Onzelfstandige beroepsbevolking: mensen die een betaalde baan hebben. Zij bevinden zich in een
afhankelijkheidspositie ten opzichte van een ander (de werkgever). Tussen de werknemer en
werkgever is er sprake van ongelijkheid. Om die ongelijkheid te compenseren biedt het NL
arbeidsrecht veel bescherming aan de werknemer. Deze onzelfstandige beroepsbevolking bestaat uit
3 groepen:
1. Private sector:
Het bedrijfsleven, het geheel van instellingen en bedrijven die niet vanuit de overheid maar vanuit
privé-initiatief aangestuurd worden.
2. Publieke sector:
Dit zijn de ambtenaren. Zij zijn in dienst van de overheid.
3. Semipublieke sector:
Zij zijn verbonden aan organisaties en instellingen binnen de private sector, die financieel afhankelijk
zijn van de overheid. Bijv. onderwijs, verpleeghuizen, etc.
Zelfstandige beroepsbevolking: zij zijn tijdens de uitoefening van hun werkzaamheden niet
onderworpen aan opdrachten van anderen.
Zzp’ers: zelfstandige ondernemers zonder personeel.
Sociaal recht heeft betrekking op de rechtspositie van de werknemer in de onzelfstandige
beroepsbevolking.
Op 1 januari 2020 is de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) in werking getreden. De
wet heeft tot gevolg dat het overgrote deel van de ambtenaren het arbeidsrecht van toepassing is. Er
blijft wel een ambtenaren wet van kracht. Voor een aantal groepen ambtenaren geldt het gewone
arbeidsrecht niet.
Rechtsbronnen die van toepassing zijn op de werkrelatie tussen werknemer en werkgever:
1. Het arbeidsovereenkomstenrecht:
Te vinden in het boek 7 titel 10 BW. Belangrijke wetten zijn: Wet flexibiliteit en zekerheid (doel:
enerzijds dat het de werkgevers mogelijk wordt gemaakt flexibeler en slagvaardiger over personeel
te beschikken en anderzijds kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt meer zekerheid bieden, de wet
werk en zekerheid (doel: een halt toeroepen aan de ontwikkeling dat steeds minder mensen een vast
arbeidscontract krijgen, een einde maken aan ongewenste ontwikkelingen op het terrein van het
ontslagrecht en minder lange uitkeringen op de WW), en de wet arbeidsmarkt in balans (doel: de
niet gehaalde doelstellingen van de WWZ alsnog realiseren).
2. het vermogensrecht in het algemeen:
speciale regeling voor algemene regeling.
3. Overige wetten
4. Jurisprudentie
5. Cao
Veel belangrijke rechtsregels zijn te vinden in de grote aantallen cao’s die jaarlijks worden gesloten
tussen een individuele werkgever/ meer werkgeversorganisaties enerzijds en vakbonden anderzijds.
6. Verdrag
, Implementatie: op grond van Europese verdragen zijn richtlijnen uitgevaardigd die de Eu-landen
dienden om te zetten in nationale regelgeving.
Dwingend recht: recht waarvan niet of niet ten nadele van de werknemer mag worden afgeweken.
Driekwartdwingend recht: recht waarvan uitsluitend kan worden afgeweken bij cao of bij regeling
door een bevoegd bestuursorgaan.
Semidwingend recht: recht waarvan alleen kan worden afgeweken bij een schriftelijk aangegane
overeenkomst.
Aanvullend recht: recht waarvan altijd mag worden afgeweken.
Absolute competentie:
Civiele sector bestaat uit kantonrechter en de gewone civiele rechter.
De kantonrechter is absoluut bevoegd als het om arbeidsgeschillen gaat (rechter in eerste aanleg). Er
bestaat maar 1 uitzondering geschillen tussen de bestuurden en de nv of bv waarvoor hij
werkzaam is, worden door de gewone civiele rechter beslist mits het een vordering betreft van meer
dan 25.000 of het bedrag is onbepaald.
Als 1 van de partijen het niet eens is met de rechter in eerste aanleg, kan hoger beroep worden
ingesteld bij het gerechtshof. Na hoger beroep kunnen partijen nog in cassatie gaan bij de hoge raad.
Relatieve competentie:
Arrondissement bepaald gebied waaraan een rechtbank is toegekend. Vestigingsplaats de plaats
waar de kantonrechters gevestigd zijn. Regel= bevoegd is de kantonrechter van de woonplaats of
vestigingsplaats van de wederpartij of de plaats waar de arbeid gewoonlijk wordt verricht.
Hoofdstuk 2
Het BW onderscheidt 3 overeenkomsten:
1. De arbeidsovereenkomst (art. 7:610 lid 1 BW)
- Arbeid verrichten, persoonlijk
- Loon uitbetaling
- In dienst van de andere partij (gezagsverhouding)
2. De overeenkomst tot aanneming van werk (art. 7:750 BW)
- Aannemer brengt werk van stoffelijke aard tot stand en op te leveren, tegen een door de
opdrachtgever te betalen prijs.
- Geen dienstbetrekking
3. De overeenkomst van opdracht (art. 7:400 BW)
- Opdrachtnemer verbindt zich tegenover opdrachtgever om werkzaamheden te
verrichten
- Geschiedt anders dan op basis van arbeidsovereenkomst (geengezagsverhouding)
- Werkzaamheden iets anders dan werk van stoffelijke aard (bijv. freelancer die als docent
werkt).
Het kan van groot belang zijn, welke van de drie overeenkomsten van toepassing is op een bepaalde
werkrelatie. Arbeidsovereenkomst heeft bijv. veel dwingend recht.
Wanneer sprake van een gezagsverhouding art. 7:610 BW (in dienst van):
Eenzijdige instructies: als werkgever gerechtigd is eenzijdige instructies te geven aan werknemer. Dit
wordt verder uitgewerkt in het groen/Schroevers arrest. Daaruit bestond een:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lina21070555. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.57. You're not tied to anything after your purchase.