100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting T&S Taal kennisdoelen blok c jaar 1 $5.16   Add to cart

Summary

Samenvatting T&S Taal kennisdoelen blok c jaar 1

4 reviews
 278 views  14 purchases
  • Course
  • Institution

Dit is een samenvatting van het vak T&S Taal jaar 1 blok c, Alle kennisdoelen zijn uitgewerkt. Het is een uitgebreide en volledige samenvatting van het vak T&S Taal. De stof wat in de hoorcolleges is behandeld is meegenomen in de samenvatting.

Preview 4 out of 14  pages

  • November 5, 2016
  • 14
  • 2015/2016
  • Summary

4  reviews

review-writer-avatar

By: morayma_z • 6 year ago

review-writer-avatar

By: milenkavlasblom • 4 year ago

review-writer-avatar

By: lindamilatz • 7 year ago

review-writer-avatar

By: logo01 • 7 year ago

avatar-seller
Leerdoelen - Kennisdoelen

De student beschrijft welke onderzoekinstrumenten en observatiemethoden gebruikt kunnen
worden om het niveau van verschillende aspecten (fonologie, semantiek, morfologie, syntaxis,
pragmatiek) van de taalontwikkeling te kunnen bepalen. Dit zijn:

- Schlichting Test voor Taalbegrip

Intepreteren van intonatie, woordvolgorde, vervoegingen, verbuigingen en functiewoorden. Plaatsen
van het gehoorde in een talige en sociale context, waarbij gebruik gemaakt wordt van kennis van de
wereld.

Doel van de test: Zo zuiver mogelijk taalbegrip meten.

Taalaspect: Semantiek, syntaxis, morfologie
Doelgroep: Kinderen van 2;0 tot 7;0 jaar met Nederlands als moedertaal
Onderzochte taaldomeinen: Syntaxis, semantiek en morfologie.
Toepassingsmogelijkheden: Diagnostischinstrument om het begrip van gesproken zinnen van
kinderen van 2 – 7 jr te meten  het niveau van de taalbegripsontwikkeling van NL-sprekende
kinderen. Het gaat om het begrijpen van zinnen waarin de lexicale component geen belangrijke rol
speelt. Je kan vaststellen van de aanwezigheid van een receptieve TOS(taalbegrip en taalproductie
probleem), of als evaluatie voor het meten van het effect van de gegeven therapie. (Gebruikt bij
kinderen waarvan een taalachterstand wordt vermoed)
Uitkomst: TBQ

Kan ook afgenomen worden bij allochtone kinderen, is hiervoor niet genormeerd.

- Schlichting Test voor Taalproductie-II

Taalaspect: fonologie/fonetiek, semantiek, syntaxis, morfologie, pragmatiek, auditieve
vaardigheden/werkgeheugen

Doel: Meten van de ontwikkeling van de taalproductie. Daarnaast meten van het auditieve geheigen
en de fonologische verwerkingsvaardigheden

Kan ook afgenomen worden bij allochtone kinderen, is hiervoor niet genormeerd.

ZO:
Taalaspect: morfosyntaxis
Doelgroep: Kinderen van 2;0 tot 7;0 jaar met Nederlands als moedertaal
Onderzochte taaldomeinen: Meet de grammaticale productie en de actieve syntactische
ontwikkeling d.m.v. uitlokken van zinnen door functionele imitatie.
Toepassingsmogelijkheden: (Gebruikt bij kinderen waarvan een taalachterstand wordt vermoed)
Uitkomst: ZQ

WO:
Taalaspect: semantiek
Doelgroep: Kinderen van 2;0 tot 7;0 jaar met Nederlands als moedertaal
Onderzochte taaldomeinen: De ontwikkeling van de actieve woordenschat door woorden te
ontlokken bij afbeeldingen.
Toepassingsmogelijkheden: (Gebruikt bij kinderen waarvan een taalachterstamd wordt vermoed)
Uitkomst: WQ

, - TAK onderbouw  bij de meeste onderdelen geen instap- en afbreekregels.

Taalaspect: Fonologie/fonetiek, semantiek, syntaxis, morfologie, pragmatiek
Doelgroep: Kinderen uit groep 1 t/m 4 van het basisonderwijs met het Nederlands als moedertaal en
als tweede taal (NT2) (4;0 – 9;0 jaar)
Onderzochte taaldomeinen: Mondelinge taalvaardigheid: fonologie, morfologie, syntaxis, semantiek:
woordenschat, pragmatiek: verhaalopbouw.
Toepassingsmogelijkheden: Diagnostische toets voor het vaststellen van de mondelinge
taalvaardigheid (in hetNL) van zowel autochtone als allochtone leerlingen van 4 – 9 jr.

- Peabody

Doel: Meten van begrip van gesproken woorden.

Taalaspect: Semantiek
Doelgroep: Kinderen en volwassenen, 2;03 – 90;00 jaar met NL als eerste taal.
Onderzochte taaldomeinen: Receptieve woordenschat. Woordenschat; begrip van gesproken
woorden
Toepassingsmogelijkheden: Diagnostisch instrument. Het testen van receptieve kennis van de
woordenschat. Screeningsinstrument voor de taalontwikkeling van het NL als eerste taal. Ook
geschikt voor doelgroepen in de gezondheidszorg: moeilijk te testen kinderen, specifieke TOS
kinderen/jongeren, afatici, dementerenden, doven, etc.
Uitkomst: WBQ

De student omschrijft de begrippen ruwe scores, standaard scores, standaarddeviaties,
(per)centielscores, quotiëntscores, citoscores, betrouwbaarheidsintervallen en
leeftijdsequivalenten in de context van een taaltest.

- Ruwe scores

Som aantal correcte items. Levert geen informatie op over prestatie in vergelijking met normgroep.

- Standaard scores

Wordt vanuit ruwe score berekend (tabel). Scores die behaald zijn door de normgroep. Vergelijking
met normgroep mogelijk.  Quotiëntscore

- Standaarddeviaties

Een middel om de range tussen de verschillende toetsen aan te geven. Hoeveel is de afwijking van
het gemiddelde? Hoe groter de range, hoe groter de standaarddeviatie.

 Voorbeeld: 100 = gemiddelde. De standaarddeviatie is 15, de range is tussen de 85 (100 – 15)
en de 115 (100 + 15). Hiertussen is het normaal. Tussen de 85 – 70 (85 – 15) is onder
gemiddelde. Tussen de 70 – 55 (70 – 15) is ver onder gemiddelde. Tussen de 115 – 130 (115 +
15) is boven gemiddelde. Tussen de 130 – 145 (130 + 15) is ver boven gemiddelde.

- Percentielscores

Een percentielscore zegt iets over hoeveel mensen van de normgroep het slechter hebben gedaan
dan jij en dus hoeveel procent het beter heeft gedaan.

,  Voorbeeld: je hebt een percentielscore van 26. Dit betekent dat 26 % het slechter heeft
gedaan dan jij, en 74 % het beter heeft gedaan dan jij.

- Quotiëntscores

WBQ = woordbegripsquotiënt (Peabody)
WQ = woordquotiënt (Schlicnting taalproductie-II)
ZQ = zinsquotiënt (Schlichting taalproductie-II)
TBQ = taalbegripsquotiënt (Schlichting taalbegrip)

 Je uiteindelijke resultaat. De quotiëntscore kun je interpreteren.
 Voorbeeld: Je neemt een IQ test af. De uitkomst van deze test is 115. Je quotiëntscore is dus
115.

- CITO-scores

De ruwe score wordt omgezet in CITO-score. Beoordeling d.m.v. CITO-score A t/m E. De CITO-score
wordt gemaakt op basis van perceptielen. Ze hebben 100% opgedeeld in delen. De CITO-scores zie in
de tesliniaal. Je ziet in de kolom van welke Q-score het valt. Het nadeel is: wij beoordelen op Q 100 =
gem. 15 is standaarddeviatie. 85 is de ondergrens. Dit komt overeen met een percentiel van 15 en dit
valt in het vak van een D-score. Je weet dan niet of het kind onder of boven de 15% zit. Je weet
alleen dat het kind een D scoort.




 Voorbeeld: E-score 10 % laagst scorende leerlingen  10% scoort lager.

- Betrouwbaarheidsintervallen

Dat houd rekening mee met de momentopname van de test. Dit is met 90% zekerheid. Bijv. De
betrouwbaardheisinterval is 92 en 108, dan zou het kind 90% tussen deze waardes haalt, maakt niet
uit op welk moment je de test afneemt. Dit wordt ook wel de 90% interval genoemd.

- Leeftijdsequivalenten

Op te zoeken in de tabel. Je kijkt in de tabel bij welke leeftijd een Q score van 100 zou zijn behaald. In
het voorbeeld is het kind 4;11 en haalt een ruwe score van 86. Bij een leeftijd van 4;1 met een ruwe
score (86??) zou het een Q van 100 hebben.

Je krijft een indruk van het niveau. Dit wordt alleen gebruikt om het beginniveau van de behandeling
te bepalen, je meet het talige niveau van het kind, je wetr waar je op moet insteken. Je kan niet
zeggen dat het kind 10 maanden achterloopt  Je zegt dit nooit tegen ouders, je vermeld het ook
nooit in je verslag.

, De student legt de begrippen betrouwbaarheid en validiteit uit in de context van testen om de taal
van kinderen te onderzoeken.

Validiteit:

Meet het instrument wat het zegt te meten? Wat meet het instrument eigenlijk? Is de score die eruit
komt wat ik wilde weten?

Betrouwbaarheid:

Afname op een ander moment levert dezelfde resultaten op.

- Intrabeoordelaars betrouwbaarheid  het moet niet uitmaken op welk moment je de test
afneemt, de resultaten zijn hetzelfde.

- Interbeoordelaars betrouwbaarheid  afname door een andere logopedist levert dezelfde
resultaten. Afname door een andere onderzoeker levert dezelfde resultaten op

De student beschrijft op grond van gangbare afspraken (ICIDH, 1997)) wat de diagnoses ernstige,
matige en lichte TOS betekenen.

- Geen TOS: Receptief noch productief scores onder het gemiddelde voor de
leeftijd/normgroep
- Lichte TOS: Receptief of productief scores onder het gemiddelde voor de leeftijd/normgroep
- Matige TOS: Receptief en productief scores onder het gemiddelde voor de
leeftijd/normgroep
- Ernstige TOS: Receptief en/of productief scores ver onder het gemiddelde (laag) voor de
leeftijd/normgroep

De student beschrijft van de Communicatieve Taaltherapie (Van den Dungen, 2007) de volgende
aspecten:

De filosofie

Visie op taaltherapie: Taalverwerving ontstaat vanuit de interactie van het kind met relevantie
volwassenen. Taalontwikkeling en communicatieve ontwikkeling maken deel uit van de totale
ontwikkeling van het kind. De normale taalverwerving is de basis voor het stimuleren van de
taalontwikkeling. Communicatief succes is krachtiger dan andere vormen van beloning. De
spelsituatie is de meest natuurlijke manier voor een kind om te leren.

De uitgangspunten

Voor kinderen met en taalniveau van 0 – 6 jaar.

- Interactief
o Situatie en materiaal nodigen uit tot interactie. Taalverwervng vindt plaats in
interactie. Indirecte therapie is belangrijk voor stimuleren taal in dagelijkse
interactie.
o Voorbeeld: Wat zijn dat? Wat is dat op jouw trui? Hoe noemen we die?
- Doelgericht
o Therapie met afgebakende doelen blijkt het meest effectief. SMART geformuleerde
doelen; basis is de normale taalontwikkeling.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lottekroon. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.16. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75860 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.16  14x  sold
  • (4)
  Add to cart