Dit proeftentamen bevat 40 mc-vragen. In dit proeftentamen worden vragen gesteld over probleem 1 t/m 8. Ook worden er vragen gesteld over de artikelen en de stof uit de colleges. Aan het eind van het document staan de goede antwoorden en is er een mogelijkheid om je cijfer te berekenen.
Dit proeftentamen bestaat uit 40 mc-vragen. Er worden vragen gesteld over
onderwerpen uit probleem 1 t/m 8. Ook zullen er vragen over de artikelen en de lectures
gesteld worden.
Op de laatste bladzijde worden de juiste antwoorden gegeven en kun je je cijfer
berekenen. Succes!
1. Welke van de volgende namen hoort niet in het rijtje thuis als we het hebben over
voorstanders van de algemene intelligentie (G)?
A. Spearman
B. Thurstone
C. Cattel
D. Vernon
2. Welke stelling is juist?
Stelling 1 - De incremental theory stelt dat intelligentie kneedbaar is en de entity theory
dat intelligentie vaststaat.
Stelling 2 - Definities van intelligentie verschillen per cultuur. In Afrikaanse culturen
wordt intelligentie gekoppeld aan een probleem oplossend vermogen en het verkrijgen
van kennis.
A. 1 is juist, 2 is onjuist
B. 1 is onjuist, 2 is juist
C. 1 is juist, 2 is juist
D. 1 is onjuist, 2 is onjuist
3. Tijdens de client-centered therapy van Carl Rogers is het de bedoeling dat de client er
zelf achterkomt wat zijn probleem is en wat hij hieraan kan doen. De client moet dus
zichzelf veranderen. Bij de client-centered therapy zijn er 3 hoofdvoorwaarden, welke
zijn dat?
A. Unconditional positive self-regards- empathic understanding- genuine acceptance
B. Congruence- unconditional positive regards- empathic understanding
C. Genuine acceptance- unconditional positive regard- empathic understanding
D. Congruence- consistence- genuine acceptance
4. Hippocrates onderscheid vier verschillende typen persoonlijkheden a.d.h.v.
lichaamsvochten. Welk van onderstaande antwoorden is juist?
A. Choleric staat voor prikkelbaarheid en wordt veroorzaakt door teveel zwart gal
B. Plegmatic staat voor kalmte/nuchterheid en wordt veroorzaakt door slijm
C. Melancholic staat voor optimisme en wordt veroorzaakt door teveel geel gal
D. Sanguine staat voor optimisme en wordt veroorzaakt door de aarde
5. Welk temperament kan gelinkt worden aan de ectomorphic lichaamsbouw?
A. Viscerotonic
B. Mesomorphic
C. Visceromorphic
D. Cerebrotonic
6. Welke stelling is waar?
Stelling 1 – Central traits en secondary traits komen altijd voor.
Stelling 2 – Central traits, cardinal traits en secondary traits komen alleen in bepaalde
situaties voor.
A. Beide stellingen zijn onjuist
B. Beide stellingen zijn juist
C. Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist
D. Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller CB96. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.