Examenstof filosofie
Dahl
Ondanks de vele gebreken ziet Dahl de democratie als de beste staatsvorm. Hij geeft hiervoor 10
voordelen:
1. Democratie helpt een regering van wrede autocraten te voorkomen.
2. Democratie garandeert als enige fundamentele rechten.
3. Democratie verzekert de meeste persoonlijke vrijheid.
4. Democratie helpt burgers hun fundamentele belangen te beschermen.
5. Alleen democratie garandeert vrijheid tot zelfbeschikking.
6. Alleen democratie kan mensen in staat stellen om morele verantwoordelijkheid te nemen.
7. Democratie bevordert menselijke ontwikkeling.
8. Democratie bevordert politieke gelijkheid.
9. Moderne representatieve regeringen voeren geen oorlog met elkaar.
10. Democratieën zijn welvarender.
H1 Wie mag er meedoen in een democratie? Volk of expert?
Plato-> koning filosofen (experts)
Dahl-> expertise is onmogelijk (volk)
Mill -> pluraal stemrecht (volk)
Schumpeter -> gekozen politici (experts gekozen door volk)
Plato (koning filosofen/experts)
Plato is tegen de democratie, omdat hij denkt dat maar enkelen voldoende intellectuele en morele
kennis hebben om te regeren.
Zijn mensbeeld is dualistisch= de mens bestaat uit een veranderlijk/sterfelijk lichaam en een
onveranderlijk/onsterfelijke ziel. De ziel is in 3 delen te verdelen die hij koppelt aan een kleur en een
plek in de maatschappij: de rede/goud/heersers, het gemoed/zilver/wachters en de
begeerte/brons/werkenden.
Om mensen te laten schikken voor hun positie gebruikt Plato de nobele leugen= god vermengt
iedereen bij de geboorte met een kleur, die past bij jouw kwaliteiten. Hierdoor is de samenleving
harmonieus en rechtvaardig.
Plato kent 2 werelden: de schijnbare wereld van de materie en de echte wereld van de Ideeën. De
materiële wereld is een afspiegeling van de Ideeënwereld. Filosofen hebben inzicht verworven uit de
Idee van het Goede en Rechtvaardige.
Mannen en vrouwen worden geselecteerd uit de wachters/soldatenklasse door hun sterke rede. Na
jaren opleiding worden zij koning filosofen= iemand die beschikt over filosofische en morele kennis
samen met de kunde van het regeren.
In een aristocratie heb jee veel kans op corruptie. Plato wil dit voorkomen door:
1. Geen bezit voor koning filosofen.
2. Geen partner/kinderen voor koning filosofen.
3. De nobele leugen.
Dahl (volk/reactie op Plato)
Dahl keert zich tegen een regering van experts, omdat de wetenschap van het regeren niet bestaat en
de politiek nooit afhankelijk kan zijn van technologische kennis. Volgens Plato ontbreekt het de
gewone mens aan 3 deugden:
1. Morele kennis -> alleen koning filosofen weten wat goed is; het volk is te kortzichtig.
2. Morele houding -> alleen koning filosofen hebben de wil om het goede na te streven.
Dahl -> de wetenschap van het regeren bestaat niet en de moreel is subjectief.
3. Technische kennis -> koning filosofen hebben verstand van zaken.
Dahl -> technische expertise alleen is niet voldoende om tot een rechtvaardig besluit te komen en
er is geen expert op het gebied van moraal.
, Mill (volk met pluraal kiesrecht)
Utilisme= grootste geluk voor de grootste groep.
Mill pleit voor een representatieve democratie met pluraal kiesrecht= de stem van de 1 telt
zwaarder dan die van een ander.
Een alleenheerser heeft volgens Mill nooit genoeg kennis om op alle gebieden de juiste besluiten te
kunnen nemen.
Mill geeft 2 argumenten voor de democratie:
1. Kennis van burgers geeft volledigere informatie, omdat mensen uit alle rangen en standen
mee kunnen doen.
2. Democratie is rationeler door de vrijheid van meningsuiting. De beslissingen zijn rationeler,
omdat de regering verantwoording af moet leggen.
Mensen met weinig scholing hebben minder stemrecht en analfabeten/mensen die geen belasting
betalen hebben geen stemrecht. Toch ziet Mill in dat algemeen kiesrecht zorgt voor meer
betrokkenheidmeer informatiebetere beslissingen.
Schumpeter (experts gekozen door het volk)
Volgens Schumpeter is de mens niet rationeel genoeg op politieke beslissingen te kunnen nemen.
Hun rol moet beperkt worden tot het kiezen van mensen die hen regeren.
Mensen zijn irrationeel door groepsdruk en de onbewuste beïnvloeding van reclame. Rationaliteit
ontbreekt al in het dagelijks leven en dit versterkt op politiek vlak.
Burgers zien in dat hun stem 1 van vele is en verdiepen zich niet in de politiek, omdat het niet loont.
Ze voelen geen verantwoordelijkheid. De stem die ze uitbrengen is daardoor niet in het belang van de
algemene wil, maar een door politici gemanipuleerde wil.
Het volk kiest een elite die voor hen regeert. Zij moeten ongestoord hun werk kunnen doen.
H2 Komen mensen tot bloei in een democratie? Goed of slecht?
Aristoteles hield zich bezig met ‘leven’ en ‘goed leven’. Je leeft een goed leven als je je potentie
verwezenlijkt tot het wezen dat je van nature bent. Deze menselijke natuur kan alleen tot zijn recht
komen in een stimulerende omgeving.
Contemplatie=denkend/sprekend tot een beeld van het goede leven komen.
Dahl -> vrijheid en gelijkheid zorgen voor socialere mensen die in staat zijn zich te ontplooien.
Mill -> representatieve, liberale democratie (goed)
Rousseau-> directe democratie met sociaal contract (goed)
Nietzsche -> democratie belemmert de übermensch (slecht)
Plato -> democratie is gevaarlijk (slecht)
De Tocqueville -> voorzichtig optimistisch als je de gevaren bestrijd
Mill (representatieve democratie/goed)
Volgens het mensbeeld van Mill worden we gedreven door het instinct om genot te vinden en pijn
te mijden. Dit is gebaseerd op het utilisme (je eigen belang is het belang van de anderen)
Mills liberalisme wordt het ontplooiingsliberalisme genoemd= vrijheid om te denken en een
levensplan te volgen dat past bij wie jij bent. Men moet zich vormen tot vrije, creatieve, zelfstandig
denkende en levende mensen.
Mill is voorstander van de democratie vanwege de betekenis van participatie voor de ontwikkeling
van individualiteit, sociaal goed en het algemeen nut.
1. Maximaliseert geluk
2. Zorgt tot zelfontplooiing en individuele vrijheid
3. Leidt tot betrokkenheid, intelligente burgers en moreel ontwikkelde burgers
4. Leidt tot betere ideeën
Mill pleit voor een representatieve democratie met een evenredige vertegenwoordiging= aantal
stemmen/aantal zetels.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amygrcm. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.76. You're not tied to anything after your purchase.