College 1: Introductie
- Toxiciteit
=> Is afhankelijk van de dosis (blootstelling), alles is toxisch als de dosis maar hoog
genoeg is.
o Acute toxiciteit
=> Toxiciteit waarbij er direct schade is dat schadelijke gevolgen heeft.
o Chronische toxiciteit
=> Toxiciteit waarbij er indirect schade is, de schades worden opgebouwd, dat
in de toekomst pas te merken is.
o Dosis bepaalt of er een farmacologisch effect is, of een toxisch effect.
o Acute toxiciteit is niet gelijk aan chronische toxiciteit.
- Adverse Drug Reaction (ADR)
=> Wanneer het nemen van een medicijn zorgt voor een ongewilde (vaak) negatieve
reactie in je lichaam.
Er zijn 3 klassen geneesmiddelen waarbij we deze bijwerkingen accepteren:
1.) Antikanker geneesmiddel
=> Hierbij accepteer je de bijwerkingen die hierbij komt kijken.
2.) Immuno-suppresiva
=> Wordt gebruikt na een transplantatie om je immuunsysteem te onderdrukken,
dit leidt tot bijwerkingen.
3.) Antibiotica
=> Wordt gebruikt om bacteriën te doden, we accepteren de bijwerkingen die
hierbij komt kijken ondanks de toxiciteit.
- Soorten toxiciteit:
1.) On-target toxiciteit
=> Toxicologie doordat de receptor/enzym in gezonde cellen ook worden
geremd, en niet alleen in de ongezonde cellen. Dit leidt tot bijwerkingen.
(VB = Statins, EGFR-inhibitors)
2.) Off-target toxiciteit
=> Toxicologie doordat het geneesmiddel niet alleen werkzaam is op de target,
maar ook op andere (off-target) receptoren/enzymen.
(VB = Terfenadine, hERG channel effects)
3.) Hypersensitiviteit
=> Toxicologie doordat het geneesmiddel een ongewilde reactie produceert bij
het immuunsysteem en antilichamen tegen dit geneesmiddel maakt.
(VB = Penicilline)
4.) Bio-activatie van reactieve intermediairs
=> Toxicologie doordat het geneesmiddel kan worden omgezet in het lichaam tot
een nieuw metaboliet die toxische eigenschappen heeft.
(VB = Acetaminophen (paracetamol))
5.) Idiosyncratisch toxiciteit
=> Komt vrijwel nooit voor en we begrijpen ze niet.
(VB = Nevirapine, Isoniazide)
,- Een geneesmiddel wordt gemetaboliseerd in het lichaam. Er ontstaat dan een mix
van metabolieten die kunnen aangrijpen op eiwitten. Die kunnen een acute,
mid-term of lange termijneffect hebben.
o Acute effect
1.) Acute orgaan falen
2.) Directe cytotoxiciteit
o Mid-term effect
1.) Cholestase
2.) Immuun mediated
3.) Inflammatie
o Lange termijneffect
1.) Kanker
2.) Allergie
3.) Veroudering
- Van chemische blootstelling tot toxiciteit: Adverse Outcome Pathways
- Bepaling van de toxiciteit:
o Frequentie/heftigheid van adverse drug reaction
=> F1(drug) + F2(chemistry drug) + F3(individueel)
1.) F1 (drug)
-> Dosis bepaalt of een effect farmacologisch of toxisch is, of er een
heftige bijwerking is of een milde.
2.) F2 (chemistry drug)
-> Chemische structuur van een drug is ook bepalend over wat er
gebeurd.
3.) F3 Biologie (individu)
-> Is iemand gevoelig voor dit medicijn? Zo ja, in hoeverre is de drug
toxisch voor dit individu.
,- Metingen om de principes van toxicologie te begrijpen over de oorzaak tussen de
relatie van blootstelling en effect (bepaling van toxiciteit):
o NOEL
=> No Observable Effect Level
(De laagste dosis waarbij geen effect is gemeten)
o NOAEL
=> No Observable Adverse Effect Level
(De laagste dosis waarbij geen toxisch effect is gemeten)
o LD50
=> Dosis waarbij 50% van de geteste organismen sterven (Lethal Dosis)
o TD50
=> Dosis waarbij 50% van de geteste organismen toxiciteit laten zien
o TC50
=> Concentratie waarbij 50% van het test systeem toxiciteit ondergaat
Concentratie = in vitro (in cellen kweekbakje)
Dosis = in vivo (in heel organisme)
- Nicotine toxiciteit
o Oorzaak van nicotinevergiftiging is door excessief stimulatie van de nicotine
cholinergische neuronen.
o Nicotine is een agonist van de nicotine acetylcholine receptor (nAChR)
o nAChR zijn aanwezig in de centrale en autonomische zenuwstelsel, en de
neuromusculaire junction
o Bij een lage dosis zorgt nicotine voor een stimulerend effect op deze
receptors
o Bij een hoge dosis of een continu blootstelling kan het een inhiberend effect
hebben wat leidt tot neuromusculaire blokkade
, - Hazard
=> Een stof dat potentieel iets kan beschadigen
Risk
=> Hazard + exposure (dan wordt het lichaam blootgesteld)
- De chemie van de stof
o Therapeutische drug development optimaliseert de structuur voor een
specifieke receptor: specificiteit is het doel
o Adverse drug reaction: elk receptor of een metabolische pathway kan worden
aangetast als de chemische structuur “toevallig” past
=> Non-specifieke interactie is het probleem
o Promiscuous => Drug interacts met meerdere targets
o Medium => Drug interacts met paar targets
o Selectief => Drug interact alleen met de bedoelde target
- Biologie van de individuen
o De functie van de target bepaald of er toxiciteit optreedt of niet, maar ook de
genetische variabiliteit onderling de populatie.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Donron2. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.58. You're not tied to anything after your purchase.