100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
Previously searched by you
Behandeling en interventie gericht op psychosociale problemen, leerproblemen en ontwikkelingsproblemen - Samenvatting van literatuur, hoorcolleges, werkcolleges + kennisclips$10.75
Behandeling en interventie gericht op psychosociale problemen, leerproblemen en ontwikkelingsproblemen
Summary
Behandeling en interventie gericht op psychosociale problemen, leerproblemen en ontwikkelingsproblemen - Samenvatting van literatuur, hoorcolleges, werkcolleges + kennisclips
Behandeling en interventie gericht op psychosociale problemen, leerproblemen en ontwikkelingsproblemen
All documents for this subject (18)
4
reviews
By: myleneriepma9 • 7 months ago
By: nardineadriaansen • 9 months ago
By: josje-korsten • 10 months ago
By: sarahvermaas • 10 months ago
Seller
Follow
Socialstudent
Reviews received
Content preview
Week 1:
Literatuur:
Johsen. Hoofdstuk 1
The medical model: Het medische of ziektemodel vertegenwoordigt het biologische perspectief in de
psychopathologie. Hier worden psychische problemen gezien als een geestelijke ziekte, die
gekenmerkt wordt door een specifieke reeks symptomen. Personen met een geestesziekte worden
patiënten genoemd, de behandeling wordt therapie genoemd en de verlichting van de symptomen
wordt genezing genoemd.
- Assesment: Vanuit het perspectief van het medische model zijn de beoordelingsprocedures
bedoeld om vast te stellen in hoeverre het kind kenmerken vertoont die in overeenstemming
zijn met een diagnose van een bekende vorm van psychopathologie en om de aard van
eventuele biologische factoren vast te stellen die verband kunnen houden met de problemen
die het kind vertoont. Evaluatie kan ook bestaan uit een volledig medisch onderzoek.
- Treatment: Ervan uitgaande dat psychopathologie biologisch bepaald is, ligt het voor de hand
dat biologische behandelingsbenaderingen de voorkeur zullen krijgen. Artsen die een
medisch model aanhangen zullen dus waarschijnlijk meer vertrouwen op farmacologische en
andere biologische benaderingen van de behandeling.
The psychodynamic model: De psychoanalytische theorie veronderstelt dat er verschillende
persoonlijkheidsconstructen bestaan (id, ego, superego) die op elkaar inwerken en waarvan de
uitdrukking en de interacties worden gevormd door de ervaringen van het kind terwijl hij of zij de
opeenvolgende fasen van de psychoseksuele ontwikkeling (orale, anale, fallische en genitale fase)
doorloopt. . Optimale aanpassing en persoonlijkheid functioneren komen tot stand wanneer er een
dynamisch evenwicht is tussen de Id, Ego, en Superego structuren.
- Assessment: De nadruk in het psychodynamische model zou liggen op het vaststellen van de
aard van de moeilijkheden van het kind door het gebruik van ouder- en/of kindgesprekken en
het gebruik van psychologische tests die ontworpen zijn om bewijs te verkrijgen van
onbewuste conflicten en persoonlijkheidsdynamieken die zouden kunnen bijdragen aan zijn
problemen.
- Treatment: Binnen het psychodynamische model zou de therapie zich waarschijnlijk
concentreren op het helpen van het kind om zich bewust te worden van de onbewuste
factoren waarvan verondersteld wordt dat ze verband houden met zijn problemen, hetzij
door directe verbale interacties met de therapeut of iets minder direct door middel van spel.
Er wordt aangenomen dat de openlijke symptomen zullen verdwijnen wanneer de
onderliggende conflicten en problemen zijn opgelost.
The behavioral model: De nadruk ligt gewoonlijk op openlijk gedrag en psychopathologie wordt
gewoonlijk gezien in termen van gedragsexcessen, tekorten, of gedrag dat zich voordoet binnen een
ongepaste context. Vanuit een strikt gedragsperspectief wordt het problematische gedrag van het
kind gezien als het primaire probleem in plaats van slechts de oppervlakte manifestaties van een
meer fundamentele onderliggende moeilijkheid. Er wordt aangenomen dat veel van dit abnormale
gedrag is aangeleerd volgens dezelfde principes die gelden voor het aanleren van andere meer
adaptieve gedragingen: klassiek conditioneren, operant conditioneren, en observerend leren.
- Assessment: Bij gedragsbeoordeling ligt de nadruk op het bepalen van de specifieke
gedragingen die ertoe hebben geleid dat het kind als onaangepast wordt beschouwd en op
de omgevings- (of andere) factoren die dit gedrag uitlokken en/of in stand houden of die
bijdragen tot de gedragsgebreken van het kind. Een interview is meestal het startpunt van de
beoordeling.
- Treatment: de behandeling is gebaseerd op de veronderstelling dat het meeste abnormale
gedrag aangeleerd is en kan worden veranderd door de systematische toepassing van
, leerprincipes of andere empirisch afgeleide methoden van gedragsverandering.
Kindergedragstherapie methoden omvatten benaderingen zoals systematische desensitisatie,
modellering, operante conditionering, en cognitieve gedragstherapie, onder anderen.
The client-centered model: De basis van deze visie is de overtuiging dat individuen in zichzelf de
capaciteit hebben voor persoonlijke groei en adaptief functioneren. Psychopathologie ontstaat als
gevolg van sociale of omgevingsomstandigheden, opgelegd aan het individu, die op de een of andere
manier de persoonlijke groei blokkeren of belemmeren. Als gevolg van deze interferentie, begint het
individu zich te gedragen op een manier die niet bevorderlijk is voor zichzelf.
- Assessment: Beoordeling, die bedoeld is om informatie te verschaffen over wat er "mis" is
met een cliënt, wordt vaak gezien als veroordelend van aard en als niet in overeenstemming
met een cliëntgerichte oriëntatie.
- Treatment: Vanuit een cliëntgerichte oriëntatie wordt de therapie meestal uitgevoerd binnen
de context van spelactiviteiten. De therapeut probeert zich op zo'n manier tot het kind te
verhouden dat hij een empathisch begrip van de situatie van het kind en een
onvoorwaardelijke, niet-oordelende en oprechte aanvaarding van het kind als persoon
overbrengt. In plaats van de betekenis van het spel of het verbale gedrag van het kind te
interpreteren wordt primaire aandacht gegeven aan relationele factoren en aan een
verheldering van de gevoelens van het kind door middel van het proces van reflectie. De
cliënt bepaald voornamelijk in welke richting de therapie zal gaan.
The family model: Hier wordt het gezin gewoonlijk gezien als een complex en dynamisch sociaal
systeem waarin het gedrag van elk gezinslid een functie is van de druk die binnen het systeem
bestaat. Vanuit dit perspectief worden de symptomen van een kind dat in behandeling is
waarschijnlijk niet gezien als manifestaties van de pathologie van het kind, maar als een resultaat van
meer algemeen disfunctioneren van het gezin. Hoewel naar het kind kan worden verwezen als de
geïdentificeerde patiënt (omdat hij of zij door andere gezinsleden als het probleem kan zijn
geïdentificeerd), zal het gezin als geheel waarschijnlijk worden gezien als de focus voor interventie.
- Assessment: Er bestaat een reeks van observationele maatregelen voor het beoordelen van
disfunctionele gezinssystemen. Hiertoe behoren een aantal gedragscoderingssystemen voor
het beoordelen van dyadische interacties tussen gezinsleden. Daarnaast zijn er verschillende
zelfrapportagemaatregelen ontwikkeld voor gebruik in het werken met gezinnen, evenals een
aantal andere maatregelen die zijn ontworpen om specifieke gezinsgerelateerde variabelen
te beoordelen.
- Treatment: behandelingen houden in dat een therapeut met een hele gezinseenheid of met
een selecte groep gezinsleden samenwerkt. De therapie is meestal gericht op het aanpakken
van gezinsproblemen, waarvan gedacht wordt dat ze ten grondslag liggen aan
probleemgedrag van gezinsleden, maar de feitelijke aanpak kan variëren.
Gezien het rudimentaire begrip van psychopathologie bij kinderen, is het voorbarig om aan te nemen
dat één van deze visies een adequaat kader biedt voor het begrijpen, beoordelen en behandelen van
alle, of zelfs de meeste, stoornissen bij kinderen. Dit heeft ertoe geleid dat veel clinici een meer
eclectisch standpunt hebben. de essentie van een eclestische benadering bestaat uit het selecteren
van bruikbare verklarende constructen en klinische methoden uit verschillende theoretische
oriëntaties in plaats van vertrouwen op één specifieke theorie of behandelingsbenadering.
,Tak. Blz. 38-43, 114-116, 133-141
Empirische cyclus vs. regulatieve cyclus
- Empirische cyclus: stapsgewijze toetsing van de juistheid van
hypothesen die ten grondslag liggen aan de hulpverlening. ‘Klopt
mijn hypothese?’
- Regulatieve cyclus: stapsgewijs bereiken van doelen bij het
oplossen van problemen. Iedere beslissing in het regulatieve
proces wordt gebaseerd op empirisch onderzoek. De regulatieve
cyclus is geen alternatief voor de empirische cyclus, maar een
overkoepelend handelingsgericht kader. ‘Worden de doelen
bereikt?’
Vier perspectieven op het gebruik van de regulatieve cyclus als overkoepelend kader:
- Beperkte horizon: tussen het begin- en eindpunt van de hulpverlening ligt een proces waarin
enige onzekerheid blijft bestaan. De cliënt zijn klachten kunnen verminderd zijn maar lag dat
aan effectieve hulp? Is het vanzelf overgegaan? Of zijn er andere oorzaken dat klachten zijn
verminderd? Toch zal de hulpverlener kritisch moeten reflecteren, zodat hij zijn handelen bij
kan stellen en de kans op een gunstige afloop kan vergroten. De regulatieve cyclus is hiervoor
geschikt, omdat er wordt gekeken naar of de gewenste verandering is opgetreden en niet of
alle tussenliggende aannames juist zijn. Daar waar aannames wel getoetst kunnen worden, is
de empirische cyclus aan de orde.
- Procesmatig karakter: diagnostiek heeft een procesmatig karakter. In de eerste twee fasen
wordt de situatie niet voorgoed vastgelegd, tussendoor kan de diagnostiek worden bijgesteld
en het behandelproces worden bijgestuurd. Deze bron van onzekerheid is geen probleem,
omdat het doel van het proces het realiseren van een verandering is, hiervoor is de
regulatieve cyclus geschikt.
- Complexiteit: het hulpverleningsproces is complex. Als de hulpverlening niet de verwachte
effecten heeft zijn hiervoor vele mogelijke verklaringen. Er zijn vele bronnen van onzekerheid,
meer dan empirisch onderzocht kan worden. De vraag of de probleemsituatie zich in de
gewenste richting ontwikkelt is van cruciaal belang. Het vaststellen of dat gebeurt moet
doormiddel van de empirische cyclus, de twee cycli staan dus niet los van elkaar.
- Normen en waarden: in de beoordeling of hulp geboden is, en welke vormen van hulp gepast
zijn, spelen ook pragmatische, normatieve, financiële, beleidsmatige, ideologische
afwegingen en persoonlijke waarden en normen van hulpvrager en hulpverlener een rol.
Vooral de derde fase van de regulatieve cyclus, het bedenken en afwegen van
handelingsmogelijkheden, biedt de mogelijkheid om deze aspecten van besluitvorming te
expliciteren
- Wederzijdse beïnvloeding: diagnostisch onderzoek vormt de basis voor de beslissingen die in
het hulpverleningsproces worden genomen. Echter hebben diagnostische verrichtingen zelf
ook effect. Naarmate het proces vordert, is de hulpverlener bezig met interventie, maar ook
nog altijd met diagnostiek. Door middel van monitoring wordt de behandelintegriteit in de
gaten gehouden en wordt in de gaten gehouden of de doelen worden benaderd.
De regulatieve cyclus is geschikt voor de reflectie op en verantwoording van beslissingen. Door elke
overgang methodisch verantwoord te nemen en vast te leggen in het dossier, kan de hulpverlener
continu kritisch blijven kijken. Daarnaast vergroot deze gestructureerde werkwijze de effectiviteit.
Soms worden bepaalde fasen van de cyclus sneller afgerond, dit noemen we getrapte diagnostiek.
, De Bruyn. Hoofdstuk 9 &10
Het doel van indicatieanalyse is het komen met een aanbeveling voor de best passende aanpak van
het probleem. De uitkomst van de indicatieanalyse is een indicerende diagnose, dit is een lijst met
aanbevelingen. Indicatieanalyse is het komen tot een beslissing over het best passende type
interventie voor een probleem. Dit is gebaseerd op de empirische en theoretische kennis over het
verwachte nut van de aanpak. Het globale doel van de interventie is het opheffen of verminderen van
een probleem en het tot stand brengen van een positieve verandering. De indicatieanalyse verloopt
volgens vijf stappen:
1. Nagaan of een interventie ingezet kan worden (Nodig? Mogelijk? Wenselijk?)
2. Formuleren en prioriteren van doelen (globale en specifieke doelen)
3. Selecteren van de in aanmerking komende typen interventies
4. Bepalen van het nut en de kans van slagen per geselecteerde aanpak
5. Controle op de uitvoerbaarheid
Bij de advisering geeft de diagnosticus een beargumenteerd antwoord op de vraag van de cliënt. De
aanbevelingen uit de indicatieanalyse vormen het uitgangspunt voor deze adviesfase. Het
diagnostisch proces wordt afgerond met twee verslagen, een cliënt verslag en professioneel verslag.
In het cliënt verslag wordt verantwoording afgelegd aan de cliënt en andere direct betrokkenen, in
het professioneel verslag wordt verantwoording gegeven aan collega’s. Een cliënt zal zich meer in
gaan zetten voor een advies dat hij zelf gekozen heeft dan dat hem is opgelegd, daarom wordt ernaar
gestreefd om de cliënt in de adviesfase zelf het uiteindelijke advies te laten kiezen. Adviesgesprekken
hebben vier doelen:
- Verschaffen van informatie over de onderkennende en verklarende diagnose, over de
argumenten uit de indicatieanalyse en de uiteindelijke aanbeveling;
- Controleren van het werk van de diagnosticus aan de hand van de reacties van de cliënt;
- Via overleg probeert de diagnosticus tot overeenstemming te komen voor wat betreft zijn
aanbevelingen en de voorkeur van de cliënt;
- Het verzamelen van informatie met het oog op de concrete invulling van het gekozen advies.
De adviesfase bestaat uit de volgende zes stappen:
1. De voorbereiding van het adviesgesprek door een diagnosticus
2. De voorlichting aan de cliënt
3. De controle door de diagnosticus
4. Het overleg tussen diagnosticus en cliënt
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Socialstudent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.75. You're not tied to anything after your purchase.