Klinische psychologie 1: Persoonlijkheidstheorieën en psychopathologie (PB0104)
Summary
Samenvatting Klinische psychologie 1: Persoonlijkheidstheorieën en psychopathologie (PB0104) deeltentamen 1
14 views 0 purchase
Course
Klinische psychologie 1: Persoonlijkheidstheorieën en psychopathologie (PB0104)
Institution
Open Universiteit (OU)
Book
Klinische psychologie
Dit is een samenvatting van hoofdstuk 1 t/m 10 van het boek klinische psychologie voor het vak Klinische psychologie 1: persoonlijkheidstheorieën en psychopathologie. Ik heb met behulp van deze samenvatting een 8 kunnen halen, dus ik hoop dat jullie er ook iets aan hebben!
Klinische psychologie 1: Persoonlijkheidstheorieën en psychopathologie (PB0104)
All documents for this subject (56)
Seller
Follow
roosbergmans
Reviews received
Content preview
Thema 1 – theoretische referentiekaders
,1.1 – Wat is klinische psychologie?
Leerdoelen:
- Een omschrijving kunnen geven van het vakgebied van de klinische psychologie
- Kunnen aangeven waarom kennis van de basisdisciplines binnen de psychologie van belang
is voor klinisch psychologen
- De verschillende aspecten die beïnvloeden of gedrag als ‘abnormaal’ of ‘pathologisch’ zal
worden beoordeeld kunnen weergeven
- De APA-definitie van mentale stoornissen kunnen weergeven
- Aan de hand van voorbeelden mogelijke fouten bij de diagnostiek van psychische problemen
van mensen uit etnische minderheidsgroepen kunnen toelichten
- Het statistisch model van ‘abnormaal’ gedrag en de nadelen van dit model kunnen
weergeven
- Het medisch of ziektemodel kunnen beschrijven en een aantal bezwaren kunnen noemen
die tegen dit model zijn ingebracht
- Het leer- of onderwijsmodel kunnen weergeven en de verschillen met het medische model
kunnen toelichten
- Kunnen uitleggen wanneer het statistisch model, het medisch of ziektemodel en het leer- of
onderwijsmodel toepasbaar zijn bij de beantwoording van de vraag naar de grens tussen
‘normaal’ en ‘abnormaal’ gedrag
Aspecten van ‘abnormaal’ gedrag
Wil men van abnormaliteit kunnen spreken, dan moet ten minste één van de volgende aspecten zich
voordoen:
- Persoonlijk lijden
- De (dis)functionaliteit van het gedrag de mate waarin gedrag het dagelijks functioneren
en het welbevinden van het individu ondermijnt. Het gaat dan vooral om de vraag of iemand
in staat is beroepsmatig te functioneren en bevredigende relaties met anderen te
onderhouden.
- Irrationeel en onbegrijpelijk gedrag als mensen in het gedrag van een ander geen logica of
zin kunnen ontdekken.
- Onvoorspelbaarheid en controleverlies
- Opvallend en onconventioneel gedrag gedrag dat sterkt afwijkt van de wijze waarop
iemand zichzelf gedraagt, zal iemand eerder abnormaal vinden. Als het gedrag opvallend is,
is dit oordeel nog waarschijnlijker.
- Gedrag dat een ongemakkelijk gevoel bij anderen teweegbrengt als iemand gedrag
vertoont waarmee de ongeschreven regels in een bepaalde cultuur worden overschreden,
kan dat bij anderen een gevoel van ongemak (observer discomfort) teweegbrengen.
- Het overtreden van morele normen
Een psychische stoornis wordt gedefinieerd door clusters van disfunctionele gedragingen, die
samengaan met persoonlijk lijden, of met een verslechtering van het functioneren, bijvoorbeeld in
het werk of in persoonlijke relaties.
,Normaal en abnormaal: waar ligt de grens?
Er zijn verschillende modellen die uitspraken mogelijk maken over het onderscheid tussen normaal
en abnormaal gedrag.
Het statistisch model
Een veelgebruikt model om het vraagstuk over de grens tussen normaal en abnormaal gedrag te
beantwoorden, is het statistisch model. Uitgangspunt van dit model is dat menselijke eigenschappen
(zoals intelligentie of de geneigdheid om angstig te reageren) min or meer normaal verdeeld zijn.
Van abnormaliteit wordt dan gesproken bij extreem lage of extreem hoge scores. Binnen dit model
heeft ‘abnormaal’ uitsluitend een statistische betekenis.
Er zijn enkele problemen met dit model. Ten eerste luidt de vraag waar precies de grens tussen
normaal en abnormaal getrokken moet worden. Dit is vaak arbitrair. Een tweede probleem is dat het
model niet specificeert hoe ongewoon een gedrag moet zijn om het abnormaal te kunnen noemen.
De ene stoornis komt minder voor dan de andere, of anders gezegd, de ene stoornis is in statistisch
opzicht blijkbaar abnormaler dan de andere. Een derde bezwaar tegen dit model is dat het geen
onderscheid maakt tussen statistische afwijkingen die gepaard gaan met individueel lijden en
afwijkingen waarvoor dat niet geldt. Denk bijvoorbeeld aan een extreme lengte of een extreem hoog
IQ.
Het medisch of ziektemodel
Veel klinisch psychologen nemen aan dat de oorzaken van psychische stoornissen moeten worden
gezocht in onderliggende mechanismen. Die mechanismen kunnen somatogeen of psychogeen zijn.
Met somatogeen wordt bedoeld dat een lichamelijke aandoening aan de psychische stoornis ten
grondslag ligt. Het begrip psychogeen houdt in dat aan een stoornis een psychologisch mechanisme
ten grondslag ligt.
Volgens de aanhangers van het medisch model zijn psychische stoornissen vergelijkbaar met
somatische ziekten en dus het beste te verhelpen door de onderliggende mechanismen te
bestrijden.
Ook op dit model zijn enige bezwaren aan te merken. Het eerste bezwaar is dat er bij vele
psychische stoornissen nog niet een eenduidig onderliggend mechanisme is aangetoond. Het
tweede punt van kritiek is dat het gebruik van begrippen als ziekte en therapie stigmatisering in de
hand werkt. De labeling-theorie beschrijft hoe nadelig en stigmatiserend het is om bekend te staan
als psychiatrisch patiënt.
Het leer- of onderwijsmodel
Als alternatief voor het medisch model bepleiten verschillende auteurs een leer- of onderwijsmodel.
Dit geldt met name voor stoornissen waaraan geen duidelijke organische oorzaken ten grondslag
liggen. Een plausibeler verklaring is dan dat de stoornissen zijn ontstaan door verkeerd verlopen
leerprocessen. In dit model wordt de uitgangssituatie niet beschreven als ziekte of abnormaliteit,
maar als persoonlijk probleem. Bovendien wordt niet gesproken van een diagnose, maar van het
bepalen van een leerdoel.
, 1.2 – Neurobiologische benadering
Leerdoelen:
- Overzicht kunnen geven van de geschiedenis van de neurobiologische benadering van
gedrag
- Het verschil tussen externaliserende en internaliserende stoornissen kunnen uitleggen en
het principe van emotieregulatie daarmee in verband kunnen brengen
- Globaal kunnen uitleggen hoe onze genen invloed uitoefenen op ons gedrag, en aantonen
met welke onderzoeksmethoden deze invloed onderzocht wordt
- Het verschil kunnen weergeven tussen het Diathese-Stressmodel en de Differential
Susceptibility Theory
- Globaal kunnen aangeven bij welke vormen van pathologie de erfelijkheid een rol speelt
- Opbouw en werking van neuronen en het zenuwstelsel globaal kunnen beschrijven
- De rol van het limbische systeem en de prefrontale cortex in de etiologie van gedrag kunnen
beschrijven, en aantonen met welke onderzoeksmethoden deze onderzocht wordt
- Kunnen uitleggen wat emotieregulatie is en wat het verband is met psychiatrische
stoornissen
- De verschillende emotieregulatiestrategieën kunnen weergeven
- Kunnen uitleggen wat comorbiditeit is en de comorbiditeit van internaliserende en
externaliserende dimensies kunnen beschrijven
- De invloed van genetische en biologische comorbiditeit kunnen beschrijven
Een historische schets
De samenhang tussen psychische processen en neurobiologische functies speelt een onderliggende
rol bij externaliserende en internaliserende stoornissen. Deze zijn een uiting van onder- of
overregulatie van emoties. Diverse studies tonen aan dat externaliserende stoornissen
samenhangen met een onderactiviteit van het autonome zenuwstelsel en internaliserende
stoornissen met een overactiviteit van het autonome zenuwstelsel. Internaliserende problematiek
wordt gekenmerkt door emotionele instabiliteit en een verstoord affect, waaronder
angststoornissen en stemmingsstoornissen, teruggetrokken en geremd gedrag. Externaliserende
problematiek wordt vooral gekenmerkt door gedragsproblemen, wat tot uiting komt in agressief,
antisociaal en impulsief gedrag.
Psychopathologie: een genetisch perspectief
De gedachte achter familiestudies is dat als een vatbaarheid voor een psychische stoornis
overgeërfd wordt, deze vatbaarheid en de stoornis in bepaalde families vaker zullen voorkomen dan
in andere families. Het probleem met deze studies is echter dat families niet enkel genen delen,
maar ook omgevingsfactoren, waardoor deze moeilijk te onderscheiden zijn.
De mate waarin eenzelfde eigenschap bij twee familieleden voorkomt, noemen we de concordantie.
Deze maat wordt uitgedrukt in een coëfficiënt tussen de 0 en de 1: hoe hoger de concordantie
coëfficiënt, hoe meer van de variantie van het kenmerk wordt verklaard door genetische factoren.
Als identieke tweelingen een hogere concordantie vertonen dan twee-eiige tweelingen, dan is dat
een bewijs voor het feit dat genetische factoren een belangrijke rol spelen bij die stoornis.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller roosbergmans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.