Vermogensrecht is een van de rechten die valt onder het privaatrecht. Vermogen bestaat uit rechten
en plichten oftewel bezittingen en schulden op een bepaald moment. ‘Een vermogen omvat alle op
geld waardeerbare rechten en plichten toebehorend aan een persoon’.
Het materiële recht regelt de bevoegdheden en de verplichtingen van de rechtssubjecten.
,Een werk moet door mensen gemaakt zijn (brug,
bushokje etc.). Duurzaam houdt in dat het diep in de
grond zit, grondroering nodig om het te verwijderen.
Onroerend → je gaat het niet roeren want het blijft er
langdurig. Duurzaam verenigde planten is niks.
Het verschijnsel dat een bepaalde zaak één geheel gaat vormen met een andere zaak noemen we
natrekking.
Een afhankelijk recht is een recht dat zodanig aan een ander recht verbonden is, dat het niet zonder
dat recht kan bestaan (art. 3:7 BW). Een afhankelijk recht kan geen zelfstandig bestaan leiden en kan
evenmin zelfstandig worden overgedragen. Voorbeeld: het recht van hypotheek is een afhankelijk
recht van het vorderingsrecht (de geldlening) waarvoor ze is gevestigd.
Het meest omvattende recht is het eigendomsrecht (art. 5:1 BW). De eigenaar kan van het
eigendomsrecht bepaalde bevoegdheden afsplitsen en aan een ander geven. Dit afgesplitste recht is
een beperkt recht (art. 3:8 BW). Een beperkt recht geeft genot of zekerheid. Er bestaat een
gelimiteerd aantal beperkte rechten. Een beperkt recht is altijd een afhankelijk recht. Met een
beperkt recht beperk je dus het eigendomsrecht van een ander. Er bestaan zes soorten beperkte
rechten:
Goederen (zaken en vermogensrechten), kunnen verdeeld worden in registergoederen en niet-
registergoederen. Registergoederen zijn goederen waarvoor - willen ze gevestigd of overgedragen
kunnen worden - inschrijving in de daartoe bestemde openbare registers noodzakelijk is (art. 3:10
BW).
- Alle onroerende zaken (art. 3:89 BW).
- Sommige roerende zaken, zoals bepaalde schepen (vgl. art. 8:199 BW) en luchtvaartuigen
(art. 2 Maatregel Teboekgestelde Luchtvaartuigen).
Alle andere goederen zijn dus automatisch niet-registergoederen.
, Totstandkoming rechtshandeling (art. 3:33 BW) → “een rechtshandeling vereist een op een
rechtsgevolg gerichte wil die zich door een verklaring heeft geopenbaard”. Verschillende soorten
rechtshandelingen:
1. Eenzijdig en meerzijdig (overeenkomst)
2. Gericht (naar specifiek persoon) en ongericht
3. Verricht onder tijdsbepaling of voorwaarde
a. Opschortende voorwaarde → de rechtshandeling (schenking) krijgt pas werking op
het moment dat de toekomstige gebeurtenis plaatsvindt.
b. Ontbindende voorwaarde → de rechtshandeling krijgt onmiddellijk werking, maar
deze werking vervalt op het moment dat de toekomstige gebeurtenis plaatsvindt.
Het inroepen van een ontbindende voorwaarde heeft geen terugwerkende kracht.
De overeenkomst heeft immers bestaan! Bij ontbinding ontstaan er wel
verplichtingen om datgene wat intussen is verricht weer ongedaan te maken.
Met terugwerkende kracht houdt in dat iets wat in het heden gebeurt, gevolgen heeft voor het
verleden.
Voor het tot stand komen van een geldige rechtshandeling moet aan een aantal vereisten zijn
voldaan:
1. Aan de persoon die de rechtshandeling verricht
Deze moet handelingsbekwaam en handelingsbevoegd zijn.
2. Aan de rechtshandeling zelf
De op een rechtsgevolg gerichte wil moet zich door een verklaring hebben openbaard. Dus
geen bedrog, bedreiging etc..
Wordt aan één van deze vereisten niet voldaan, kan dat drie gevolgen hebben:
1. Nietigheid → Gericht op bescherming openbare orde. Overeenkomst dient nooit te hebben
bestaan. (handelingsonbevoegd, in strijd met wet, openbare orde en goede zeden etc.)
2. Vernietigbaarheid → Gericht op bescherming personen. Vernietigbaarheid moet ingeroepen
worden. Terugwerkende kracht. (handelingsbekwaam, wilsgebreken)
3. Niettemin geldig → Wanneer de wet een rechtshandeling verbied maar het gebrek te gering
is om daaraan de sanctie van nietigheid te verbinden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller floorvandervelde1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.