100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting - hoofdstuk 1 $3.75   Add to cart

Summary

Samenvatting - hoofdstuk 1

 91 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit is een uitgebreide samenvatting van hoofdstuk 1 van het boek dat wordt gebruikt bij het vak ‘algemene psychologie’. Samenvatting van alle hoofdstukken komt nog online.

Preview 5 out of 13  pages

  • May 5, 2023
  • 13
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 1: wat is psychologie?
EEN DEFINITIE VAN PSYCHOLOGIE

Psychologen willen menselijk gedrag begrijpen -> gedrag op systematische manier observeren en kijken hoe het
wordt beïnvloed door de omgeving
- Dus: theorieën opstellen over interne, onzichtbare processen en motieven die aan de grondslag liggen


Psychologie = een wetenschap waarbij het gedrag bestudeerd wordt en waarbij die gedragsevidentie gebruikt wordt
om de interne processen te begrijpen die aan dat gedrag ten grondslag liggen
Observeerbaar: is relatief -> op het enen moment kan je iets niet waarnemen, op een ander moment wel dmv
betere technieken en methoden

Psychologie is een oud onderwerp -> al lang zoeken naar hoe hen geest werkt en gedrag wordt bepaald

ONTWIKKELINGEN DIE DE PSYCHOLOGIE MOGELIJK GEMAAKT HEBBEN

REDE, INTUÏTIE EN GELOOF
FILSOFEN IN HET OUDE GRIEKEN
Eerst invloedrijke geschriften door Plato en Aristoteles (stelde vragen over de plaats van de mens in het universum)

Plato:
Onderscheid maken tussen de ware, onzichtbare wereld van onveranderlijke, ideale vormen en de zichtbare
veranderlijke wereld rondom ons, die een onvolmaakte afspiegeling is van de were wereld
- Observatie was minder belangrijk
- Wiskunde : dichtst bij ideale wereld, omwille van De grot van Plato
onveranderlijke getallen

Aristoteles:
Meer belang hechten aan observatie
Echte kennis: men moest uitgaan van axioma’s
Wiskunde en meetkunde waren van belang

DE KERK
Vertaalde de geschriften van Plato en Aristoteles naar de kerkelijke leer
God = de waarheid

DE WETENSCHAPPELIJKE REVOLUTIE
EEN NIEUWE MANIER VAN DENKEN
16de-17de eeuw: kennis is gebaseerd op systematische observatie en actief in grijpen in de wereld
= wetenschappelijke revolutie
o Factoren van ontstaan:
 Verminderde macht van de rooms-katholieke Kerk
 Herwaardering van handel en handenarbeid
 Uitvinding van de boekdrukkunst
 Ontdekkingsreizen en de confrontatie van de westerse wereld met Islamitische en Chinese
beschavingen
 Universiteiten die ontstaan
 Een periode van relatieve welvaart


DE COPERNICAANSE REVOLUTIE
Belangrijke gebeurtenis: kalender bleek niet meer te kloppen Eind van 15e eeuw ging met 11
dagen overslaan

,  Axioma ter discussie: de aarde als centrum van het universum

Nicolaus Copernicus: “bewegingen van heelal valt beter te begrijpen als men er van uit gaat dat niet alle
hemellichamen rond de aarde draai” = de copernicaanse revolutie
 Gesteund en onderbouwd door Galileo Galilei en Isaac Newton

NIEUWE KENNIS KOMT VOORT UIT OBSERVATI EN EXPERIMENTEN, NIET UIT BESTUDERE VAN OUDE MEESTERS
Meer kennis te verzamelen door nauwkeurige observatie dan het lezen en becommentariëren van anderen

Actief observeren: actief ingrijpen op fenomenen, door te experimenten en de gevolgen van dergelijke
experimenten te bestuderen

DE GROEIENDE MACHT VAN DE WETENSCHAPPEN EN HET ONTSTAAN VAN TWEE CULTUREN
WETENSCHAP EN MACHT
Geen invloed van Kerk meer -> wetenschappelijke ontwikkelingen ging vlotter -> groeiende prestige van de nieuwe
wetenschappen

DE TWEE CULTUREN
Snow: twee culturen met spanningen
- De klassieke, humanistische cultuur
- De nieuw, natuurwetenschappelijke cultuur
 Hadden geen contact met elkaar


DE TOEPASSING VAN DE WETENSCHAPPELIJKE METHODE OP HET MENSELIJKE FUNCTIONEREN
Men ging de mogelijkheden en beperkingen van de menselijke waarnemeingen in vraag stellen

DE PERSOONLIJKE FOUT
In astronomie: de tijden notierne van wanneer een ster over een lijn gaat -> kon bij verschillende assistenten (0,5
seconde trager of sneller)
- Men had soms meer tijd nodig om informatie te verwerken
- = persoonlijke fout
Mentale chronometrie = een
DE SNELHEID VAN INFORMATIETRANSMISSIE IN DE ZENUWEN techniek waarbij men de
Hermann von Helmholtz: meten de snelheid van zenuwimpulsen in de psychologische processen in
zenuwvezels informatieverwerking probeert
Meeste de snelheid van informatieverwerking bij een kikker -> 30 meter/seconde te achterhalen door te kijken
naar de tijd die mensen nodig
HET ONDERZOEK VAN DONDERS hebben om allerhande taken
Franciscus Cornelis Donders breide het onderzoek van Helmholtz uit tot de mens uit te voeren

Conditie 1: Ki ki ki -> A-reactie Maar 1 klank en 1 antwoordknop > je moet dus niet discrimineren of een
antwoord kiezen

Conditie 2: Ka ke ki -> B-reactie 3 klanken en 3 antwoordknoppen -> duurde langer want je moet
discrimineren en een antwoord kiezen

Conditie 3: Ka ke ki -> C-reactie Je moet enkel reageren op ki -> 1 knop en 1 klank, maar je moet
discrimineren, geen keuze maken

 Discrimineren: 46 m/s
 Keuze maken: 42 m/s

, DE EVOLUTIETHEORIE
Praktijk: gebruikt worden in verkeer, Holland voor we rood van oranje onderscheiden?
Door Charles Darwin
= aanpassingsproces, waarbij men zich gaat aanpassen aan de omgeving om de overlevingskansen te vergroten
 Strubbel for life & survival of the fittest

Peter en Rosemary Grant: gingen vinkenpopulatie gaan onderzoek
- Droogte: kleine vinken gaan sterven omdat ze minder aan eten
geraken -> volgende gereactiveerd was 4% groter

Boek: On the Origin of Species (Darwin)
 Zorgde voor doorbraak evolutietheorie
 Zorgde voor het opperen dat de mens misschien is geëvolueerd uit voorouders


HET ONTSTAAN VAN DE PSYCHOLOGIE

ONTWIKKELINGEN BINNEN DE FILOSOFIE
Filosofen gaan in 15de-16de eeuw kritischer denken en niet steeds kaders van anderen gaan bestuderen en
becommentariëren -> wetenschappelijke revolutie

DESCARTES: DUALISME, RATIONAISME, NATIVISME EN EEN MECHANISCHE KIJK OP DE WERELD
René Descartes: ging uit van 3 principes: dualisme, rationalisme en nativisme
- Dualisme: = de overtuiging dat mensen uit twee onafhankelijke leemten bestaan, namelijk lichaam en
geest
o Geest: heeft vrije wil en vormt de kern van het menselijke denken
o Lichaam: omhulsel van de geest en heeft er dus geen invloed op

Dualisme sloot aan bij visie van Plato en de katholieke Kerk

- Rationalisme: kennis is gebaseerd op de rede
- Nativisme: = de overtuiging dat de mens aangeboren kennis heeft

Een vierde afzonderlijke principe van Descartes: het universum vormde eenmachine die wiskundig
beschreven kon worden -> menselijk lichaam was dus onderworpen aan de natuurwetten


EMPIRISME IN PLAATS VAN RATIONALISME
Onvrede met nativisme en rationalisme -> tegenbeweging, namelijk het empirisme

Empirisme = de inhoud van de geest wordt niet gevormd door aangeboren ideeën en afgeleide inzichten, maar wel
via zintuiglijke ervaringen die met elkaar geassocieerd worden
- Grondlegger: John Locke
o “alle menselijke kennis komt voort uit ervaringen met externe, voelbare voorwerpen en vanuit
aangeboren ideeën”
o Associaties van ideeën : kennis komt tot stand door combinaties van eenvoudigere ideeën

PSYHCOLOGIE WORDT EEN BELANGRIJK THEMA BINNEN DE FILOSOFIE
Psychologie groeide uit tot een belangrijk onderzoeksonderwerp binnen de filosofie

, PSYCHOLOGIE ALS NIEUWE WETENSCHAP


Psychologie was voornamelijk eerst in Europa, dan ging het zwaartepunt naar VS

Aantal kerngebeurtenissen: zie hieronder

WUNDT EN HET EERSTE LABORATORIUM VOOR PSYCHOLOGIE
Wilhelm Wundt: richtte in 1879 aan de universiteit van Leipzig het eerste psychologische laboratorium op
= startpunt van de wetenschappelijke psychologie
 Veel invloed op tijdgenoten:
o Publicaties
o Vele personen die tijd doorbrachten in laboratorium

Publiceerde boek: ‘Grundzüge der physiologischen Psychologie’
- Wetenschappelijke psychologie = een alliantie tussen enerzijds de fysiologie die ons informeert over de
levensfenomenen die we met onze zintuigen kunnen waarnemen en anderzijds de psychologie waarbij de
persoon van binnenuit naar zichzelf kijkt
o Deel 1: fysiologische psychologie -> taak: levensprocessen onderzoeken die het midden hielde
tussen de externe en interne ervaringen
o Deel 2: wijst op introspectie

Introspectie heeft 2 delen:
- ‘inherente wahrnehmung’: over het eigen psychische functioneren
- ‘Experimentelle selbstbeobachtung’: proefpersoon in een gestandaardiseerde
situatie geplaatst worden
= enige toelaatbare vorm van introspect (Wundt)

Werd gezien als ‘structuralist’:
 structuralisme = op basis van introspectie de structuur van het bewustzijn probeerde te ontdekken

BINET EN DE GEBOORTE VAN DE TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE
Alfred Binet en Théodore Simon: ontwikkelde de intelligentietest
- context: verplichting van onderwijs in Frankrijk -> kijken aan de hand van een test of kinderen een
achterstand hadden en of deze kon geholpen worden door extra onderwijs
- Verschillende pogingen: schedelomtrek + registreren van de prestaties op eenvoudige
waarnemeningsproeven -> komen niet overeen met visie van leerkrachten
- Uiteindelijk: men moest een gedicht lezen en onthouden -> moest het later opnieuw schrijven -> bleek
overeen te komen met visie van leerkrachten
 Men ging op zoek naar nog andere vergelijkbare taken om de intelligentietest verder op uit te
bouwen

DE VERTALING NAAR DE AMERIKAANSE CONTEXT: FUNCTIONALSME
VS had vlug een dominante positie in de psychologie

Eerste stroming: functionalisme: meer interesse in de toegepaste psychologie
- William James: ‘The Principles of Psychology’
o Mentale processen = stream of consciousness
Succes van de psychologie was afhankelijk
= voortdurend veranderdende stroom van
van de mate waarin de psychologie
gedachten en gevoelens
praktische oplossingen kon bieden

, BEHAVIORISME: HOE KUNNEN WE DE PSYCHOLOGIE NOG WETENSCHAPPELIJK MAKEN?
John Watson: ‘Psychology as the behaviorist views it’ -> psychologie zal nooit een echte wetenschap worden als ze
zich met het bewustzijn bleef bezighouden
 Behaviorisme = enkel observeerbaar, meetbaar gedrag het onderwerp kan
vormen van psychologisch onderzoek en theorievorming Geen sprake van introspectie

- Watson werd geïnspireerd door het positivisme
o Positivisme = de natuurwetenschappen is de meest succesvolle manier geworden om de wereld
te begrijpen en kennis te genereren
o Men nam 3 ideeën over van de positivisten:
 Theorieën moeten gebaseerd worden op directe observaties en hierbij gebruik maken van
operationele definitie
 Onderscheid maken tussen onafhankelijke en Operationele definitie = meetprocessen en
afhankelijke variabelen -> gaat hier over begrippen zo concreet mogelijk benoemen
stimulus en respons (behaviorisme = S-R-
Operationele definitie <-> gewone definitie:
psychologie)
Honger bij een gewone definitie kan op
 Beschrijven van de precieze relatie tussen
verschillende manieren geïnterpreteerd
de onafhankelijke en afhankelijke
worden, bij operationele definitie zal men er
variabelen
‘een aantal uur dat men geen eten heeft
gekregen’ op kleven
FREUD EN HET HERMENEUTISCHE ALTERNATIEF
Psychoanalyse = het bewustzijn en het gedrag slechts zeer
oppervlakkige fenomenen + ligt de ware oorsprong van het ontstaan van persoonlijkheidsverschillen en mentale
stoornissen bij onbewuste krachten
- Grondlegger: Sigmund Freud
- Helpen: elementen uit het onderbewuste halen en in het bewuste brengen om er op een rationele manier
mee om te gaan
- Onderzoeksmethode sluit aan bij traditionele filosofische cultuur = hermeneutiek

Wilhelm Dilthey: onderscheid maken tussen natuurwetenschappen en geesteswetenschappen:
- Natuurwetenschappen: streven naar algemeen geldende wiskundige wetten op basis van een beperkt
aantal observaties
- Geesteswetenschappen: streven naar het volledige begrijpen van fenomenen binnen de volledige
historische en socioculturele context

Visies van Freud en Dilthey waren niet populair
- Door spanningsveld tussen wetenschappelijke en hermeneutische psychologie
o MAAR: eensgezindheid over: menselijke intuïties en spontane inzichten zijn niet voldoende om
een goede psycholoog te zijn

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller febevandamme. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.75
  • (0)
  Add to cart