HC 1 HET BRITSE RIJK (1585-1900)
1.1 Brits kolonialisme in Amerika
De Engelsen wouden naar Spaans voorbeeld ook koloniën. Eind 16e eeuw beginnen de
Engelsen Noord-Amerika te verkennen en stichten hier een kolonie. Na de aanval van de
‘onoverwinnelijke armada’ raakt Engeland de kolonie kwijt.
De reformatie zorgde voor een splitsing van de kerk. De calvinistische Pelgrim Fathers
ontvluchten Engeland omdat ze hier vervolgd werden. Ze vluchten naar Leiden, maar vinden
het hier te vrij. Daarom vertrok een deel van de groep naar Amerika. Andere redenen dat
Engelsen naar Amerika vertrokken was vanwege landbouwgrond, handel, werkgelegenheid
en de vondst van goud en zilver. Er wordt gehandeld met de Indianen. Amerika was
gemakkelijk te veroveren, dankzij:
- Indianen stierven aan Europese ziektes
- Engelsen hadden betere wapens
- Engelsen sloten bondgenootschappen met groepen Indianen
De koloniën in het noorden waren vestigingskoloniën. Ze leefden hier van de nijverheid,
handel en landbouw. Ze hadden hier slaven voor het huishouden.
De koloniën in het zuiden waren plantagekoloniën. Hier
werd op grote schaal luxeproducten verbouwt.
Afrikaanse slaven waren gedwongen hier te werken. In
het Caraïbisch gebied, bijvoorbeeld Jamaica en
Barbados, waren ook plantagekoloniën. Vanaf 1762
kreeg de RAC het monopolie op de Engelse handel in
West-Afrika.
Driehoekshandel
Vanaf eind 18e eeuw kwam het abolitionisme op. Dit werd geïnspireerd door de verlichting
en het Christendom. In 1807 werd de slavenhandel in het Britse rijk verboden. Hierna gaan
Barbados en Jamaica neer. In 1833 komt er een verbod op slavernij in het Britse rijk.
De verlichting slaat ook over naar Amerika. De Amerikanen voelden zich niet meer Engels. Ze
waren ook boos omdat ze geen inspraak hadden en hoge belastingen moesten betalen: NO
taxation without representation. In 1770 vond het bloedbad van Boston plaats en in 1773 de
Boston Tea Party. In 1776 roepen de Amerikanen de onafhankelijkheid uit en vanaf 1783
ontstaat dan de VS. Het werd een federale staat.
1.2 Brits kolonialisme in India
De EIC krijgt langzamerhand de macht in India. Ze krijgen het monopolie op de Britse handel
met India. Vanaf de 17e eeuw heeft de EIC factorijen in India. Er waren toen nog
mogolvorsten aan de macht. Vanaf de 18e eeuw valt het mogolrijk uiteen en de EIC gebruikt
dit om hun macht uit te breiden. In 1765 wordt het verdrag van Allahabad afgesloten. Hierin
word afgesproken dat de EIC belasting mag heffen.
, De Royal Navy en het Brits-Indische leger helpen de EIC. Ze hielpen met het behouden van
het rijk en het afdwingen en beschermen van de handel. De Britten wijzen veel Indiase
religieuze en sociale gebruiken af. In 1857 groeit een opstand van soldaten uit tot een
algehele opstand. Deze opstand ontstond omdat de Britten hun kogels gingen invetten met
dierlijk vet, wat tegen de geloven van de Indiase bevolking in ging. Na deze opstand komt
India onder direct gezag van de Britse regering te staan.
De kolonie zorgde voor grondstoffen voor de Britse industrie. Ook was het een belangrijke
afzetmarkt. Hierdoor gaat de Indiase huisnijverheid achteruit en ontstaat er faillissement en
hongersnood. Via spoorwegen werd de Britse invloed uitgebreid. Dankzij het Suezkanaal
waren er snelle verbindingen tussen India en Engeland.
De Britten voelden zich superieur aan de Indiërs en vonden dat ze het Indische volk moesten
beschaven -> White mans burden. Kinderen van de Indiase elite genoten steeds vaker
onderwijs in Europa. Nadat ze zagen hoe er daaraantoe ging, richtten ze het Indian National
Congres op in 1885. Zij streven naar meer gelijkheid in het bestuur en uiteindelijk de
onafhankelijk.
1.3 Werkplaats van de wereld
Vanaf 1750 ontstaat de wetenschappelijke revolutie. Koloniën waren belangrijk voor
grondstoffen en als afzetmarkt. De Britse bevolking groeit dankzij een hoge voedselproductie
door verbeteringen in de landbouw en door een daling van het sterftecijfer door betere
ziektebestrijding. De gevolgen hiervan zijn een toename van de vraag naar goederen en
goedkope arbeidskrachten.
De landbouw stedelijke samenleving van Engeland wordt een industriële samenleving. De
industrie was afhankelijk van het buitenland. Ondernemers streefden naar een liberale
markteconomie en een kleine rol van de overheid. De industrialisatie leidt tot de vorming
van sociale klassen.
In 1832 werd de Reform Bill aangenomen. Hierdoor werd het kiesrecht hervormd. Door de
industriële revolutie waren er grote industriesteden ontstaan met veel inwoners. Het district
van deze grote steden had evenveel te zeggen als die van het platteland. Dit was dus niet
eerlijk en dit werd veranderd door de Reform Bill. De fabrieksarbeiders leefden in kleine,
onhygiënische huizen en deden gevaarlijk en zwaar werk. In 1833 werden de Factory Acts
ingevoerd. Er kwamen veiligere werkomstandigheden en kortere werktijden voor vrouwen
en kinderen. Robert Owen was een socialistische fabriekseigenaar.
Londen groeit in de 19e eeuw uit tot het financiële centrum van de wereld. In 1851 is de
Great Exhibition in Londen. Deze laat zien dat Londen de werkplaats van de wereld is. Vanaf
1870 krijgt de Britse industrie te maken met groeiende concurrentie. Rond 1900 zijn de
Britten heersend over 25% van de wereld.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jacoba1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.58. You're not tied to anything after your purchase.