Begrip: internationaal Recht (internationaal publiek recht)
➔ Het geheel van rechtsregels die de internationale betrekkingen (mondiale
belangen: klimaat, economie, mensenrechten,…) regelen tussen
internationale rechtssubjecten (voornamelijk staten)
Rol/belang van het internationaal recht; staten naast elkaar kunnen bestaan (co-
existentie) en kunnen samenwerken (coöperatie)
1. IR bakent de bevoegdheden van staten af
a. Wie regeert?
b. Territoriale soevereiniteit: staat maakt de regels binnen zijn
grondgebied, niet daarbuiten. Er kan geen staat bemoeien met het
rechtssysteem in een ander land.
c. Wanneer een entiteit een staat is, hoe nieuwe staten ontstaan?
2. IR regelt de interacties tussen staten
a. Staten een geschil?
b. Staten mensenrechten niet respecteert?
c. Staat een andere staat binnenvalt?
3. IR zorgt ervoor dat staten kunnen samenwerken
a. Internationale organisaties
b. Verdragen ondertekenen
Kenmerken van het IR:
1. Horizontale (decentrale) rechtsorde
a. Elke staat is gelijk, soeverein
b. Onafhankelijk gezag uitoefenen
2. Geen centrale wetgever
a. Algemene Vergadering van de VN neemt enkel niet-bindende resoluties
b. Rechtsregels aanvaard via verdragen
c. Uitzondering: bv. Ius cogens → regels van internationaal recht die
fundamenteel zijn dat de Internationale Gemeenschap ze heeft
aanvaardt. Bindend voor alle staten.
3. Geen centrale rechter
a. Internationaal Gerechtshof heeft geen verplichte rechtsmacht
b. Sommige landen aanvaarden de rechtsmacht van het Hof niet →
Internationaal Gerechtshof niet bevoegd zijn
c. Europees Hof van Justitie en nationale rechtscolleges hebben wel
verplichte rechtsmacht
1
, 4. Geen wereldpolitie
a. Manieren van rechtshandhaving
i. VN Veiligheidsraad: afdwingingsmaatregelen opleggen aan
staten die wereldvrede bedreigen of verbreken
ii. Eigenrichting: staten kunnen bv. Economische sancties
opleggen aan staten die het internationaal recht hebben
geschonden
5. Afhankelijk van het nationale recht
a. Uitvoering van internationale mensenrechten verschilt van land tot land
6. Zeer uitgebreid
a. Verschillende onderwerpen, rechtsgebieden
i. Bv. Wereldvrede, klimaat, mensenrechten, economie,..
b. Algemeen IR, regionaal IR en bijzonder IR
7. Beïnvloed door de internationale politiek
a. Bv. Samenstelling van de VN-Veiligheidsraad → 5 permanente leden
zijn de winnaars van WO II
b. Bv. Trump-regering: → VS is uit het klimaatakkoord van Parijs
gestapt,…
Actoren – rechtssubjecten
Definitie: wat is een rechtssubject?
= Entiteiten of personen die de bekwaamheid bezitten om deel te nemen aan het
rechtsverkeer in de internationale rechtsorde; die internationale rechtspersoonlijkheid
bezitten.
Concreet: iemand die in het internationaal recht rechtssubjectiviteit bevat kan
- Internationale rechtshandelingen
- Internationale rechten bezitten
- Internationale verplichtingen hebben
- Rechten op internationaal niveau afdwingen
- Internationaalrechtelijk aansprakelijk worden gesteld wegens schenden van
zijn verplichtingen
2
,Rechtssubjectiviteit
- Volledige rechtssubjectiviteit: het subject kan op elk van de bovenste
manieren aan het rechtssysteem deelnemen → bv. Staten
- Beperkte rechtssubjectiviteit: het subject heeft sommige maar niet elk van de
bekwaamheden → individuen hebben wel rechten en verplichtingen onder het
IR maar een individuele kan geen verdragen sluiten (niet-statelijke actoren)
Definitie: wat is een staat?
= Een entiteit die soeverein is en beschikt over een bevolking, grondgebied en
regering.
Constitutieve bestanddelen van een staat:
1. Grondgebied
a. Ruimte waarover een staat daadwerkelijk, geldig en op exclusieve wijze
zijn bevoegdheden uitoefent (territoriale soevereiniteit)
i. Grond
ii. Ondergrond
iii. Binnenwateren
iv. Territoriale zee
v. Luchtruim erboven
2. Bevolking
a. Geheel van personen dat de duurzame wijze met een staat is
verbonden door de rechtsband van de nationaliteit
i. Permanent
ii. Geen minimumaantal
iii. Geen homogene groep
iv. Personen moeten nationaliteit van de staat hebben
3. Overheid die effectief gezag uitoefent (gezagsstructuur)
a. Interne dimensie: overheid moet in staat zijn om alle staatsfuncties uit
te oefenen t.a.v. zijn bevolking en binnen zijn grondgebied. Staat is vrij
dit te organiseren zoals hij wenst maar er zijn beperkingen.
Fundamentele kenmerken van een staat:
1. Soevereiniteit
a. Een staat heeft exclusief gezag ten aanzien van zijn grondgebied en de
daar levende bevolking en dit onafhankelijk van enig ander gezag.
2. Gelijkheid
a. Alle staten hebben gelijke rechten en plichten
b. Verschil juridische gelijkheid – politieke gelijkheid
3
, Eenheid van staat
= rechtssubjectiviteit komt toe aan de gehele staat. Hoewel elke staat bestaat uit
onderdelen is dit een interne aangelegenheid. Onderdelen van staten kunnen een
zelfstandige bevoegdheid hebben om internationale rechtsbetrekkingen aan te gaan.
Bv. Gemeenschappen en gewesten kunnen verdragen sluiten over hun materie.
Staatsvorming
= hoe komt een staat tot stand
1. Dekolonisatie
a. Recht op zelfbeschikking: volkeren het recht hebben om een eigen
staat te vormen met politiek bestel naar hun keuze, regeringsleiders.
2. Ontbinding
a. Uiteenvallen van een staat in twee of meerdere nieuwe staten waarvan
geen enkel geacht wordt de identiteit van de vorige over te nemen,
tenzij een akkoord.
3. Fusie – aaneensluiting
a. Twee of meerdere staten vormen samen een nieuwe staat en houden
daarbij zelf op te bestaan. Soms gaat de ene staat op in de andere.
4. Afscheiding
a. Een staat scheidt zich af van een andere staat, de moederstaat
b. Indien mét toestemming van de moederstaat: legaal (cessieverdragen)
c. Indien zonder toestemming van de moederstaat, uitzonderlijk wordt dit
toch aanvaard door de internationale gemeenschap.
➔ Niet toegelaten: verovering via geweld of oorlog
Juridische beoordeling van claims van nieuwe staten
Constitutieve elementen: totstandkoming van nieuwe staat
Andere factoren spelen een rol:
1. Legaliteit
a. Nieuwe staat mag niet tot stand komen op een manier die het
internationaal recht schendt
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller margauxfore. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.71. You're not tied to anything after your purchase.