Op mijn account FANTASTISCHE samenvatting van de HELFT van de examenstof. Hierdoor heb ik een 8.6 op m'n eindexamen gehaald. Als je één van deze apart wilt kopen, dan kan je dat op mijn account doen. Het boek BuiteNLand. Hoofdstuk 6 Zuid-Amerika
Aardrijkskunde hoofdstuk 6
6.1 Landschappen en klimaten
Aan de westkant van Zuid-Amerika vindt subductie plaats met actief vulkanisme en de vorming van
andesiet (stollingsgesteente). De vulkanische activiteit verschilt per gebied, omdat de leeftijd van de
wegduikende plaat niet overal even oud is.
Oude oceanische korst is meer afgekoeld, heeft daardoor een grotere dichtheid en is dus zwaarder,
waardoor de korst diep naar beneden duikt. Er wordt magma aangemaakt door het smelten van de
korst. Jonge oceanische korst is minder zwaar. Het heeft dezelfde dichtheid als het gesteente in de
mantel, waardoor de subductie dichter aan het oppervlakte plaatsvind. Hierdoor wel
gesteentevervorming, maar geen vulkanisme. Dit zijn gaten in de ring van vuur
Aan de oostkant van het Andesgebergte zijn voorlandbekkens, die ontstaan zijn doordat de
wegduikende plaat een laagte creëerde en het aangrenzende land meenam. Door de geplooide en
opgestuwde lagen is het gewicht zwaar, waardoor de basis van de Andes dieper in de mantel komt te
liggen. Door sediment worden deze bergen zwaarder, waardoor ze een dalingsgebied zijn.
Aan de oostkant van Zuid-Amerika is een oude plaatrand. Voor de oostkust ligt nu oude oceanische
korst die tektonisch in rust is. Lezen linksonderaan pagina 92
Door optilling en vervolgens verwering en erosie zijn de dieptegesteenten (graniet) naar boven
gekomen.
Het Andes en de hooglanden zijn rijk aan ertsen, de voorlandbekkens en kustzones aan fossiele
brandstoffen. Deze ertsen ontstaan bij vulkanisme en gebergtevorming. Als vloeibaar gesteente diep
in de aardkorst afkoelt of doordat gesteente wordt afgedekt en onder druk in ertshoudend gesteente
veranderd.
Door een vroegere hoge zeespiegel is er veel dood plankton wat ingepakt is door sedimentlagen en
onder deze druk veranderden in olie-en gashoudende gesteentes
Door een zoutlaag kan dood organisch materiaal niet vergaan, omdat het luchtdicht is.
Tropisch regenwoud, savanne, steppe, woestijn, mediterrane, zee, hooggebergte klimaat. En er zijn
mangrovebossen in het (sub)tropische kustgebieden.
De ligging van vegetatie- en landschapzones wordt bepaald door de geografische breedteligging,
hoogteligging, de noord-zuidligging van het Andesgebergte (loef/lij) en de invloed van zee- en
luchtstromen.
Aan de oostkust zijn de noordoost- en zuidoostpassaat aanlandig, waardoor de invloed van de
Atlantische oceaan groot is, vooral doordat het een vlak gebied is. Ook is er een warme stroom van
de Zuid-Equatoriale stroom. Hierdoor is de oostkust veel warmer dan de westkust.
, Aan de westkust is meestal een aflandige wind. Door het Andesgebergte is de invloed van de Grote
oceaan landinwaarts niet groot. Ook is er een koude stroom, waardoor er alles bij elkaar woestijnen
zijn. El Niño lezen bladzijde 93
6.2 Bevolking: spreiding, groei, verstedelijking
In ongunstige gebieden is al snel een te hoge bevolkingsdruk. In de Andeslanden gingen inheemsen
vroeger voor het hooggebergte omdat de temperatuur gunstig is voor het verbouwen van
handelsgewassen. De spreiding van de bevolking is sterk beïnvloed door urbanisatie.
Door de groei van steden steeg de bevolkingsdichtheid in de kustzone sterk. Dit nam weer af na 1980
De samenstelling is zeer gemestizeerd (gemengd Europese en inheemse ouders). De raciale en
etnische diversiteit gaat gepaard met economische, sociale en politieke tegenstellingen. De blanke
bevolking is vaak de bovenlaag en mestiezen de armere laag.
Er is veel discriminatie en racisme en werd zelfs geaccepteerd. Doordat de cultuur in het continent
redelijk gemengd is zijn er geen grote religieuze conflicten. De gelovigen leven door elkaar.
Er zijn territoriale conflicten die gaan tussen de overheid, mijnen en grote landbouwbedrijven die
tegen inheemse groepen strijden.
Integratie of assimilatie (het overnemen van een cultuur ten koste van eigen) heeft niet gewerkt. Wel
zijn de bevolkingsgroepen politiek actiever geworden.
De inheemse bevolking is sterk afgenomen door de strijd tegen kolonisten en vooral door de
meegenomen ziektes. In de jaren 1960 en 1970 was de natuurlijke bevolkingsgroei het hoogst. In vee
landen daalt het geboortecijfer door de stijgende welvaart, verhoging van opleidingsniveau en
verstedelijking (model van de vliegende ganzen). De zuidelijke staten zijn verder.
Er is een hoge verstedelijking. Dit begon na 1950 en werd vooral nodig doordat er weinig
arbeidskrachten nodig waren in de landbouw en veel nodig in industrie in de steden. Door de snelle
groei van steden waren er favela’s, een grote informele sector en overbelasting van de stedelijke
infrastructuur.
Burgers verenigen zich vaak om sterk te staan bij publieke eisen, zoals huisvesting of water. Wanneer
er zekerheid is dat mensen mogen blijven wonen zullen zij ook investeren in hun huis. Door zelfbouw
blijven de huizen voor lage inkomensgroepen betaalbaar.
De meeste goedkope nieuwbouw is in periferie ver buiten het centrum. Deze wijken zijn niet
verbonden met functies van de stad (werk, voorzieningen).
Door deconcentratiebeleid groeien de middelgrote steden nu harder, omdat er sprake was van
overurbanisatie, de industrieën uitschuiven en de te hoge woonkosten in de stad. De megasteden
groeien alleen nog door natuurlijke groei.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller wj378986. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.