100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Uitgebreide samenvatting NU $5.78
Add to cart

Summary

Uitgebreide samenvatting NU

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

De hoorcolleges zijn uitgebreid samengevat met plaatjes van belangrijke dia's. Als je dit document kent dan ken je de hoorcolleges ook meer dan volledig!

Preview 4 out of 46  pages

  • May 11, 2023
  • 46
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting NU
HC1: Ontwikkeling, bouw en functie

Ontwikkeling nieren
- Nier ontstaat uit intermediair mesoderm
- De nefrogene lijst begint craniaal en ontwikkelt zich richting caudaal
- Pronefros → mesonefros → metanefros
- Het mesonefros is in het embryonale stadium functioneel
- Bij lagere diersoorten speelt de mesonefros postnataal ook nog een rol
- Het metanefros is postnataal functioneel
- Nieren ontstaan helemaal caudaal in het bekkengebied, maar uiteindelijk komen ze weer een
beetje richting craniaal. Het is een relatieve migratie: de nier blijft op locatie liggen, maar de rest van
het lichaam groeit meer uit richting caudaal.




Ureterknop wordt gevormd uit de ductus mesonefricus, als de
ureterknop richting het metanefrogeen blasteem groeit, dan
ontwikkelt zich daaruit de metanefros.

De ureterknop induceert dus de vorming van de metanefros.




De ureterknop splitst zich steeds verder op, aan de uiteindes
gaan cellen van het metanefrogeen blasteem zich differentiëren
en er worden buisjes gevormd.
De buizige structuur gaat zich aansluiten op de verzamelbuizen.
Ook worden er bloedvaten en glomeruli gevormd.




- De ureterknop vormt:
- Verzamelbuizen, nierbekken en kelkjes
- Het metanefrogeen blasteem vormt:
- Nefronen, interstitium en kapsel
- De nieren worden dus redelijk gelobd aangelegd, wat de ureterknop vertakt zich en lobjes
nierweefsel worden rondom aangelegd. Maar uiteindelijk vindt er versmelting plaats.
- De mate van versmelting is diersoort specifiek

,Macroscopische bouw en ligging




- Gelobd, multipapillair (boven)
- Honderden/duizende lobjes (zeezoogdier)
- 12-25 lobjes (rund)
- Druiventros
- Geen (echt) nierbekken
- Calyces – gangensysteem – ureter
- Glad, multipapillair (links onder)
- Varken en mens
- Gladde buitenkant
- Papillen niet gefuseerd
- Calyces – nierbekken – ureter
- Glad, unipapillair (rechts onder)
- Vleeseters, paard, kleiner herkauwer, rat
- Gladde buitenkant
- 1 papil = crista renalis

Ligging nieren:
- Retroperitoneaal (ventrale zijde bekleed met buikvlies, dorsale zijde tegen ruggenwervel)
- Dorsaal
- Rechter nier meer naar craniaal (rechts bij T, links bij L)

Microscopische bouw
- Nefron: functionele eenheid van de nier
- Filtratie: nierlichaampje (kapsel van bowman + glomerulus)
- Excretie/reabsorptie: proximale tubulus, lis van Henle, distale tubulus
- Je hebt een grote ‘overcapaciteit’, dus je kan makkelijk een paar nefronen missen.
Maar alle nefronen die verloren gaan die zijn definitief weg, je kan ze dus niet regenereren.
- De nierlichaampjes liggen alleen in de cortex, niet in de medulla!
- Er bestaan 2 soorten nefronen:
- Juxtamedullaire nefronen
- Hebben een lange lis van Henle, dus rijken tot diep in de medulla
- Goed concentrerend vermogen
- Corticale nefronen
- Hebben een korte lis van Henle, dus liggen vooral in de cortex

,- Nierlichaampje: Glomerulus + kapsel van Bowman
- Het bloed wordt gefilterd door: endotheel → basaalmembraan → podocyten
- De filter is selectief (grote deeltjes en sterk negatief gaat er niet doorheen)
- Juxtaglomerulair apparaat: Reguleert de GFR, via paracriene communicatie
- Macula densa: cellen van de distale tubulus met NKCC-transporter
- Juxtaglomerulaire cellen/granulaire cellen: geven renine af, liggen bij afferente arteriole.
- Extraglomerulaire mesangiale cellen
- Proximale tubulus: hier gebeurt 60% van de reabsorptie
- Hij haalt deeltjes uit de voorurine en hierdoor volgt water (iso-osmotisch)
- Brush border voor meer oppervlak en transporters
- Lis van Henle: Belangrijk bij de concentratie van urine
- Afdalend deel: permeabel voor water (osmose)
- Opstijgend deel: actief NaCl transport, impermeabel voor water
- Counter current multiplication
- Gebruikt de concentratiegradiënt van het merg
- Woestijndieren hebben een hele lange lis van Henle
- Verzamelbuizen: laatste beetje waterabsorptie
- Ze zijn gevoelig voor ADH/vasopressine (aquaporines inbouwen)

Vascularisatie

, - De a. renalis zorgt voor de afferente bloedflow (a. renalis → a. interlobularis → glomerulus)
- Na dit capillaire netwerk (peritubuli) van de glomerulus komt GEEN vene, maar een arterie. Je krijgt
namelijk nog een 2e capillaire netwerkje (vasa-recta langs de lis van henle).
- Na het 2e capillaire netwerk, komt het bloed wel bij een vene en wordt het afgevoerd via de vene
interlobularis

- Verschil normale arteriolen en renale arteriolen:
- Normaal heb je arteriole → capillair → weefsel
- Renaal heb je arteriole → capillair → glomerulus → arteriole
- Typisch voor de kat is dat je bloedvaten op het kapsel ziet liggen



Urineblaas
- Einddarm van oerdarm gaat zich uitstulpen, dit is de allantoïs
- De verbinding naar de allantoïs gaat de vorming van de blaas starten
- De ureter gaat uitmonden in de blaas
- Bij het mannelijk dier migreert de ductus deferens meer naar caudaal




- De blaas wordt autonoom en een beetje somatisch geïnnerveerd

Nieren van vogels
- De vogels/reptielen hebben een renaal poortadersysteem, ze ontvangen niet alleen bloed vanuit
de arteria renalis, maar er gaat ook veneus bloed richting de nieren. Het veneuze bloed komt vanuit
de staart en de achterpoten.
- Door de kleppen die autonoom geïnnerveerd worden, kan bloed richting de tubuli gestuurd worden
en krijg je toch nog goede doorbloeding als het dier uitgedroogd is ofzo.
- Vogels hebben 2 type nefronen
- 1 type met lis van Henle (zoogdier type)
- 1 type zonder lis van Henle (reptiel type)
- Ze scheiden geen normale urine uit, maar urinezuur

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isabelleterlaak20. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.78. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.78
  • (0)
Add to cart
Added