Week 2 Rb. Noord Nederland 24 juni 2022 M en V hadden voor het aangaan van
hun GP een woning gekocht. V had hier
23.000 privévermogen voor gebruikt,
verkregen middels schenking. Door het
GP aan te gaan viel de schuld van M in
de gemeenschap. Hierdoor moest V
delen in de schuld voor 50%, de rb. vond
dit onwenselijk, dus V behield de
vordering van 23.000.
HR 2015 Geld dat is geleend voor de koop van
een woning en daarna bij verkoop niet
meteen terugbetaald hoeft te worden,
waardoor dit vermogen gebruikt wordt
om een nieuwe woning te kopen is dan
eigen vermogen. Van belang i.v.m. art.
1:95 BW, hiervoor streep je namelijk
schulden weg.
HR 1 mei 2015 Huis geleverd en op dezelfde dag is de
koopsom kwijtgescholden met
uitsluitingsclausule. Samenval van
rechtshandelingen, hierdoor valt de
uitsluitingsclausule op het hele huis.
HR 8 september 2017 Woning toebedeeld aan zoon, moeder
schijt de overbedelingssom kwijt onder
uitsluitingsclausule. Zoon heeft ¼
verkregen als erfgenaam zonder
uitsluitingsclausule en ¾ met
uitsluitingsclausule, vanwege samenval
van rechtshandelingen. De
uitsluitingsclausule zit hierdoor op het
huis. Door het eenheidsbeginsel valt de
woning in het privévermogen van de
zoon.
HR 11 mei 1984 (4 huizen) Eenheidsbeginsel.
De titel voor verdeling blijft de titel na
verdeling. Vroeger hoefde er niet apart
geleverd te worden, tegenwoordig wel
o.g.v. art. 3:182 jo. 3:186 BW.
Week 3 Hof Den Bosch 22 juni 2004 M en V spreken in het
echtscheidingsconvenant af dat M de
woning in zijn testament moet nalaten
aan hun gezamenlijke kinderen. Het hof
zegt dat dit niet in strijd is met art. 4:4 lid
1 en 2 BW. M wordt niet belemmerd in
, zijn vrijheid, want de bepaling heeft geen
erfrechtelijke verbintenis maar een
verbintenisrechtelijke. Het hof legt de
bepaling uit en bepaalt dat de
overwaarde van de woning gereserveerd
moet worden, de kinderen krijgen een
vordering die opeisbaar is bij overlijden.
Rb. Haarlem 3 augustus 2011 In het echtscheidingsconvenant is
bepaald dat M in zijn testament moet
bepalen dat 108.000 naar M moet. Deze
bepaling is in strijd met art. 4:4 BW en
dus nietig. De rb. vindt wel duidelijk wat
is beoogd en converteert daarom o.g.v.
art. 3:42 BW de bepaling.
Rb. Zeeland-West Brabant 13 M zou in testament de woning aan V
februari 2021 moeten nalaten. Bepaling is in strijd met
art. 4:4 BW. er wordt niet geconverteerd,
want in de ovk stond dat de bepaling
nietig zou kunnen zijn. Door de kennis
hiervan is geen conversie mogelijk.
HR Nolan/van Aalst (24 mei 1985) V kon een geslaagd beroep doen op art.
3:34 BW, geestelijke stoornis, want zij
was ten tijde van ondertekening van de
echtscheidingsconvenant opgenomen in
een psychiatrische kliniek.
HR Katwijkse boedelscheiding (16 M en V hadden afgesproken dat V in de
januari 1981) woning kon blijven wonen met de
kinderen. Hierdoor ontstond een
vordering van M op V. M eiste dit bedrag
op. HR zegt dat M wist van de financiële
situatie van V en dat zij het dus niet zou
kunnen betalen, dus kan hij o.g.v. de
redelijkheid en billijkheid geen beroep
doen op de bepaling uit het
echtscheidingsconvenant.
HR Dilemma II (15 november Kan alleen een beroep op dwaling
1985) worden gedaan als er een misvatting is
over wat zij als zeker en onbetwist
hebben geacht en als grondslag van de
ovk hebben gezien.
HR 8 januari 1990 V dreigde naar de FIOD te stappen als M
de echtscheidingsconvenant niet zou
tekenen.
Week 4 HR Ter Kuile/Kofman (29 april Rechtsverwerking van 1 jaar bij kosten
1994) van de huishouding.
HR Zeeuwse huwelijkse M is kandidaat-notaris en zal notaris
voorwaarden (9 september 2005) worden. Hij is met V gehuwd in
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller s-kers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.51. You're not tied to anything after your purchase.