Samenvatting Marketing 1 week 1:
Aantekeningen en PowerPoint
Er zijn veel definitiefs voor het begrip ‘marketing’ maar de afnemer staat altijd centraal.
Het marketingconcept veronderstelt dat de beste manier van marketing voeren is dié producten aan
te bieden die klanten willen hebben:
- Ondernemer behaalt ondernemingsdoelen (bijvoorbeeld winst) door de klant/afnemer
centraal te stellen.
- Ondernemer kijkt naar behoeften, wensen, verlangens en problemen van de doelmarkten
(afnemers).
Marketing op de vastgoedmarkten:
- Vroeger een vragersmarkt → vragers hebben de ‘macht’.
- Afgelopen jaren een aanbodmarkt → aanbieders hebben de ‘macht’.
- Nu gaan we richting de vragersmarkt
Bouwen waar de afnemer om vraagt is belangrijk voorprojectontwikkelaars/woningcorporaties.
Een onderneming moet een marketingstrategie ontwikkelen om haar doelen te bereiken. Een
marketingstrategie is de manier waarop een onderneming haar lange termijn doelstellingen door
marketing tracht te bereiken. De strategie geeft richting en is het uitgangspunt voor de
onderneming.
,Begrip marketing in verschillende afnemersgroepen:
o Consumentenmarketing → Particuliere afnemer staat centraal.
o Business-to-business marketing (industriële marketing) → Industriële afnemer staat
centraal, dit zijn ondernemingen en instellingen.
o Dienstenmarketing → Verkoop van iets ontastbaars, verschillende doelgroepen
o Overheidsmarketing → Overheid als klant staat centraal
Wat brengt een marketeer in beeld?
- Aantal consumenten, omvang markt
- Aantal aanbieders, ook wel concurrenten
- Totale afzet op de markt
Soorten vraag:
o Initiële vraag: eerste aanschaf van een goed
Duurzame gebruiksartikelen (bv. gezinsauto)
o Vervangingsvraag: vervanging van een hetzelfde eerder gekocht goed
Deze herhalingsaankoop bevestigd dat een product goed is
o Additionele vraag: tweede of derde exemplaar van een goed (dus extra)
o Soortvraag: vraag naar productsoort
o Merkvraag: vraag naar goed/dienst van bepaald merk
Marketing Myopia is de benaming die aan bedrijven wordt gegeven, die kortzichtig zijn en niet verder
kijken dan hun eigen product → te gefocust op eigen product waardoor rest markt vergeten wordt.
,De business definition moet passen binnen de ondernemingsmissie.
Concurrentieniveaus:
1. Behoefteconcurrentie → ‘De strijd om de euro van de consument’
(een nieuwe keuken of een cruise maken?)
2. Generieke concurrentie → Concurrentie tussen alternatieven van dezelfde behoefte
(een tent, villa, woonboot, pension, et cetera)
3. Producttypeconcurrentie → Concurrentie tussen verschillende typen van een product
(villa = luxe bungalow, appartement = patiobungalow)
4. Merkenconcurrentie → Concurrentie van merken op producttypeniveau
(Rabobank hypotheek, ING-hypotheek of Woonfondshypotheek)
Door de inzet van marketingmodellen wordt de markt bewerkt om verkoop van een product of
dienst te realiseren. We behandelen drie marketingmodellen:
1. Marketingmixmodel (4 P’s)
plaats is bij Retail letterlijk de plek
promotie is tijdelijk
Marketingmodel makelaars 3P’s → plek, prijs en presentatie.
2. 3R-model
, 3. Product marktcombinatie (PMC)
Eén product of één dienst is vaak voor meerdere doelgroepen
(markten) interessant. Maar dat wil niet zeggen dat er een soort
‘one size fits all‘ van gemaakt hoeft te maken. Door te
segmenteren kunnen meer markten ontdekt en onderscheiden
worden.
Een PMC is een unieke combinatie van een product voor een
specifieke groep klanten. Vijf stappen om een PMC te maken.
Doelgroep bepalen, probleem, oplossing, bijdrage en resultaat.
Stof uit het boek
DESTEP = Demografisch
Economisch
Sociaal
Technologisch
Ecologisch
Politiek
DESTEP zijn niet beïnvloedbare macro factoren.
De negatieve kant van marketing is dat het nep en overdreven over kan komen, oplichterij.
Nadruk op de verkoop, ‘Alles kan verkocht worden’ → verkoopconcept
Beter inspelen op wensen en behoefte van de afnemer dan komt de consument bij ons kopen →
marketingconcept
‘Markets are people’
Socidal marketing → bijdrage maatschappij
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller floorvandervelde1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.