Antropologie (van het Griekse 'anthrōpos', mens) betekent letterlijk studie of wetenschap van de
mens. Antropologen willen weten hoe mensen overal ter wereld door het aangaan van sociale
relaties op heel verschillende manieren vorm en betekenis geven aan hun leefwerelden
Onze definitie:
Antropologie is de studie van mensen. Het is een vakgebied dat verankerd zit in de troebele wateren
van de geschiedenis van het kijken naar ‘De Ander’, maar het is tegelijk een vakgebied dat zichzelf
sindsdien constant kritisch bevraagt en afzet tegen het duistere verleden van het wetenschappelijke
racisme waar het uit voorkomt.
1.1. Wat is antropologie?
Interesse in ‘De Ander’ is er tijdens de hele wereldgeschiedenis geweest, maar accelereerde vanaf de
2de helft van de 15de eeuw met ontdekkingsreizen en ook kwam, ook kwam er meer interesse in de
ander toen handel en kolonisatie accelereerden, vanaf de late 18de eeuw. Het was de motor om niet
enkel geïnteresseerd te zijn in de ander, maar hem tegelijk te onderdrukken om zo toegang te krijgen
tot de grondstoffen en andere kostbaarheden uit die verre streken die de westerse wereld tot zijn
bezit maakten.
1.2. Westen dominant
Antropologie is een behoorlijk witte discipline: het is een onderdeel van de ‘witte’ kennisproductie,
van de witte wereld, zoals de filosofie, de literatuur en de kunstgeschiedenis.
De westerse geschiedschrijving is DOMINANT, en bepaalt t in de manier waarop wij mensen naar de
wereld keken en kijken. Dit zorgt ervoor dat er in het westen slechts 1 versie van de
wereldgeschiedenis is gekend: de geschiedenis van de witte wereld, door witte mensen beschreven (
en dus met een agenda in verval). Veel lokale kennis uit Afrika en Azië, bijvoorbeeld, telt niet mee in
het officiële verhaal van de wereld
1.3. Witte geschiedenis
Witte mensen zijn het gewend om de geschiedenis van de wereld vanuit een wit referentiekader te
bekijken en enkel dat referentiekader te beluisteren en te bestuderen. Dit zorgt ervoor dat er een
rijkdom van kennis verloren gaat omdat de wereldgeschiedenis enkel door de westerse lens wordt
gezien.
1.4. Wat doen antropologen
Antropologen proberen minder de wereldgeschiedenis door de westerse lens te bekijken. Ze
omzeilen het monopolie van het eigen perspectief en de dominantie van de witte wereld. Dit doen ze
door op zijn minst te proberen zich in te leven in andere perspectieven, andere referentiekaders, en
1
,zijnswijzen, die ze zich eigen proberen maken om zo mensen zonder geschiedenis een stem te geven
en te vertellen vanuit lokale perspectieven. Daarbij benemen ze de rol aan van mediator,
bemiddelaar, van intercultureel vertaler.
Hier komt kritiek op namelijk dat de antropologie zelf een witte discipline was en grotendeels nog
steeds is, en dat antropologen pretenderen om de stem van de ander te kunnen zijn.
1.5. Antropologie witte discipline
De westerse wereld as concept een constructie, gemaakt om deze dominantie over de rest
van de wereld te consolideren.
Een mooi voorbeeld van een poging tot omkering van dergelijke perspectieven is van
antropologe Laura Nader,ze schreef een boek ‘What the rest think of the west’ het keert
de blik van de geschiedenis om en vertrekt vanuit lokale verhalen en geschriften.
Antropologen gaan niet uit van het het voor de hand liggende, dominante narratief, maar
gaan op zoek naar die vergeten of verhulde stukken geschiedenis, die meestal te maken
hebben met uitbuiting en kolonisatie en waarvan ‘wij’ in het iconische westen, enkel het officiële
verhaal kennen.
Het verhaal van de zogenaamde overwinnaar, de kolonisators…
1.6. Samengevat wat antropologen doen
Antropologen proberen ongekende geschiedenis en actualiteit aan het licht te brengen aan de hand
van lokale kennis, verhalen en geschriften. Rekening houdend met het dominante witte kader, met
dominante ijkpunten zoals de klassieke oudheid en de ontdekkingsreizigers die de geschiedenis
gekleurd hebben en er 1 versie van gemaakt hebben, is de methode van antropologen van
uitzonderlijk belang.
2. Methodologie
De antropologie hanteert de methodologie van het etnografisch veldwerk volgens het principe van
de participerende observatie.
Antropologen gaan ‘in het veld’ en dompelen zich onder in de gebruiken en tradities van de culturen
die ze bestuderen. Het is dus niet uitzonderlijk dat antropologen 1 tot 2 jaar in het veld blijven: ze
gaan deel uit maken van het lokale leven, in al zijn facetten.
Ze Participeren en observeren. De pionier van deze methode was Bronislaw Malinowski, een van de
stichtende vaders vaders van de discipline van de antropologie. Het is grotendeels dankzij de
ontwikkeling van de methode van veldwerk dat de discipline volwassen werd.
2.1. Veldwerk
Een antropoloog gaat alleen en voor lange tijd leven in een cultuur.
Leert de taal, gebruiken en gewoontes, participeert en observeert. Nadien gebruikt de antropoloog
de verzamelde ‘etnografische’ data om de cultuur te analyseren en te begrijpen.
Etnografische data worden neergeschreven in de vorm van:
• Veldwerknotities van interviews in notitieboekjes
• Audio- en filmopnames
2
, • Notities van Informele dagelijkse momenten en reflecties
Veldwerk en het omschrijven of beter beschrijven van culturen zijn centraal in de
antropologie, maar zijn tegelijk de twee aspecten van de discipline die het meest onderhevig
zijn aan constante kritiek en bijsturing
2.2. Data
Alles registreren wat zich afspeelt op dagelijks niveau.
De antropoloog kijkt niet enkel naar dramatische rituelen, dans of cultuur- en kunstproductie.
• Ook naar bv. hoe mannen en vrouwen omgaan met kinderen, onderwijsactiviteiten,
dagelijkse taken, vrijetijdsmomenten.
2.3. Etnografie
Het (be)schrijven van cultuur vindt zijn neerslag in het genre van de etnografie: een boek, geschreven
door een antropoloog, dat een cultuur beschrijft aan de hand van resultaten uit het veldwerk.
2.4. De informant
De term informant is een cruciaal onderdeel van de antropologie en de methode van het
etnografisch veldwerk. De informant is namelijk degene via welke je als antropoloog je informatie
inwint.
Informanten kunnen verschillende rollen hebben: familieleden, dorpsgenoten, chefs, ‘waarzeggers’,
medicijnmannen etc. Type informant is afhankelijk van het onderzoek. Tegenwoordig meer actieve
benaming: respondent of co-researcher. Tegenwoordig benoemen we onze informanten niet meer
als dusdanig maar kiezen we actievere benamingen, parallel aan de actieve rollen die deze mensen in
ons werk spelen.
In de hedendaagse etnografie verwijzen antropologen naar hun informatiegevers dikwijls als
respondenten of coresearchers deze term is hip en geeft zeer veel agency aan de lokale ‘mee-
onderzoeker’ de rol van lokale die meepraten en meedenken is niet te onderschatten. Zonder veel
van hun vertaal- en interpretatiewerk zouden antropologen amper of geen resultaten boeken ‘in het
veld’ en dus geen carrière hebben.
Bijvoorbeeld als vignette in etnografie: transcriptie van een volledig gesprek. (Grote stukken tekst die
rechtstreeks van informanten afkomstig is)
3. Objecten van studie
Vanaf het prille ontstaan van de antropologie als discipline namen de zogenaamde Kinship studies,
de verwantschapsstudies, een prominente plaats in.
Verwantschapsstudie: Studie naar manieren van samenleven van het kleinste microniveau: de
nucleaire familie tot macroniveau: het ontstaan van sociale structuren, leiderschap en macht. Maar
het zijn familie en clanverbanden binnen gemeenschappen en samenlevingen die de kern vormen
van klassieke verwantschapsstudies.
Descriptieve verwantschap (descriptive kinship).
Vader = vader / moeder = moeder
Verwantschap volgens classificatie (classificatory kinship).
3
, Bijvoorbeeld: in matrilineaire samenlevingen (afstamming via moederlijke lijn), wordt
de oom aan moederszijde als belangrijkere verwant gezien dan de vader aangezien
bij geboorte diens bloed wordt meegegeven via de moeder.
Dergelijke conventies bepalen hoe de samenleving geordend wordt en cultureel wordt bepaald ➔
Van belang voor pedagogische relaties.
3.1. Exchange: uitwisseling
Uitwisseling van goederen als basis voor economie. Link tussen economie en politiek. Religie, politiek
en ritueel zijn vaak verbonden en daarom belangrijke onderzoeksthema’s en topics in de
ontwikkeling van de antropologie als wetenschappelijke discipline.
3.2. Materiële cultuur en kunst
• Einde van de 19e eeuw: studie van de materiële cultuur en kunst van verafgelegen
gebieden als leidraad bij uitstek voor het bestuderen van culturen.
• Informatie over mensen en hun cultuur werd afgeleid uit wat ze materieel
voortbrachten.
• Informatie over mensen werd afgeleid uit wat ze materieel voorbrachten, de
objecten die ze maakte, en gebruikte in hun dagelijkse leven zowel als ritueel. Deze
periode, van ruwweg het einde van de 19e tot begin 20e eeuw wordt daarom soms
ook de museumperiode van de antropologie genoemd
• Vanaf 1980: opnieuw aandacht voor museumantropologie, specifiek vanuit een
kritische blik op verzamelgeschiedenis.
Kunstantropologie neemt vandaag de dag een centrale plaats in in de overkoepelende discipline van
de antropologie, na decennialange een non -topic te zijn geweest. Het verplicht ons om te kijken naar
de niet zo fraaie geschiedenis van wat ‘wij’ in de westerse wereld, allemaal weggehaald hebben,
gekregen of gekocht maar meestal gewoon gestolen uit continenten als Afrika en Oceanië.
De hedendaagse dekolonisatie en andere debatten, wereldwijd dragen ook mee aan de bewust
worden bij het bredere publiek van dergelijke onrechtmatigheden. (Denk hierbij aan België en de
petities van de stambeelden van Leopold II)
4. Vertakkingen
De antropologie wordt opgedeeld in Sociale en/ of culturele antropologie. Deze tweesplitsing is
ontstaan door verschillen in aanpak en theorie in Europa en het verenigd koninkrijk, enerzijds en
anderzijds de verenigde staten.
• Sociale antropologie: Verenigd Koninkrijk en Europa.
• Culturele antropologie: Verenigde Staten
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annawillekens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.18. You're not tied to anything after your purchase.