Henslin 6
Sociale ongelijkheid = de ongelijke verdeling van welvaart, inkomen, macht en kansen.
Sociale klasse = een grote groep mensen die ongeveer hetzelfde inkomen, dezelfde
opleiding en werkaanzien hebben.
Economische problemen in de VS:
Pieken en dalen in de economie (sociale institutie die goederen en diensten
produceert en distribueert. Pieken en dalen zijn af te lezen aan de baangarantie.
Stagnerende inkomens door inflatie. Het reële inkomen (het vastgestelde inkomen
vóór de inflatie) daalt.
Staatsschuld: het bedrag dat de overheid verschuldigd is
Drie soorten armoede:
Biologische armoede: verwijst naar ondervoeding en honger, maar ook naar het
gebrek aan onderdak en kleding.
Relatieve armoede: verwijst naar het vergelijken van de levensstandaard van
mensen, met als conclusie dat anderen beter of slechter bedeeld zijn.
Officiële armoede: verwijst naar het leven onder de officiële armoedegrens, als je
volgens de wet recht hebt op een uitkering.
Armoede als sociaal probleem: als armoede een groot aantal mensen betreft, maar er zijn
maar een paar mensen die zich er zorgen over maken, is het geen sociaal probleem. Aan de
andere kant: als armoede geen veelvoorkomende zaak is, maar er zijn wel veel mensen die
zich erover opwinden, is armoede een sociaal probleem.
Onderzoek naar armoede is noodzakelijk, omdat de definitie van armoede bepaald welk
beleid er gevoerd wordt; wie er hulp krijgt en wie niet. Ook speelt armoede een rol bij het
ontstaan van andere problemen als prostitutie, verkrachting, moord, alcoholisme en andere
vormen van drugsmisbruik.
Structurele ongelijkheid = de ongelijkheid die is ingebouwd in onze sociale instellingen, zoals
dat de één een hoger loon heeft dan de ander of dat er werklozen zullen zijn als er 10
mensen en 7 banen zijn. Structurele ongelijkheid leidt tot ongelijkheid in inkomen.
Indicatoren om financiele ongelijkheid te meten:
Inkomen: de stroom van geld die mensen ontvangen van hun werk en investeringen.
Welvaart: het bezit, spaargeld, investeringen en economische activa.
Gevolgen van armoede:
Huisvesting en hypotheken: ondermaats (huur)huis en schulden
Scholing: openbare scholen worden gefinancierd door vermogensbelasting en
doordat het vermogen in armere gebieden lager ligt, hebben de scholen automatisch
een lager budget. Bovendien, hoe hoger het inkomen van de familie, hoe groter de
kans dat iemand de universiteit afrondt. Het gevolg daarvan is dan weer dat kinderen
uit armoedige gezinnen later zelf ook niet veel gaan verdienen. Ook is het type school
van belang, want arme kinderen gaan niet naar een private school met hoogwaardig
onderwijs.
Banen: er zijn niet veel kansen voor de armen en als ze al werk hebben, is dat vaak
sporadisch. Niet weten of je volgende week nog een baan hebt en brood op de plank
kunt brengen geeft een hoop stress.
Strafrecht: armen zijn vaker schuldig aan criminele activiteiten. Vaak begaan ze
misdaden die niet altijd even zichtbaar zijn. Maar als ze dan toch gearresteerd
worden, hebben ze vaak niet genoeg geld voor een advocaat en komen ze in de
gevangenis.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller aswwatkunjeermee. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.