100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Bedrijfseconomie voor het besturen van organisaties (Hoofdstuk 5 & 6) $3.23   Add to cart

Summary

Samenvatting Bedrijfseconomie voor het besturen van organisaties (Hoofdstuk 5 & 6)

1 review
 259 views  4 purchases
  • Course
  • Institution

Bedrijfseconomie voor het besturen van organisaties (Hoofdstuk 5 & 6)

Preview 2 out of 6  pages

  • No
  • 5 & 6
  • November 7, 2016
  • 6
  • 2015/2016
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: Sasjeeehh • 7 year ago

avatar-seller
Bedrijfseconomie
Hoofdstuk 5 Kostenprijsberekening
5.2 Variabele en vaste kosten
Als de kosten van een organisatie veranderen doordat een bedrijf meer of minder activiteiten uitvoert, spreekt
men van variabele kosten. Onder bedrijfsdrukte verstaan we de mate waarin een organisatie(onderdeel)
gebruikmaakt van de beschikbare capaciteit. Bij een productieafdeling wordt de bedrijfsdrukte ook wel de
productieomvang genoemd en bij de verkoopafdeling de verkoopomvang.

De variabele kosten kan men verdelen in: ƒ
 Proportioneel variabele kosten: Men spreekt van proportioneel variabele kosten als de kosten recht
evenredig veranderen met de verandering in de bedrijfsdrukte. De variabele kosten per eenheid
product zullen gelijk blijven, de productieomvang heeft hier geen invloed op. ƒ
 Degressief stijgende variabele kosten: Bij degressief stijgende variabele kosten veranderen de kosten
minder dan evenredig als gevolg van een verandering in de bedrijfsdrukte. De productieomvang heeft
hier wel invloed op. Als de productieomvang toeneemt, zullen de kosten per eenheid product
afnemen. ƒ
 Progressief stijgende variabele kosten: Bij progressief stijgende variabele kosten veranderen de kosten
meer dan evenredig als gevolg van een verandering in de bedrijfsdrukte. De productieomvang heeft
ook hier invloed op. Als de productieomvang toeneemt, zullen de kosten per eenheid product
toenemen. ƒ
 Trapsgewijs variabele kosten: Het is mogelijk dat de variabele kosten trapsgewijs (met kleine
sprongen) veranderen. Dit is niet het gevolg van een verandering in de bedrijfsdrukte/omvang.
Trapsgewijs variabele kosten zijn het gevolg van het feit dat bepaalde productiemiddelen maar in
beperkte hoeveelheden beschikbaar en/of deelbaar zijn.

Vaste kosten zijn kosten die niet veranderen als een bedrijf meer of minder activiteiten uitvoert. Gemengde
kosten zijn kosten die voor een deel uit vaste kosten en voor een deel uit variabele kosten bestaan.

5.3 Integrale kostprijs
De kostprijs die onafhankelijk is van de periode waarin het product wordt geproduceerd, noemt men de
integrale kostprijs. Als een producent een monopoliepositie bezit, kan hij zijn verkoopprijs vaststellen door de
kostprijs met een bepaalde winstopslag te verhogen. Opereert hij echter op een markt van volledige
mededinging dan zal hij zijn kostprijs gebruiken om de kostprijs te vergelijken met de gegeven verkoopprijs.
Men kan de kostprijs berekenen door de integrale kosten (de som van variabele en vaste kosten) te delen door
de werkelijke productieomvang. (hoge productie leidt tot lage vaste kosten per eenheid dus lage kostprijs)
Dit is de delingscalculatie ↓, deze is alleen toepasbaar als er sprake is van één homogeen product.

𝑉𝐾 𝑏𝑖𝑗 𝑁 𝐶𝐾 𝑏𝑖𝑗 𝑁 𝑉𝐾 𝑏𝑖𝑗 𝐵 𝐶𝐾 𝑏𝑖𝑗 𝑁
+ = 𝐾𝑜𝑠𝑡𝑝𝑟𝑖𝑗𝑠 (𝑝𝑟𝑜𝑔𝑟𝑒𝑠𝑠𝑖𝑒𝑓/𝑑𝑒𝑔𝑟𝑒𝑠𝑠𝑖𝑒𝑓) + = 𝐾𝑜𝑠𝑡𝑝𝑟𝑖𝑗𝑠 (𝑝𝑟𝑜𝑝𝑜𝑟𝑡𝑖𝑜𝑛𝑒𝑒𝑙)
𝑁 𝑁 𝐵 𝑁


De normale bezetting(normale productie) van een bedrijf is de gemiddelde productieomvang gedurende een
aantal toekomstige jaren. (Voorbeeld blz. 212-214)

De standaard kostprijs gebruikt men onder ander om de doelmatigheid van het productie en verkoopproces
van een onderneming te bepalen. Niet alle gelduitgaven die door een onderneming worden gedaan om een
product te maken en te verkopen, worden in de standaardkostprijs van het product opgenomen. (verspilling)
De standaardkostprijs van een product is gelijk aan de gemiddelde toegestane kosten per product.
Dit gemiddelde wordt berekend door de toegestane kosten bij een normale productie te delen door de
normale productie.

Capaciteit berekenen. (Voorbeeld blz. 208 -210)
 Normale productie
 Seizoensinvloed: hoogste productie x seizoenen – normale productie.
 Reserve capaciteit : hoogste productie x seizoenen x percentage reserve capaciteit
 Technische ondeelbaarheid: productie vermogen DPM – normale productie – seizoensinvloed –
reserve capaciteit.
 Irrationele overcapaciteit: aanwezige capaciteit – rationele capaciteit.

, 5.4 Kostenverbijzondering
Om van toegestane kosten te kunnen spreken moet aan twee eisen worden voldaan:
 De gelduitgaven moeten verband houden met de opoffering van productiemiddelen.
 De opoffering van de productiemiddelen moet doelmatig zijn.

Directe kosten: Er is een oorzakelijk verband tussen het ontstaan van het product en de kosten hiervan. Als een
onderneming maar 1 product maakt, zijn alle kosten directe kosten.
Indirecte kosten: Er is geen oorzakelijke verband tussen het ontstaan van het product en de kosten hiervan.
Eng kostenbegrip: Kosten zijn aan perioden, producten enzovoort toegerekende gelduitgaven in verband met
doelmatig opgeofferde productiemiddelen.

Om de kostprijs van een product te kunnen bepalen, zullen toch de indirecte kosten aan producten moeten
worden toegerekend. Op welke wijze is afhankelijk van de aard van het productieproces!
 Stukproductie: Voortbrenging van producten waarbij de opdrachtgever bepaalt aan welke eisen het
product moet voldoen.
 Seriestukproductie: Het in grote aantallen tegelijk (in serie) voortbrengen van producten die
afgestemd zijn op individuele wensen van de klant.
 Seriemassaproductie: Productie in grote aantallen, waarbij tussen de verschillende series enige
variatie in de producten optreedt.
 Massaproductie: Productie op grote schaal van exact dezelfde producten.
Dit wordt gedaan aan de hand van de volgende vier methoden:

Equivalentiecijfermethode (Seriemassaproductie)
Veel bedrijven concentreren zich op de fabricage van een bepaald product waarvan verschillende varianten
worden gemaakt (seriemassaproductie). Het probleem doet zich nu voor op welke wijze de indirecte kosten
over deze producten moet worden verdeeld, maar de producten lijken zo sterk op elkaar zodat er een verband
tussen de indirecte kosten van de verschillende producten kan worden vastgesteld. Dit wordt gedaan aan de
hand van de equivalentiecijfermethode. (Voorbeeld blz. 219-220)

Opslagmethode
Bij opslagmethode worden de indirecte kosten aan de producten toegerekend door de directe kosten met een
bepaald opslagpercentage te verhogen. Dit kan alleen als er een verband is tussen de omvang van de indirecte
kosten en de omvang van de directe kosten. Het opslagpercentage moet wel regelmatig worden aangepast. De
formule voor het opslagpercentage op basis van de verwachte kosten is:

𝑣𝑒𝑟𝑤𝑎𝑐ℎ𝑡𝑒 𝑖𝑛𝑑𝑖𝑟𝑒𝑐𝑡𝑒 𝑘𝑜𝑠𝑡𝑒𝑛
𝑥 100 = 𝑜𝑝𝑠𝑙𝑎𝑔𝑝𝑒𝑟𝑐𝑒𝑛𝑡𝑎𝑔𝑒
𝑣𝑒𝑟𝑤𝑎𝑐ℎ𝑡𝑒 𝑑𝑖𝑟𝑒𝑐𝑡𝑒 𝑘𝑜𝑠𝑡𝑒𝑛

Als er slechts één opslagpercentage gebruikt wordt om de indirecte kosten door te berekenen spreekt men van
primitieve of enkelvoudige opslagmethode. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat er een verband bestaat tussen de
indirecte kosten en de kosten van directe arbeid. In dat geval wordt het opslagpercentage bepaald door de
indirecte kosten te delen door de kosten van de directe arbeid. (Voorbeeld blz. 221)
Als men twee of meer opslagpercentages gebruikt, wordt dit de verfijnde of meervoudige opslagmethode
genoemd. De indirecte en directe kosten worden hierbij in verschillende groepen onderverdeeld. (Voorbeeld
blz. 222)

Kostenplaatsmethode (productiecentramethode)
Een verzameling van indirecte kosten die met de uitoefening van een bepaalde functie in de onderneming
samenvalt noemt men een kostenplaats. De kostenplaatsen worden onderscheiden in hulp- en
hoofdkostenplaatsen:
 Hulpkostenplaasten zijn kostenplaatsen die bezigheden verrichten voor andere kostenplaatsen. Deze
kunnen onderverdeeld worden in onzelfstandige en zelfstandige hulpkostenplaatsen. Een
onzelfstandige hulpkostenplaats is geen feitelijk aanwijsbare afdeling in het bedrijf (voorbeelden:
kostenplaats Sociale lasten en de kostenplaats Energie). Een zelfstandige kostenplaats is een
kostenplaats die samenvalt met een feitelijke afdeling in de onderneming. (voorbeeld kostenplaats
Administratie)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller silkestoffelen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$3.23  4x  sold
  • (1)
  Add to cart