniale gebieden.
'Leven' in/met bestudeerde gemeenschap.
Klassieke
periode Voorbeeld: The Coming Of Age in Samoa door Margaret Mead.
Vastleggen van kwalitatieve methoden (regels voor systematische analyse).
'Ontdekking' van de Grounded Theory-methode door Glaser en Strauss.
Modernistische De achterliggende filosofie sloot te veel aan bij de gedachtegang van kwantitatief onderzoek.
periode
Uitwerking van de Grounded Theory door Charmaz.
Charmaz: er is sprake van 'constructie' van data en theorie, en de sociale positie van de
Post- onderzoeker beïnvloedt de constructie (constructivistische benadering van de Grounded Theory).
modernistische Zij benadrukt maatregelen zoals transcriptie en codering.
periode
Grounded Theory-methode: Een methodologie in de sociale wetenschappen, waarbij theorie wordt
geconstrueerd uit de data uit de praktijk. Theorie wordt afgeleid van de studie van het fenomeen zelf
(inductief werken) en is dus ‘gefundeerd’ in de praktijk. Er werden 4 eisen gesteld aan de
gefundeerde theorie:
Omdat deze eisen meer thuishoren in kwantitatief onderzoek, leidde dat tot veel discussie en kwam
er meer ruimte voor interpretatie van de theorie door de onderzoeker (constructivisme).
, HC2: H3 - Paradigma’s
De kern van kwalitatief onderzoek is dat de onderzoeker een proces identificeert waarmee een
individu betekenis geeft aan iets.
Betekenisgeving: Een verbinding tussen een stimulus en een respons. Om die betekenisgeving te
kunnen verklaren, moet de socioloog de zin begrijpen (= “Verstehen”) van het menselijk handelen.
Verstehen bestaat uit 3 stappen:
1. Het internaliseren van de stimulus (de onderzoeker probeert zich in te beelden wat de
stimulus doet voor het individu).
2. Het internaliseren van de respons (de onderzoeker probeert zich in te beelden wat het
motief voor het gedrag van het individu kan zijn).
3. Het identificeren van gedragsregels (de onderzoeker maakt een verbinding tussen de
stimulus en de respons en probeert de logische connectie tussen beide te identificeren).
Paradigma’s
Paradigma’s zijn onderzoeksfilosofieën die schuilgaan achter het onderzoek. De onderzoeksvormen
(H4) liggen niet vast onder een bepaald paradigma (zie Wheel of choices).
De epistemologische benadering geeft richting aan het type onderzoek, het design en de
methoden van dataverzameling.
De epistemologische benadering geeft andere onderzoekers inzicht in je visie.
Paradigma’s dwingen onderzoekers hun rol in de kennisproductie uit te leggen en daarop te
reflecteren.
Paradigma’s zijn onderverdeeld in 3 fundamentele vragen, waarvan het antwoord bepalend is hoe de
sociale wetenschapper kijkt naar zijn onderzoeksobject.
1. Ontologische vraag: Wat is realiteit? Hoe ziet realiteit eruit? Bestaat er een realiteit extern
aan de mens?
2. Epistemologische vraag: Hoe is de kennis over die realiteit mogelijk? Wat is de relatie tot dat
wat te kennen valt en de kenner?
3. Methodologische vraag: Hoe kan de onderzoeker iets te weten komen over wat hij denkt dat
er te kennen valt? Denk hierbij aan type onderzoek, onderzoekstechnieken (grondvormen),
analyses, etc.
Objectivistische/
positivistische benadering Subjectivistische/interpretatieve benadering (Weber: “Verstehen”)
(“Erklarhen”)
Positivisme/post-
Constructivisme Kritische theorie Participatief
positivisme
Ontologie Er bestaat een realiteit Eén objectieve realiteit Kijkt naar de invloed Er is een gegeven
buiten de mens die bestaat niet. Ieder van sociale structuren kosmos (= een harde
onderhevig is aan mens heeft zijn eigen (klasse, ras, gender) op realiteit), die vorm
natuurwetten (realisme). visie op de realiteit en subjectieve ervaringen. krijgt in co-creatie met
Postpositivisten gaan heeft dus ook een De invloed van sociale, de menselijke geest. Dit
ervanuit dat er beetje een eigen politieke, culturele, is een verzoening van
waarschijnlijk realiteit. De realiteit is economische en het positivisme dat
, (probabilistische wijze) wel een sociale constructie. etnische factoren op uitgaat van alleen die
een realiteit bestaat, maar een realiteit maakt kosmos en het
ze weten het niet zeker. Ze deze realiteit tot een constructivisme dat
weten wel dat ieder mens vaste structuur die als stelt dat die kosmos
een andere waarneming reëel wordt aangezien. alleen via de menselijke
heeft. geest geobserveerd en
gekend kan worden.
Dualisme: de onderzoeker De onderzoeker en De onderzoeker en de Kennis opdoen over de
en zijn studieobject zijn onderzoeksobject zijn realiteit zijn met elkaar wereld waarin we leven
onafhankelijke entiteiten. verbonden met elkaar. verweven. Daarom zijn a.d.h.v. ervaringskennis
De onderzoeker kan iets Kennis ontstaat in de onderzoeksresultaten (Heron & Reason).
bestuderen zonder het interactie tussen niet objectief maar Ervaringskennis is
object te beïnvloeden of onderzoeker en waardegekleurd. kennis die we op doen
zelf beïvloedt te worden. onderzoeksobject. Normatief: daagt door directe
Kennis wordt dus niet historische gevormde waarnemingen van
ontdekt, maar structuren uit door ze onze omgeving. Kennis
geconstrueerd tijdens te deconstrueren. die ontstaat in de
Epistemologie een onderzoek. De Justice oriented: omgang met mensen.
kennis is afhankelijk aandacht voor
van de politieke, privilege,
sociaal, historische marginalisatie en
context waarin die ongelijkheid.
kennis wordt gemaakt. Intersectionaliteit:
Aandacht voor
maatschappelijke
ongelijkheid en de
factoren die daaraan
bijdragen.
Formuleren van hypothesen Constructivisten kijken Dialogisch: een gesprek Dialogisch
en het empirisch testen naar betekenisgeving tussen verschillende
hiervan (kwantitatief). van individuen in hun mensen waarin vrije
Methodologie Controleerbare en dagelijkse gedachtewisseling
repliceerbare methoden. leefomgeving plaatsvindt.
Onderzoek is objectief, (hermeneutiek =
rationeel en neutraal. interpreteren).
Substromingen constructivisme:
Fenomenologie:
Filosoof Husserl: “Kijk naar de realiteit zoals die zich werkelijk aandient en niet zoals die door
de wetenschapper bekeken wordt”.
Individuen produceren de wereld waarin ze leven zelf.
Mensen hebben een “stock of knowledge” (een soort gereedschapskistje) bij zich met
ideeën, theorieën en waarden (samen: sociale constructen) waarmee zij de wereld om zich
heen interpreteren en er betekenis aan geven (in hun hoofd) in de context waar zij zich in
bevinden De stock of knowledge is op sociale wijze ontstaan door individuen die met
elkaar omgaan en allemaal betekenis geven aan de wereld.
In fenomenologisch onderzoek worden de doorleefde ervaringen van individuen opgehaald.
Taal is het centrale medium waarmee betekenisgeving verloopt. D.m.v. taal maakt een
individu de koppeling tussen een object uit zijn omgeving en de betekenis in zijn hoofd. De
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mw123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.52. You're not tied to anything after your purchase.