Economie
Hoofdstuk 1: Basisprincipes van de economie
Inleiding
Algemene inleiding tot de algemene economie met verschillende niveaus
- Micro (individuele factoren & de relatie tss) → 1ste deel van de cursus
- Macro (zeer algemene, globale bv: landen) → 2de deel van de cursus
Complexe relatie tussen de twee
Economie is wel meer gevoelig tot het microniveau
Economie = is afgeleid v/h Grieks “iemand die een huishouden beheert”.
Met huishouden bedoelen we → huishoudkunde (gezin) middelen beheren (verdeeld &
gedistribueerd) om organisatie van leven te voorzien in basisbehoefte en vrijetijd. Deze zijn
vaak v. financiële aard)
Beslissingen die een gezin moet nemen zijn inderdaad vergelijkbaar met de beslissingen die
in de economie in het algemeen moet worden genomen. Een gezin is namelijk genoodzaakt
de beschikbare, schaarse middelen toe te wijzen aan de verschillende gezinsleden, rekening
houden met de mogelijkheden, inspanningen & wensen van ieder ervan.
Economie:
- Een gedragswetenschap/ sociale die we gaan afbakenen
- Is iets vrij recent (19de) vanaf dan hebben ze economie als een professionele
discipline gevestigd)
Economics kan je niet dubbelzinnig vatten maar economie wel → studiedomein die de
economische realiteit bestudeerd)
Realiteit = is een manier om naar de werkelijkheid te kijken (en de problemen die daar
voorkomen)
Je kan niet alles tegelijkertijd doen daarom is de economie verdeeld in disciplines & sub
disciplines
Je moet of kan niet altijd alles door een economische bril bekijken & je kan niet alles tot de
economie reduceren (vooral maatschappelijk). Bv: vriendschap, liefde zijn onwenselijk om
door een economische bril te bekijken
Een gezin en een economie wordt geconfronteerd met gelijkaardige beslissingen (voor
middelen):
- Wie zal werken? (Arbeid; inkomen genereren)
- Welke goederen en diensten en hoeveel dienen er geproduceerd te worden?
- Welke middelen zullen gebruikt worden voor de productie?
- Tegen welke prijs zullen deze goederen verkocht worden? (niet meer gezin maar
ander huishouden → bedrijf)
,Gezin = zijn de consumenten. Zij gaan goederen & diensten aankopen & ze moeten kiezen
wat en waar ze het gaan kopen.
Bedrijf = zij gaan de goederen & diensten produceren zowel immaterieel als materieel. Ze
gaan dit tegen een bepaalde prijs doen. Moet de behoeft van gezinnen vervullen. Prijzen zijn
belangrijk
Samenleving & schaarse middelen: het beheer van de middelen is cruciaal waar deze
middelen schaars zijn.
→ Confrontatie met beperkte middelen (middelen zijn niet genoeg voor alle behoeften je
moet daarom keuzes maken = schaarste)
Schaarsheid = betekent dat de samenleving beperkte middelen heeft en dat zij daarom niet
alle goederen en diensten kan produceren die de maatschappij wenst. (Net als in een gezin,
niet alle gezinsleden kunnen geven wat ze willen)
(Individuele economische actor)
Iedereen heeft een bepaald budget (de middelen die je kan inzetten voor bepaalde
behoeften), je kan dus niet alles zomaar uitgeven.
Economen onderzoeken: hoe mensen beslissingen nemen (bv: hoeveel ze werken, wat ze
kopen) maar ook analyseren ze de kracht & trends die de economie in haar geheel treffen
(bv: groei gemiddelde inkomen, werkloosheid)
Overheid is het 3de huishouden: Geld voor overheid: zij organiseren tekorten aan geld & te
veel vragen (bewaker van algemeen belang)
Die drie huishouden gaan met elkaar in confrontatie → zorgt voor economische toestand of
evenwicht
Economics = is de studie van de manier waarop een samenleving haar schaarse middelen
beheert.
Economische modellen:
- Economen gebruiken modellen om de realiteit te vereenvoudigen zodanig dat deze
beter begrijpbaar wordt
- Modellen gebruikt in dit hoofdstuk
• Economische kringloop
• Productiemogelijkheid curve
De economische kringloop
Economische kringloop = is een eenvoudige manier om de economische transacties tussen
gezinnen en ondernemingen voor te stellen.
Verband tss bedrijven & gezin → inspiratie op bloedsomloop (gesloten systeem, niks wordt
verloren) met een actieve beweging (is dynamisch).
Economische agenten staan in constante wisselwerking met elkaar & worden daarbij
geconfronteerd met de noodzaak om keuzes te maken
,Economie is de leer van het maken van keuzes: elke keuze gaat gepaard met een bepaalde
kost. Je gaat een keuze doen zo dat de opbrengst van je opoffering maximaal is
Waarom keuzes? → omdat middelen die nodig zijn om goederen en diensten te maken
gelimiteerd zijn.
Hoe tot stand? → door een model
Markt = 1ste fysieke plek waar standhouders waarde aanbieden; mensen komen langs kijken,
vergelijken & nemen een beslissing (hoeveel geld & waar ze gaan kopen). Vandaag niet altijd
fysiek. Alles wat die confrontatie tss hun maakt & wat die beslissing faciliteert is iets
dynamisch.
Arbeidsmarkt → vraag & aanbod v. arbeid
Financiële markt bv: spaarmiddelen vloeien door banken → naar leningen van bedrijven
Rode pijlen = fysieke stroom, geven stromen van goederen, diensten & productiefactoren
weer. (Er gebeurt iets en er wordt iets gedaan) bv: leveren arbeid
Blauwe pijl = monetaire stroom, de betalingen gemaakt om de goederen en diensten en de
productiefactoren te verwerven. (Vergoedingen die hiervoor betaald worden)
2 types ecconomische agenten:
- Ondernemingen: produceren goederen & diensten, waartoe ze gebruik maken van
inputs zoals arbeid land en kapitaal → productiefactoren
- Gezinnen: zijn de eigenaars v/d productiefactoren & consumeren de goederen &
diensten die de ondernemingen produceren
Productiefactoren → vloeien v/d gezinnen die ze in bezit hebben via de factorenmarkt naar
bedrijven die ze aanwenden voor het produceren v. goederen en diensten. Hier ook de
betaling van de bedrijven naar de gezinnen.
Gereproduceerde goederen bereiken dan vie de goederenmarkt degenen die ze aanschaffen
Gezinnen → verwerven inkomsten door arbeid. Ze werken voor een loon om productie te
realiseren van producten.
, Verschillende economische besluitvormers: de inkomens- & uitgaventromen die voortvloeit
uit hun beslissingen
Twee basisideeën waarop het model v/d economische kringloop steunt:
- Economische agenten moeten keuzes maken
- Zij staan in constante wisselwerking met elkaar
De basisprincipes van de economie:
- Keuzes maken en de kost ervan
1. Mensen worden geconfronteerd met trade-offs
2. De kost van iets is wat je ervoor opgeeft
3. Rationele (gaat de werkelijkheid geweld aan doen maar is toch een
uitgangspunt) mensen denken in marginale termen
- De wisselwerking tussen de verschillende economische agenten
4. Mensen reageren op stimulansen
5. Markten zijn meestal een goede manier om economische activiteit te
organiseren
6. Overheden kunnen in bepaalde gevallen de marktsituatie verbeteren
Economie is geen exacte wetenschap maar wel een empirische; maar de werkelijkheid is
hier het menselijk gedrag & deze is moeilijk om in een model te stoppen
Keuzes zorgen voor onevenwicht of stoornis bv: beurzen
Economische realiteit probeert stabiel te zijn maar vaak is dit niet weggelegd
Liever over ervaringsregel (= hoe mensen meestal zullen reageren in bepaalde
omstandigheden)
1ste idee van de richting geven waar we gaan
1. Mensen worden geconfronteerd met trade-offs
Trade-offs = keuzes die worden gemaakt. Om een goed/dienst te verwerven geven we iets
anders op bv: reis vs wagen → hedendaagse trade-offs: milieuzorg & hoge productieniveau
“De meeste dingen in het leven zijn niet gratis!” → Meeste dingen hebben een kost ook
dingen waarbij we zeggen dat het gratis is (overheid betaald hiervoor)
Wat is een economisch probleem? Schaarste → keuze maken → trade-offs
defensieuitgaven versus culturele uitgaven → op collectieve niveau spelen keuzes, meeste
problemen, grote economische dimensie (overheid)
efficiëntie vs billijkheid → met beschikbare input zoveel output maken maar je verliest
zaken uit het oog. Dingen die de markt niet ziet gaat ten koste v/d efficiëntie, we knn niet
maximale rechtvaardigheid creëren.
Om beslissingen te nemen dient men belangen ten opzichte van elkaar af te wegen.eco bril
Efficiëntie = slaat op wat de samenleving maximaal kan halen uit haar schaarse middelen.
Hoe groot de taart kan zijn
Billijkheid = betekent dat de voordelen van die middelen fair verdeeld worden onder de
leden van de samenleving. Manier waarop de taart verdeeld wordt
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller chlopauchard. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.27. You're not tied to anything after your purchase.