Samenvatting van het OPO 'Complexe opvoedingssituaties 1', hierin worden alle hoorcolleges aangevuld met notities vanuit de les. Hiermee behaalde ik 13/20 in eerste zit.
1.1.1 PEDAGOGISCHE ANALYTISCHE MODELLEN
Brengen factoren die opvoeding beïnvloeden in kaart
Helpen informatie ordenen
Helpen pedagogische situatie begrijpen
1.1.1.1 SOCIAAL CONTEXTUEEL PROCESMODEL VAN BELSKY
1.1.1.2 BALANSMODEL VAN BAKKER
1.1.1.3 ORTHOPEDAGOGISCH HANDELINGSMODEL VAN HELLINCKX
Er zijn 4 pedagogische analytische modellen:
- Sociaal contextueel procesmodel van Belsky
- Balansmodel van bakker
- Orthopedagogisch handelingsmodel van Hellinckx
- ICF-kader
1
, Een samenvattend model:
- Analytische kaart van SRW
1.1.1.4 ICF-KADER
= International Classification of Functioning, Disability and Health (WHO)
- Omschrijven, classificeren, ontleden
- Functioneren van alle mensen
- Standaardtaal en schema
- Communicatie
- Genuanceerd situatie in kaart brengen voor een persoon
Voordelen
- Het gaat om het functioneren van alle mensen
- Schema is duidelijk
- Terminologie is neutraal
- Je kunt belemmerende en bevorderende factoren in kaart brengen
- Bestaat uit individuele en sociale elementen
- Oplossingen kun je verzinnen obv de andere invalshoek
Nadelen
- De betrouwbaarheid en de validiteit vallen tegen als je deze gaat gebruiken als concreet
meetinstrument
3 invalshoeken
1. De mens als organisme (bio)
2. Menselijk handelen (psycho)
3. Participatie (sociaal)
1.1.1.4.1 DE MENS ALS ORGANISME
Functies vb. oor, hersenen, spieren
Anatomische eigenschappen vb. oor, hersenen spieren
We hebben een aantal onderdelen in ons lichaam waarbij we de vraag kunnen stellen: ‘zitten die in ons
lichaam?’, ‘hebben die de juiste vorm?’, ‘hebben die de juiste plaats?’ = anatomie
- Onderdelen van het lichaam
- Stoornissen
- Bio-medische interventies
• Functies en anatomische eigenschappen
Vb. cochleair implantaat, cerebral visual impairment (cvi): visuele beperking alhoewel er niets mis is met de
ogen, je gaat het oog analyseren terwijl het probleem in de hersenen zit
, • Activiteiten
o Leren en kennis gebruiken
o Taken en eisen (vb. tandenpoetsen)
o Communicatie
o Mobiliteit (vb. aanleren wandelen met blindgeleide hond)
o Zelfzorg
o Huiselijk leven (vb. huis op maat voor iemand met dwerggroei)
o Socio-emotioneel welbevinden
o Gedrag
o Sociale relaties
Vb. ‘trainen van sociaalcommunicatieve vaardigheden bij kinderen met autismespectrumstoornis. Handleiding
voor ouders’
1.1.1.4.3 PARTICIPATIE
- wisselwerking tussen persoon en omgeving
- participatieproblemen (vb. ontoegankelijkheid v/e gebouw)
- aanpassing; diensten en maatschappelijke structuren
• participatie
situeert zich op meso en macro niveau
vb. ‘beleidsparticipatie door personen met een handicap?’
als je de 3 invalshoeken samenlegt kun je het functioneren van een mens bepalen
1.1.1.4.3.1 EENRICHTINGSVERKEER OF WI SSELWERKING?
Functies en anatomische eigenschappen <-> activiteiten <-> participatie
1.1.1.4.3.2 BEÏNVLOEDENDE FACTOREN
Beïnvloedende factoren:
Er zijn 3 beïnvloedende factoren
Vb. je hebt aandoening trisomie 21, hoe
beïnvloedt dit het functioneren van die
persoon?
De verhouding tot elkaar: wisselwerking = wederzijdse beïnvloeding, alles is met elkaar verbonden
3
, Op de oranje vakken kun je als JP invloed hebben
1.1.1.4.3.3 BEDENKINGEN BIJ WERKEN MET ANALYTISCHE MODELLEN
elk model is een vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid!
- door met een bepaald model te werken, worden sommige factoren OVERbelicht en andere factoren
ONDERbelicht of niet belicht!
- gebruik van een bepaald model is een keuze (niet altijd even rationele criteria bij keuze : gekend,
hypes!)
- de analytische kaart van SRW is geen model. Het is een synthese van bestaande modellen. Deze
kaart is -in tegenstelling tot de andere modellen- niet het resultaat van wetenschappelijk onderzoek.
- de kracht van modellen zit in de kracht van de gebruiker ervan! Zoom in en uit! Combineer!
1.1.2 PEDAGOGISCHE HANDELINGSMODELLEN
Brengen pedagogische vaardigheden in kaart
Geven richting aan handelen in pedagogische situatie
1.1.2.1 OPVOEDINGSVAARDIGHEDEN PATTERSON (1981)
Positieve betrokkenheid: er zijn, interesse tonen, spreken met je kind…een aanvaardende, niet-oordelende
houding aannemen
Positieve bekrachtiging: opmerken, aanmoedigen en belonen van gewenst gedrag (hoe klein ook)
Toezicht/overzicht houden: goed overzicht houden over het gedrag heeft te maken met vier grote W’s:
- met Wie is de adolescent weg?
- Wat wordt er gedaan?
- Waar heeft het plaats?
- Wanneer zijn vertrek en aankomst gepland?
Disciplineren
- Het juist natrekken en benoemen van ongewenst gedrag
- Het negeren van onbelangrijk ongewenst gedrag
- Het gebruik van negatieve gevolgen na ongewenst gedrag
Interpersoonlijke probleemoplossing: gezamenlijk oplossen van dagdagelijkse problemen en conflicten die op
het niveau van de leefgroep aangepakt kunnen worden
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller RuttenJ. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.55. You're not tied to anything after your purchase.