100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Aardrijkskunde Samenvatting H2 - boek buiteNland (Noordhoff) $6.10   Add to cart

Summary

Aardrijkskunde Samenvatting H2 - boek buiteNland (Noordhoff)

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Level

Deze samenvatting bevat de belangrijkste begrippen en plaatjes voor het leren van je examen aardrijkskunde

Preview 2 out of 9  pages

  • May 7, 2023
  • 9
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller
AK-samenvattingen H2
2.1
Zon staat in tropen hoog aan de hemel -> erg warm -> lucht zet uit -> per volume-eenheid minder
luchtdeeltjes -> lucht minder zwaar dus drukt minder hard tegen aardoppervlak -> lagedrukgebied,
rond de evenaar heet dit:
 ITCZ (intertropische convergentiezone) = stabiel lagedrukgebied rond de evenaar waar het
warm is en door opstijgende lucht veel buien voorkomen.
Door lage druk stijgt de lucht makkelijk -> luchtdruk neemt af -> lucht zet nog verder uit -> lucht
koelt af -> koude lucht kan minder vocht bevatten -> regen
Lucht gaat op grote hoogte afstromen in richting van Noord- en Zuidpool -> rond 30º N.B. en Z.B.
lucht ver afgekoeld -> lucht daalt-> lucht is zwaar -> drukt hard op aardoppervlak -> hogedrukgebied
Lucht daalt -> warmt op -> gortdroog -> woestijn
Aan aardoppervlak stroomt lucht deels naar evenaar, deels richting polen -> rond 60º N.B. en Z.B. ->
stijgt deze relatief warme lucht op tegen koude lucht van de polen -> lagedrukgebieden met regen
en wind (zoals in Nederland)
Polen is het koud -> koude lucht is zwaar -> daalt -> hogedrukgebied
Atmosferische circulatie= algemeen systeem van luchtstromen op aarde en de daarbij behorende
lage- en hogedrukgebieden
Lucht stroomt van hoog -> lagedrukgebied maar met afwijking want: aarde draait
Met wind in de rug:
- Afwijking zuidelijk halfrond -> links
- Afwijking Noordelijk halfrond -> rechts
> Buys Ballot/ corioliseffect
Passaat= wind die van de subtropische hogedrukgebieden (rond 30º N.B. en Z.B.) richting de evenaar
waait. Op het noordelijk halfrond komt deze uit noordoosten, op het zuidelijk halfrond uit het
zuidoosten
ITCZ schuift in de zomer -> Noorden
ITCZ schuift in de winter -> Zuiden
Moesson= wind die van subtropische hogedrukgebieden richting de evenaar waait, die vervolgens
kruist en van richting verandert. Op het noordelijk halfrond komt de moesson uit het zuidwesten, op
het zuidelijk halfrond uit het noordoosten.

, 2.2
Wind waait over zee -> neemt zeewater mee -> zeestromen
Oceanische circulatie= algemeen systeem van zee- en oceaanstromen op aarde
Warme zeestroom= zeestroom die afkomstig is uit een warmer gebied (golfstroom van Caribisch
gebied -> Noordwest-Europa -> warmte, regen en ijsvrije havens)
Koude zeestroom= zeestroom die afkomstig is uit een kouder gebied (Labradorstroom van
Baffinbaai -> kust Canada -> koud klimaat, dichtgevroren havens)
Lucht- en zeestromen erg belangrijk want: in tropen erg warm door zon hoog aan de hemel -> door
de lucht- en windstromen is het hier minder warm - op hogere breedten is het minder koud
Klimaatclassificatie= bedacht systeem om klimaattypen te onderscheiden, gebaseerd op samenhang
tussen klimaat en plantengroei
Köppen= Duitse klimatoloog en botanicus die een beroemde klimaatclassificatie ontwierp
Klimaatfactoren= oorzaken voor klimaatverschillen
3 klimaatfactoren:
- Geografische breedteligging= bij evenaar zon hoog aan de hemel dus warm, richting de
polen neemt de tempratuur af. Koude lucht kan minder vocht bevatten dus hoe verder naar
polen -> hoe minder neerslag
- Gebergtes en hoogte= hoe hoger hoe kouder - achter de bergen droog gebied want vochtige
lucht vanuit overheersende windrichting -> stijgt op tegen de berg -> lucht koelt af ->
waterdamp condenseert -> regen -> lucht verliest veel vocht -> achter bergen weinig
neerslag
- Type oppervlak= opwarming van oceanen gaat langzamer dan van continenten, gebieden
aan zee kleiner verschil in tempratuur tussen zomer en winter, lucht kan boven oceaan veel
vocht opnemen -> gebieden aan zee veel neerslag




2.3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mweeldenburg. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.10. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.10
  • (0)
  Add to cart