PROBLEM SOLVING CURSUSDAG 1 JUMP
Lever de volgende opdrachten uit dit document in op Brightspace.
Gebruik maximaal 300 woorden per antwoord op een vraag.
Vraag 1
Vraag 2
Vraag 3, óf Vraag 4
Vraag 5
Vraag 6, óf Vraag 7
Vraag 8
Vraag 9 (in totaal dus 7 vragen)
Vraag 1
In deel 1 "verantwoording" van het Basisdocument VO (onderbouw) wordt notie gemaakt dat de
kerndoelen van de onderbouw globaler zijn geworden.
Benoem 1 voordeel én 1 nadeel aan het globaler maken van de kerndoelen. Bespreek tevens de positie
van dit basisdocument; m.a.w. beredeneer of jij vindt dat dit basisdocument de leidraad moet zijn voor
het vak LO in de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Bekijk daartoe de opzet van het boek (door er
doorheen te bladeren en een indruk te vormen).
Voordeel: Je kunt zelf meer bepalen en hebt meer vrijheid in hoe je het onderwijs invult. Ook is het
belangrijk dat je de leerlingen een zo breed mogelijk scala aan sporten aanbiedt.
Nadeel: Door specifiekere doelen is er duidelijk wat bereikt moet worden en zal er meer in
gespecificeerd in zijn, dus ook meer onderzoek naar gedaan zijn wat de beste manieren
zijn om die doelen te behalen. Als je de doelen globaal houdt, zullen er meer manieren
zijn om dat globale doel te behalen, maar zal er niet gauw verder onderzoek gedaan
worden naar hoe je één specifiek doel kan bereiken. Ook wordt de beoordeling en
invulling heel erg docentafhankelijk.
Vraag 2
Na de herfstvakantie word je gevraagd op je stage om een les rondom het thema “springen” te doen.
Hierdoor wil je dat leerlingen een handstand overslag op de kast met behulp van een minitrampoline
doen. Je werkt met 2 differentiaties, differentiatie 1 gaat via een versnellende aanloop naar de
trampoline en differentiatie 2 gaat via het afspringen van een verhoogd vlak.
Geef aan middels kinetische en potentiële energie welke differentiatie meer geschikt is voor “basis”-
leerlingen en welke differentiatie meer geschikt is voor “vervolg” leerlingen.
Basis: Voor de leerling met een basis niveau zal het makkelijker zijn om differentiatie 2 toe te
passen, omdat het makkelijker is om vanuit een verhoogd vlak, hoogte energie te
creëren, omdat je daardoor automatisch kinetische energie omhoog krijgt.
Hierbij hebben zij potentiële energie door de hoogte waarop zij beginnen en hoeven zij
dus geen energie op te wekken door te rennen. De potentiële energie wordt omgezet in
kinetische energie zodra zij in de trampoline springen (van de hoogte af). Zij hoeven geen
voorwaartse kinetische energie om te zetten naar kinetische energie in de hoogte en
daardoor kunnen ze zich meer focussen op de beweging en minder op de kracht
genereren.
Ook is het makkelijker om vanuit deze situatie op de kop te komen (handen op het
steunvlak)
Vervolg: Voor de vervolg-leerlingen zal differentiatie 1 toegepast kunnen worden. Deze kunnen
namelijk de extra uitdaging aan om de voorwaartse kinetische energie die zij opwekken
via een aanloop om te zetten naar kinetische energie in de hoogte.
, Vraag 3
Bekijk video 1 in cursusdag 1. Bekijk de opstelling. De blauwe trampoline, waarin wordt gesprongen,
staat schuin. Beredeneer waarom de trampoline schuin staat en wat dit voor gevolgen heeft voor de
sprong van Lotte over de kast. Wat zal er met de sprong gebeuren als je de trampoline nog schuiner zet
in deze opstelling?
De sprong uit een trampoline zal van nature loodrecht uit de trampoline komen tenzij je veel kracht
genereert in een andere richting, bijvoorbeeld door middel van een aanloop.
In de situatie op de video is er weinig ruimte voor een aanloop op de kasten en loopt/springt de beweger
van de kasten af.
Hierdoor is een schuine trampoline in de richting van de beweging het meest efficiënt als de trampoline
schuin staat, waardoor je de voorwaartse beweging in stand houdt.
Als je de trampoline nog schuiner zet, zal Lotte dus nog meer naar voren gelanceerd worden (eventueel
tegen de kast aan) en zal Lotte minder omhoog gelanceerd worden.
Vraag 4
Bekijk video 2 uit cursusdag 1. Verklaar met behulp van de biomechanische begrippen, ‘potentiële
energie’ en ‘kinetische energie’ waarom Ton niet over de kast heen komt en Jona en Lotte wel.
Tijdens de sprong in de trampoline gaat Ton een klein beetje door zijn benen, waardoor een deel van de
kinetische energie verloren gaat en hierdoor zal hij minder hoog komen. Hij had dus minder
vormspanning. Ook strekt hij zijn benen te vroeg uit en kan hij dus niet over de kast op komen.
Bullshitantwoorden:
Of het ligt aan zijn massa, want hij is klein.
Vraag 5
Bekijk video 3 uit cursusdag 1. In de video zie je Fabian, Lotte, Annelotte en Jona een streksprong maken
in de trampoline. Het doel van deze situatie is om zo hoog mogelijk te springen. Geef aan wat het
verschil is in sprongtechniek tussen de vier docenten. Als je 1 docent een impliciete tip zou mogen geven
om nog hoger te springen, wie kies je dan en wat zou deze tip zijn?
Fabian: Wat zie ik? Lompe aanloop (platvoeten), kromme benen in de trampoline, veert niet
genoeg in en valt daardoor naar voren/moet uitstappen.
Expliciete tip: Voorspanning
Impliciete tip: Ren zo snel als een cheeta op de trampoline af en spring dan zo stijf als een potlood in de
trampoline
Vraag 6
Bekijk video 4 uit cursusdag 1. Bij de landing werken er grote krachten op het lichaam, deze krachten
worden ook wel ‘remkracht’ genoemd. Wat kan Fabian doen om deze krachten op het lichaam te
verminderen? Maak in de uitleg gebruik van de biomechanische formule ‘W = F * s’ [zie powerpoint slide
15].
Hij kan meer inveren door zijn benen. Bij deze beredenering ga je ervan uit dat W hetzelfde blijft.
Wanneer hij de s (= de invering) zo groot mogelijk maakt, zal F (= de remkracht) kleiner worden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ccjvh. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.