Mededingingsrecht week 3: Oligopolie/Oligopolische markten
Handhaving in het mededingingsrecht:
- Ex-post handhaving via art. 101 VWEU - kartelverbod
- Ex-post handhaving via art. 102 VWEU – misbruik van machtspositie
- Ex-ante handhaving via de Concentratiecontrole Verordening (CoVo)
Oligopolie en oligopolische interdependentie:
- De klassieke uitersten in het mededingingsrecht zijn de markt met volledige mededinging tegenover de
markt met een monopolist.
o Daartussen zit ook nog de oligopolische markt.
Dit is een markt waarin formeel afhankelijke ondernemingen zich gaan gedragen alsof ze in
een kartelafspraak zitten zónder dat daarvoor enige coördinatie vereist is. Marktdeelnemers
hebben in dat geval ‘enige’ marktmacht en zijn zich bewust van de effecten van hun acties
ten aanzien van elkaar.
Dergelijke markten hebben ‘oligopolische kenmerken’ en het spontane kartelgedrag
wordt in dat geval ‘oligpolische interdependentie’ genoemd.
o Bij de oligopolische interdependentie in het kader van het kartelverbod
(101 VWEU) is het collectieve belang bij de ‘treat’, namelijk de hogere prijs,
groter dan de som van het individuele belang, de ‘cheat’.
Het gevolg daardoor is dat er minder tot géén concurrentie op de
markt is. Het is een ‘gezellige’ markt. Namelijk, er is 1 marktleider en
de rest volgt de marktleider.
- De definitie van een oligopolische markt is niet eenduidig vast te stellen. Derhalve wordt gesproken over een
‘markt met oligopolische kenmerken’.
- Eigenschappen van een markt met oligopolische kenmerken zijn:
o Een beperkt aantal spelers op de markt
Tussen de 5 en 10 spelers
o Er is sprake van een homogeen product
o Er is sprake van een homogeen productieproces
o Transparantie
o Significante toetredingsbarrières
o Prijsleiderschap
o Informatie-uitwisseling
o Prijsbeleid
Oligopolische markt en het kartelverbod van art. 101 VWEU:
- Hoe kan men bij een dergelijke situatie zoals hierboven omschreven bewijzen dat er überhaupt sprake is van
een kartel zoals omschreven in art. 101 VWEU?
- Om als een kartel aangemerkt te kunnen worden, moet aan álle eisen van art. 101 lid 1 VWEU c.q. art. 6 Mw
zijn voldaan!
o Zoals uit week 2 reeds naar voren is gekomen heeft een kartel 3 verschijningsvormen:
1. Overeenkomst
2. OAFG
3. Besluit ondernemingsvereniging
o 1 & 3 zijn goed kenbaar en waarneembaar, daar zit overleg en overeenstemming vooronderstelt!
HvJEU: CBR en HvJEU: Anic
Wanneer men overleg heeft gehad over een beperking van de concurrentie, dan had
mem moeten weten dat het verboden was en dient men de sanctie te aanvaarden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller timhendriksen1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.