Deze samenvatting is gemaakt op basis van de cursus van 2023 en de bijhorende slides. Je zal merken dat deze samenvatting net iets ruimer is bij bepaalde situaties, maar dit zorgt ervoor dat het ook duidelijker wordt.
In de samenvatting zijn er ook namen die een bepaalde kleur hebben. Deze kleur i...
De socialisten
HET ONTSTAAN VAN DE BELGISCHE WERKLIEDENPARTIJ
Na verschillende mislukte pogingen -> 1885: oprichting van de Belgische Werkliedenpartij (BWP)
Eisen van BWP:
- Invoering algemeen stemrecht
- Scheiding Kerk en Staat
- Invoering van verplicht en gratis neutraal onderwijs
- Afschaffing van de kinderarbeid benenden 12 jaar
- Invoering van een stelsel van Sociale Zekerheid
- Invoering van progressieve inkomensbelasting
Stakingen in 1886-1887: BWP was tegen de (algemene) staking en sloot Defuisseaux uit
➢ Mislukte stakingen -> stijgende behoefte aan
sterke organisatie -> Defuisseaux en Waalse Waalse dissidenten -> groepeerden zich in
tegenhanger sloten aan bij BWP de Parti Socialiste Républicain (1887) olv
• MAAR: ontstaan van zware druk tussen: algemene Defuisseaux (was voor algemene staking)
staking om eisen in te lossen vs via politieke manieren
de eisen inlossen
MAAR: op congres van 1893: de algemene
staking zou beginnen wanneer men in de Kamer
het Algemeen Stemrecht verwerpt -> staking
start op 12 april 1893
Verkiezingen van 1894: Charter van Quaregnon
- Resultaat: groot succes voor BWP
- Opmerkelijk: BWP-parlementsleden in Wallonië verkozen -> zwaartepunt van partij ligt in het zuiden
HET CHARTER VAN QUAREGNON: DE IDEOLOGISCHE LIJN
Er stond geen “socialisme” in de naam van de partij -> ideologische onduidelijkheid -> genoodzaakt om een
programma uit te werken: het Charter van Quaregnon (1894)
Waarom ontstond het charter pas 10 jaar na de oprichting?:
➢ In 1894 waren het de eerste verkiezingen met het algemeen meervoudig stemrecht, waardoor het aantal
kiezers toenam en de ideologie dus duidelijk moest weergegeven worden
➢ Onderscheiden van de liberalen (want ze hadden dezelfde visie) -> zich gaan profileren / distantiëren van de
progressieve liberalen
PRAGMATISME WORDT HET LEIDMOTIEF
Na de verkiezingen van 1894 geen echte vooruitgang meer
1913: staking -> vage toezegging van de regering – De Brocqueville
➢ Augustus 1914: benoeming van E Vandervelde tot minister van staat -> leveren van langverwachte erkenning
o Volledige integratie was mogelijk
, DE IMPACT VAN DE ZUILORGANISATIES
3 steunpilaren:
SYNDICATEN
Men ging de syndicaten gaan centraliseren -> onderbrengen in nationale organisaties
= elke lokale groep is afdeling van een groot geheel, onderworpen aan een centrale leiding
1898: oprichting van Syndicale Kommissie (doel: vakbeweging gaan coördineren)
Syndicalisatiegraad: grote uitbreiding, maar met periodieke terugvallen
➢ Vb: heel wat arbeiders trokken zicht terug wegens de lakse houding van de leiding ten opzichte van de
staking
COÖPERATIEVE BEWEGING
Vb: de Vooruit (1880) in Gent olv Anseele
= model voor de andere socialistische coöperatieven
MUTUALITEITEN
19e eeuw: vervullen een belangrijk rol in arbeidersstrijd (want is enigste toegelaten arbeidsorganisatie)
1898: eerste poging tot centralisatie: 19 verenigen werden samen gesmolten in de Bond Moyson & sloten bij BWP
aan
1912: oprichting Nationaal Verbond van Socialitische Mutualiteiten
DE BWP IN DE REGERING
Bij het uitbreken van Wereldoorlog I -> 2 mogelijkheden:
1) Internationale arbeidssolidariteit (de arbeiders over de verschillende landen gaan verenigen)
2) Nationale solidariteit (de Belgische noden voorop stellen door samen te werken met andereklassen)
o Men koos voor deze optie: BWP besloot om oorlogsdreigingen goed te keuren en oproep te doen
om de achterban van het land te verdedigen
➢ Zorgt voor de overgang van de klassenpartij naar een nationale partij
Belangrijke rol van BWP:
- Regering – De Brocqueville: stelde Emile Vandervelde aan als minister van Staat
- In 1916: Vandervelde: minister zonder portefeuille -> medeverantwoordelijk voor algemeen beleid
- In 1917: Vandervelde: minister van Bevoorrading
- Nationaal Hulp- en Voedingscomité: BWP speelde een belangrijke rol
Overtuigen van katholieken en liberalen van loyaliteit van de socialisten
In mei 1918: formuleren van eisenplatform: Bleef ook na de wereldoorlog trouw aan de
- Algemeen enkelvoudig stemrecht vanaf 21 jaar godsvrede-regering, tot 1921
- Afschaffing van artikel 310 van het Strafwetboek dat het
stakingsrecht beknotte Linkervleugel van de partij, dat niet aan
- Vertegenwoordiging van de BWP in de wederopbouw van het land de regering wou deelnemen, verliet de
o Maw: deelname aan regering: zorgde voor tegenstanders partij en richte de Belgische
binnen de partij (men had een andere visie over de Kommunistische Partij op in 1921
regeringsdeelname)
Verkiezingen van 1919:
Resultaat: socialisten als grote winnaars (vooral in Wallonië + overmacht in Vlaanderen blijft bij katholieken)
➢ Belangrijke ministersposten:
o Joseph Wauters: minister van Arbeid en Ravitaillering: 8-
Paritaire comités
uren werkdag + 48-uren werkweek + werkgevers en
➢ statuut van de arbeiders, de
werknemers aan onderhandelingstafel (zorgt voor ontstaan
collectieve
van paritaire comités)
arbeidsovereenkomsten en
o Emile Vandervelde: minister van Justitie: de alcoholslot +
de minimumloon
afschaffing van het artikel 310
➢ In 1968: erkend
,Verkiezingen in 1921:
Resultaat: geen succes voor de socialisten
Reactie van socialisten: men had geen eensgezindheid over de reactie
Parlementsverkiezingen van 1925:
- In het teken van slechter geworden economische toestand
- Resultaat: ondanks vaag programma, had men evenveel stemmen als katholieken (=overwinning)
- Regering – Poullet – Vandervelde
o 2 prioriteiten:
➢ De sanering van de openbare financiën door middel van hogere directe belastingen
➢ De stabilisatie van de Belgische frank
o Maar stabilitsatie zorgde voor weerwerk -> val van de regering
Van 1927 – 1935: socialisten kwam in oppositieperiode Na de val van de regering: socialisten
kwamen weer in regering, maar werd niet
Vanaf 1930: gevoelige verslechtering van de economische situatie met open armen ontvangen
➔ Ontstaan van 2 ideologische kampen:
o Linkervleugel: de algemene staking was het aangewezen middel om de kapitalistische
maatschappij tot een socialistische om te vormen
o Rechtervleugel: het vervangen van de klassenstrijd door een integratiepolitiek met klemtoon op
het nationaal belang
Vandervelde: verwierp beide ideeën -> vroeg aan Hendrik De Man om een alternatief uit te werken
voor de economische crisis
HENDRIK DE MAN EN HET PLAN VAN DE ARBEID
Vandervelde kon Hendrik De Man naar de BWP krijgen -> stelde ‘het Plan van de Arbeid’ op (1933)
- Inrichting van gemengde economie
- De nationale economie die focus moest leggen op algemene belangen
- Staatshervorming en hervorming van het parlementaire regime
➔ Sprak ook niet-socialisten aan
Het Plan van de Arbeid werd goedgekeurd in 1933
Maart 1934: socialistische beweging moest klap incasseren (Belgische Bank van de Arbeid ging failliet ->
socialistische zuil ging wankelen)
Zonder voorafgaande verkiezingen 1935:
Drieledige regering – Van Zeeland
- Programma: (gebaseerd op Planisme, maar structurele luik van Planisme werd niet opgenomen)
o Devaluatie van de frank
o Economische expansie
o Aantal structuurhervormingen in het bankwezen en de economie
- Konden het tij keren, maar was nog niet duidelijk voor de kiezer (te merken in de volgende verkiezingen)
Parlementsverkiezingen 1936:
- Uitslag: gepolariseerd
o winst voor KP, Rex en VNV
o BWP verloor, maar werd wel de grootste partij door het grote verlies van de katholieken
- Ontstaan regering-Van Zeeland II -> socialisten had een grotere invloed
o Prioriteit: zoeken naar een oplossing voor de sociale onrust
o Kwam ten val in november 1937
Na val van regering-Van Zeeland II -> ontstaan van regering-Janson (tot mei 1938)
,Na val van regering-Janson -> ontstaan van regering-Spaak (1938-1939)
- Spaak: was eerste socialistische premier
- Spaak had slechte naam:
o Autoritaire manier van regering leiden
o Spaak wou goedkeuring om een gezant naar Burgos te sturen, maar stond in botsing met
Vandervelde -> zorgde voor interne verdeeldheid
Na val van regering-Spaak: grote verdeeldheid in de BWP waardoor men geen nieuwe formateur kon leveren
Mei 1939: De Man werd partijvoorzitter:
- Had steun van de Vlamingen en van Spaak, niet van de Walen Uiteindelijk werd Pierlot de formateur en
o Dus Achille Delattre werd ondervoorzitter als vormde hij een katholieke – liberale
spreekbuis voor de Walen regering
- Wou partij ideologisch los te koppelen van de klassieke
klassentegenstelling
= partij vertegenwoordigd niet langer één klasse, maar nu wel allen die hun inkomen door middel
van arbeid verwierven
o Partij werd: regeringspartij
o MAAR: is niet doorgegaan omwille van de Tweede Wereldoorlog
- Grote oppositie binnen de partij tegen De Man
o Omwille van standpunten die men innam inzake de buitenlandse politiek
DE SOCIALISTEN TIJDENS DE TWEEDE WERELDOORLOG
De Man: publiceerde een manifest:
- De partij werd ontbonden (omdat voortbestaan geen zin had volgens hem)
- Oproep om zich neer te leggen bij de overwinning van Duitsland
Vanuit vakbewegingen ging met verzetten tegen de bezetter
Tweede helft van 1941: reorganisatie van de partij begon:
- Men zag een federale basis (dus ook in Brussel en Wallonië)
- Ontstaan van partij: Illegale Belgische Socialitische Partij (BSP)
o Partijvoorzitter: Achiel Van Acker
DE PARTIJ LEIDT DE WEDEROPBOUW
Een moeilijke periode in het land:
- Afgebakende naoorlogse strategie
Vs
- Radicale basis in Wallonië (wouden verregaande structuurhervorming bereiken)
Congres van de Overwinning (1945):
- Collectief lidmaatschap -> vervangen door individuele aansluiting
- Overhand van: gematigde vleugel olv Achiel Van Acker
1944: Besluitwet op de Maatschappelijke Zekerheid:
= uitbouw van sociale zekerheid
- Olv Achiel Van Acker
Koningskwestie: socialisten waren tegen
Parlementsverkiezingen van 1949:
- Resultaat: CVP had bijna volstrekte meerderheid, BSP dook onder de 30% -> verlies !
BSP voor 4 jaar naar oppositie
, IN DE BAN VAN DE STRUCTUURHERVORMINGEN
DE WAALSE SOCIALISTEN EISEN STRUCTUURHERVORMINGEN
DE NAOORLOGSE ECONOMISCHE EVOLUTIE
België kwam niet zo beschadigd uit de oorlog -> economie kwam vlug terug op vooroorlogse productiepeil
(=wet van de remmende voorsprong)
Tweede helft van de jaren 50: beginnende tekenen van verval van de Belgische economie
Eind jaren 50: overheidsoptreden in het economisch beleid door een non-interventiepolitiek
- Geen initiatief om de economische expansie te bevorderen of om de snel verouderde economie naar nieuwe
sectoren te heroriënteren
Verplaatsing van het economisch zwaartepunt naar Vlaanderen
DE STRUCTUURHERVORMINGEN EN DE CONGRESSEN VAN 1954 – 1956
Kritiek tegen ‘holdingkapitalisme’
Holdingkapitalisme = het niet aanpassen
Socialistische beweging: “de staat kon een belangrijke spel spelen” -> van de technologie en update met de
de staat kan de rol als beschermer van het algemeen belang innemen moderne technologie
Uitgangspunt van structuurhervorming: probleem rond werkloosheid
1954: Congres: programma van structuurhervorming werd voorgesteld:
- Doelstellingen:
o Volledige werkgelegenheid
o Rechtvaardige verdeling van het nationaal inkomen
o Verbetering van het algemeen levenspeil
➔ Renard eiste hiermee arbeidscontrole
ABVV:
- Polarisatie tussen rechter- en linkervleugel van ABVV
- Botsing met de strategie van de BSP omtrent de schoolstrijd
1959: na vele problemen (staking, mijnramp …) was de interventie Door de vele rampen en stakingen verloor
van de staat noodzakelijk om de economie recht te houden ABVV de controle over haar leden
DE HOUDING VAN DE SOCIALISTISCHE PARTIJ
Parlementsverkiezingen 1954:
- Resultaat: groot succes voor de socialisten Kloof tussen christelijke en socialistische
- Ontstaan regering – Van Acker IV (rood-blauw) (1954-1958) arbeidsbeweging? Om dit te realiseren,
o Antiklerikaal regeringsbeleid dan moest men een sociaal-economisch
o Onderwijs was van belang alternatief aan te bieden aan de kiezers
o Nood aan: politiek met economische planning
➢ Oprichting van Bureau voor Economische
Teleurstellend resultaat van de schoolstrijd
Planning
voor de socialistische beweging
➢ Voldoende groei van het BNP
➢ Rechtvaardige verdeling van het Nationaal
Inkomen
➢ Wou sterke overheidscontrole op de financiële sector -> oprichten van Raad voor Finaciën
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller febevandamme. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.