100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Literatuur Erfrecht II (JUR-4ERFR2) $7.83   Add to cart

Other

Literatuur Erfrecht II (JUR-4ERFR2)

 18 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

De literatuur die op Brightspace is gezet samengevat. Het handboek heb ik niet gelezen dus deze is hier niet in verwerkt. Dus alleen samengevat wat op Brightspace is geplaatst. Jaar 2023. Succes met leren!

Preview 3 out of 23  pages

  • May 10, 2023
  • 23
  • 2022/2023
  • Other
  • Unknown
avatar-seller
Literatuur erfrecht II.

Mellema-Kranenburg, Blokland, Kolkman, Albers-Dingemans, Schols, Concept-Eindverslag
Commissie Erfrecht KNB inzake Boek 4 BW (I en 2 ) Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat
en Registratie, 6866 en 6867 (2010), thans Eindverslag ook gepubliceerd in Ars Notariatus
150, Kluwer Deventer 2012.
- https://repository.ubn.ru.nl/bitstream/handle/2066/85135/85135.pdf?sequence=1&isAl
lowed=y
Niveau dat je moet behalen.

Men wordt geacht de colleges voor te bereiden aan de hand van het Handboek Erfrecht
(Kluwer 2020) en de zevende druk van Gemeenschap, deel B-9 in de serie Monografieën
BW, door prof. mr. M.J.A. van Mourik/prof. mr. F.W.J.M. Schols. U dient zelf de passages uit
de literatuur die horen bij de aan de orde zijnde onderwerpen te selecteren.
- https://www.bol.com/nl/nl/f/gemeenschap-b9/30550823/
- https://www.bol.com/nl/nl/p/handboek-erfrecht/9200000128416425/?Referrer=ADVN
LGOO002008N&gclid=Cj0KCQiA8t2eBhDeARIsAAVEga0y6QqroHEeJPLmdMBgW7
MVKPpR2hl9VzblPbEZ1_z-v7MYGr-dci8aAktuEALw_wcB

Week 1 (1 feb): inleiding en overgangsrecht.
Handboek onderdeel overgangsrecht.




Kolkman, De goede notaris, SDU/KNB 2010, p. 187 – 189.

Niet kunnen vinden.

Estate tip 2004 42 overgangsrecht en OBV: Een ouderlijke boedelverdeling onder
voorwaarde is nog géén voorwaardelijke erfstelling, oftewel de ene legitimaris is de andere
niet.

Uiterste wilsbeschikking is gemaakt onder oud erfrecht en valt open onder nieuw erfrecht. 2
zonen, een is benoemd tot enig erfgenaam.
Rechtsvraag = is onze legitimaris op grond van uitleg van de betreffende uiterste
wilsbeschikking erfgenaam geworden of slechts schuldeiser en hoe dient de omvang van
zijn legitieme portie berekend te worden?
Geen twijfel, Norbert is enig erfgenaam. Er is in voorzien dat voor het geval Matthieu de
positie van erfgenaam zou weten te bemachtigen, hetgeen alleen via een
goederenrechtelijke legitieme of via uiterste wilsbeschikking die doelt op een voorwaardelijke
erfstelling (quod non) mogelijk is, hem een beschermend jasje aangedaan wordt, te weten
een verticale ouderlijke boedelverdeling. Uit de formulering blijkt echter duidelijk dat de
verticale ouderlijke boedelverdeling niet van meet af aan geldt.
Onze conclusie zou dan ook luiden dat Norbert enig gerechtigde is.

Hoe zit het dan met de zo belangrijke notariële voorzichtigheid? De notaris komt in alle
gevallen in zijn verklaring van erfrecht, of hij nu, zoals wij in casu, tot een

,verbintenisrechtelijke legitieme concludeert of dat hij tot een goederenrechtelijk oordeel
komt, toch niet om de mededeling heen dat alleen Norbert gerechtigd is tot alle goederen
van de nalatenschap en derhalve als enige bevoegd om over de goederen van de
nalatenschap te beschikken. Of het nu is op grond van de goederenrechtelijke kracht van de
ouderlijke boedelverdeling of op grond van het karakter van het enig erfgenaamschap.
Rest ons de vraag of er gerekend dient te worden met een legitimaire fractie van ‘de helft
van’ (nieuw recht) of met een legitimaire fractie van ‘twee/derde van’ (art. 4:961 lid 2 oud
BW). Ook hier laat de bedoeling van moeder niets aan duidelijkheid te wensen over. De
oudste zoon is enig erfgenaam. De enige schadevergoedingsverplichting die hij kan
oplopen, is die op grond van de legitieme portie van broerlief en wel berekend naar nieuw
erfrecht, oftewel rekenen met ‘de helft van ’ in de zin van artikel 4:64 lid 1 BW. Waarom?
Artikel 128 Overgangswet geeft u het antwoord.

Estate tip 2004 10 enig met uitzondering van: ‘Enige met uitzondering van’ is het
spiegelbeeld van ‘ niet meer dan’, oftewel liever een erfgenaam te veel dan één te weinig!

Goederenrechtelijke uitleg = erfgenaamschap.
Verbintenisrechtelijke uitleg = slechts vordering in geld.

Kortom, ‘notarieel-praktisch’ gezien zal men bij twijfel geneigd moeten zijn om van de
goederenrechtelijke aanspraak van de legitimaris uit te gaan in de plaats van de
verbintenisrechtelijke, omdat als de beslissing achteraf verkeerd blijkt uit te vallen in dat
geval de schade waarschijnlijk kleiner is dan in het geval dat (in rechte) zou blijken dat het
ingenomen standpunt voor een verbintenisrechtelijke aanspraak onjuist zou zijn.
Beschikkingsonbevoegdheden zijn dan, behoudens derdenbescherming, niet van de lucht.
Zolang de Hoge Raad niet gesproken heeft, kan de praktijk ons inziens beter inzetten op
een handtekening te veel dan op een handtekening te weinig. Vanzelfsprekend hopen wij
dat – in het kader van een soepele boedelafwikkeling – Kraans visie de juiste blijkt te zijn.
Laten we vooralsnog voorzichtig zijn.

‘Ik benoem mijn genoemde echtgenote tot mijn enige erfgename met uitzondering van het
gedeelte daarvan, dat eventueel door anderen als wettelijk erfdeel blijkt te worden
gevorderd.’
Kraan legt klemtoon op ‘enige’ waardoor de verbintenisrechtelijke uitleg speelt.

Estate tip 2004 14 gezamenlijk en gelijke delen: ‘Gezamenlijk en voor gelijke delen’,
plaatsvervulling of aanwas, of heel gewoon erfrecht ab intestato?‘

Ab intestato = zonder testament.

M testeert in 1987 en overlijdt in 2003, heeft 3 kinderen en is gehuwd. 1 kind heeft zelf weer
4 kinderen. De andere kinderen van M hebben geen kinderen. De drie kinderen van M
hebben de nalatenschap verworpen. Vader heeft de volgende erfstellingen opgenomen:
‘Ik benoem tot mijn enige erfgenamen: A. voor één duizendste gedeelte van mijn
nalatenschap mijn echtgenote; en B. voor negenhonderdnegenennegentig/duizendste
gedeelte van mijn nalatenschap mijn kinderen, zulks voor wat betreft de erfdelen van mijn
kinderen met toepassing van de regels van plaatsvervulling als in het erfrecht bij versterf
waarbij de plaatsvervulling zal gaan vóór de aanwas.’

, Welk recht is van toepassing op de casus, oud of nieuw erfrecht? Over het toepasselijke
erfrecht kunnen we kort zijn. Het nieuwe (erf)recht heeft onmiddellijke werking zegt artikel
68a van de Overgangswet. Is onverkorte toepassing van dit overgangsrechtelijke beginsel
billijk? Want er zijn in de uiterste wil immers beladen begrippen opgenomen die ten tijde van
het opmaken van de uiterste wil een andere betekenis hadden dan thans onder het nieuwe
recht.
Memorie van toelichting van de Overgangswetgeving: ‘De uitlegging van uiterste
wilsbeschikkingen verdient bijzondere aandacht wanneer die beschikkingen zijn gemaakt
vóór de invoering van het nieuwe recht door iemand die nadien overlijdt. Blijkens art. 4.3.1.8
lid 1 [art. 4:46 BW, SBS], dat onmiddellijke werking heeft (art. 68a Ow) dient bij de uitlegging
van uiterste wilsbeschikkingen te worden gelet op de verhoudingen die de uiterste wil
kennelijk wenst te regelen, en op de omstandigheden waaronder de uiterste wil is opgesteld.
Tot die omstandigheden behoort ook het recht dat gold toen de uiterste wil werd gemaakt.
Heeft de erflater bijvoorbeeld ‘vererving volgens de wet’ of een vergelijkbare clausule in zijn
testament opgenomen, dan moet er in beginsel van worden uitgegaan dat daarmee is
bedoeld de wet die van kracht was ten tijde van het maken van het testament. Hetzelfde
geldt, indien in een uiterste wil wordt verwezen naar de regels omtrent plaatsvervulling [...].’
[cursivering van ons, SBS].

Door de verwerping van de drie kinderen van M geldt niet de bepaling van het testament dat
er aanwas van de kindsdelen bij V plaatsvindt. Welk recht is van toepassing?
Memorie van toelichting van de Overgangswetgeving: ‘Hetzelfde geldt, indien in een uiterste
wil wordt verwezen naar de regels [...] omtrent aanwas, die in het nieuwe Boek 4 verschillen
van die van het huidige recht’.
Hier is ons inziens de oude spelregel over de aanwas van toepassing, zodat er op grond van
lid 2 van artikel 1049 oud BW geen aanwas plaatsvindt, omdat erflater uitdrukkelijk
breukdelen genoemd heeft, te weten 1/1000e en 999/1000e. Van een gezamenlijke
benoeming wordt niet gerept.
De uiterste wil en daarmee het testamentaire erfrecht is derhalve door het ontbreken van
aanwas voor wat betreft de benoeming van de kinderen, volledig uitgewerkt, zodat voor het
vrijvallende gedeelte het ‘echte’ en nieuwe (!) versterferfrecht zijn werk gaat doen. Dit
betekent dat 999/1000 gedeelte ab intestato voor de helft toevalt aan de zich in groep 1
bevindende echtgenote en voor de andere helft staaksgewijs aan de afstammelingen van
een van de verwerpende kinderen, en wel op grond van artikel 4:10, 4:11 en 4:12 BW.

Week 2 (8 feb): bijzondere aspecten legitieme.
Vragen/casus ter voorbereiding colleges legitieme
1. Fris uw kennis betreffende de legitieme op.

Art. 4:63 BW.
- Lid 2 -> zijn afstammelingen van de erflater die door de wet als erfgenamen tot zijn
nalatenschap worden geroepen, hetzij uit eigen hoofde, hetzij bij plaatsvervulling
m.b.t. personen die op het ogenblik van het openvallen der nalatenschap niet meer
bestaan of die onwaardig zijn.
Art. 4:7 lid 1 sub g BW -> schuld van de nalatenschap.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller s-kers. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.83. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

83662 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.83  1x  sold
  • (0)
  Add to cart