Economie examen – Begrippen
Begrippenlijst 1.
Aflossen: Het terugbetalen van geleend geld
Algemene voorwaarden: De officieel vastgestelde rechten en plichten van de koper en de verkoper
A-merk: Een bekend product dat vaak duurder is
Arbeidsverdeling: Verdeling van werk of productie, waarbij iedereen een eigen taak heeft
Behoefte: Iets wat je graag wilt hebben of doen
Bijstand: Een uitkering van de overheid voor als je niet genoeg geld hebt om van te leven
Betaalpas: Een pas van de bank waarmee je geld kunt opnemen en betalen
B-merk: Een minder bekend product dat vaak goedkoper is dan het A-merk
Bron van inkomen: De oorzaak van het verkrijgen van een inkomen
Budget: Een bedrag waarvan je bepaalde uitgaven moet doen
Budgetplan: Overzicht van inkomsten en uitgaven die op elkaar zijn afgestemd
Budgetteren: Het op elkaar afstemmen van de inkomsten en de uitgaven
Chartaal geld: Munten en bankbiljetten
Collectieve voorziening: Een voorziening die helemaal of grotendeels wordt betaald van
belastinggeld
Commerciële reclame: Reclame die consumenten wil verleiden tot een aankoop
Consumeren: Het bevredigen van behoeften
Consumptief krediet: Een geldlening voor de aankoop van consumptiegoederen
Creditcard: Een betaalpas waarbij de afrekening (van een betaling of geldopname) pas later gebeurt
Creditrente: Rente die je van de bank krijgt omdat je een tegoed hebt op je bankrekening
Creditsaldo: Het tegoed op je bankrekening (in de plus staan)
Dagelijkse uitgaven: Vaak voorkomende uitgaven voor jezelf en voor de huishouding
Debetrente: Rente die de bank vraagt omdat je een tekort hebt op je bankrekening
Debetsaldo: Het tekort op je bankrekening (in het rood staan)
Deposito sparen: Manier van sparen waarbij spaargeld gedurende looptijd niet (zonder boete)
opgevraagd kan worden
Deugdelijk product: Product dat bij normaal gebruik voldoet aan de verwachtingen die je ervan mag
hebben
,Diensten: Iets wat een persoon of bedrijf doet voor een ander
Directe ruil (ruil in natura): De ruil van goederen en diensten zonder geld
Dividend: Een winstuitkering van een bedrijf aan zijn aandeelhouders
Doelgroep: Een groep consumenten waaraan een bedrijf wil verdienen
Doorlopend krediet: Een lening waarbij de lener tot een bepaald maximumbedrag (kredietlimiet)
mag lenen
E-commerce: De koop of verkoop van producten via internet
Effectieve rente: De rente inclusief de bijkomende kosten van een lening
Enkelvoudige interest: De rente over een spaarbedrag gedurende een periode korter dan een jaar
Financiering: De manier waarop geld beschikbaar komt voor een aankoop
Gebruiksgoederen: Goederen die een langere tijd meegaan
Giraal geld: Geld dat bij de bank op een betaalrekeningstaat
Huismerk: Een product met de naam van de winkel zelf
Huur: Een vergoeding voor het afstaan van een woonruimte of bedrijfsruimte
Huurkoop: Een koop op afbetaling waarbij de koper pas eigenaar wordt als de lening helemaal is
afgelost
Huurtoeslag: Bijdrage in de huurkosten voor mensen met een huurhuis
Hypotheek: Een lening met een huis of ander gebouw als onderpand
Ideële reclame: Reclame die een idee wil verspreiden of gedrag wil veranderen zonder de bedoeling
daar geld mee te verdienen
Incidentele uitgaven: Onregelmatige uitgaven voor reparaties, vervangingen of de aankoop van
duurzame consumptiegoederen
Indirecte ruil: De ruil van goederen en diensten tegen geld
Informatieve reclame: Reclame met nuttige informatie voor de consument
Keurmerk: Een merkteken waaruit blijkt dat een product aan bepaalde eisen voldoet
Kilometerprijs: De kosten van een vervoermiddel per gereden kilometer
Kinderbijslag: Een bijdrage van de overheid in de kosten voor de opvoeding van kinderen tot 18 jaar
Koop op afbetaling: Een aankoop waarbij de koper het bedrag van de aankoop leent van de verkoper
, Koopkracht: De hoeveelheid goederen en diensten die je van je geld kunt kopen
Koopovereenkomst: De overeenstemming tussen koper en verkoper over de aankoop van een
product
Krediet: Een geldlening
Kredietlimiet: Het maximale bedrag dat de lener kan lenen bij een doorlopend krediet
Lenen: Het verschuiven van toekomstige koopkracht naar het heden
Leasing: De huur van (duurzame) goederen gedurende langere tijd
Lorencurve: Een grafiek waarmee je de verdeling van het inkomen in een land zichtbaar maakt
Loon in natura: Beloning anders dan in geld
Loonschaal: Het aanvangssalaris en de verhogingen daarvan die bij een functie horen
Looptijd: De periode waarin je geld leent of geld spaart
Marketing: De kunst van het verkopen
Marketingmix: De combinatie van prijsbeleid, plaatsbeleid, productbeleid, promotiebeleid,
presentatiebeleid en personeelsbeleid
Merkreclame: Reclame die de naamsbekendheid van een merk wil vergoten
Minimumloon: Het loon dat een werkgever minimaal moet betalen aan werknemers vanaf 23 jaar
Misleidende reclame: Reclame die consumenten verleidt tot een aankoop met onjuiste informatie of
door belangrijke informatie weg te laten
Modaal inkomen: Het meest voorkomende inkomen in een land
Nationaal inkomen: Alle inkomens uit arbeid en vermogen in een land bij elkaar opgeteld
Onderpand: Het huis of een ander gebouw dat verkocht wordt als de lener de rente en aflossing van
de lening niet betaald
Ontroerende zaken: Grond en alles wat daarop gebouwd is
Overdrachtsinkomen: Een inkomen waarover geen tegenprestatie wordt geleverd
Pacht: De vergoeding voor het afstaan van grond
Personele inkomensverdeling: De verdeling van inkomen over een groep mensen
Persoonlijke lening: Een lening die in een afgesproken aantal vaste termijnen wordt betaald
Prestatieloon: Beloning voor het leveren van een bepaalde prestatie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller serenahwilzing. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.50. You're not tied to anything after your purchase.