Diagnostiek Van Opvoedings En Ontwikkelingsproblemen
Summary
Samenvatting gehele boek De Diagnostische Cyclus
110 views 11 purchases
Course
Diagnostiek Van Opvoedings En Ontwikkelingsproblemen
Institution
Universiteit Utrecht (UU)
Book
De diagnostische cyclus
Samenvatting van het gehele boek van De Bruyn De Diagnostische Cyclus. Geschikt voor zowel premaster studenten als bachelor studenten aan Pedagogische wetenschappen.
Diagnostiek Van Opvoedings En Ontwikkelingsproblemen
All documents for this subject (28)
Seller
Follow
shanna2001
Reviews received
Content preview
Samenvatting De diagnostische cyclus
Hoofdstuk 1 inleiding
In de klinische psychodiagnostiek wordt informatie verzameld over de cliënt en diens
omgeving met het oog op het ontwerpen van de meest adequate aanpak van de problemen die
door de cliënt zelf of door diens omgeving zijn gesignaleerd.
Diagnostiek is te beschrijven als een zoek- en beslissingsproces dat in dialoog met de cliënt en
diens omgeving wordt uitgevoerd.
Jeugd = kinderen en jongeren (verzamelterm)
Psychodiagnostiek = ‘’het onderscheiden van personen naar hun individuele psychische
kenmerken, zoals die zich manifesteren in hun typische gedrags- en uitingsvormen, en wel
met tests’’ (De Zeeuw 1983).
Klinisch oordeel = beslissen op basis van eigen ervaring en intuïtie
Ongewapend oordeel = de diagnosticus spreekt oordelen uit zonder expliciet een beroep te
doen op methodologische principes of systematische procedures die kunnen voorkomen dat er
fouten en onterechte vertekeningen in het oordeel optreden.
Prescriptief kader/model = Bevat een visie waarin staat wat wel en wat niet voldoet aan de
eisen die aan een verantwoorde diagnostiek gesteld worden. Een prescriptief kader/model
concretiseert de visie. Het kader/model bevat ook kennis en vaardigheden op het gebied van
diagnostische instrumenten en beslissingsprocedures.
De diagnosticus is afhankelijk van de kwaliteit van hulpmiddelen zoals: inhoudelijke
theorieën over het ontstaan en in stand blijven van probleemgedrag, kennis over normale en
afwijkende ontwikkelingspatronen, instrumenten en technieken om gedragsverschijnselen in
kaart te brengen en statistische en psychometrische technieken om gegevens in kaart te
verwerken.
Gedisciplineerde vak beoefening = het handelen van de diagnosticus verloopt volgens regels
die door hem zelf geëxpliciteerd kunnen worden. Hierdoor wordt het handelen transparant en
kan het in principe aan toetsing door hem of door anderen worden onderworpen.
Empirisch- analytisch: zij dwingt tot zorgvuldigheid zonder afbreuk te doen aan inventiviteit
en creativiteit, eigenschappen die ook voor het verrichten van wetenschappelijk onderzoek
onmisbaar zijn.
De diagnostische cyclus = een prescriptief model die aansluit bij een empirisch- analytische
aanpak.
,Hoofdstuk 2 uitgangspunten
Wetenschappelijke diagnostiek = Wanneer we de algemene menselijke grondstructuur van
het probleemoplossend omgaan met persoonlijkheids- en gedragsproblemen ondersteunen met
wetenschappelijk-empirische kennis.
Kennis: het geheel van wetmatige verbanden, verklaringsschema’s, theorieën, methoden en
instrumenten dat in de gedragswetenschap wordt gehanteerd.
Het specifieke van de empirische benadering is dat veronderstellingen over de werkelijkheid
aan de feiten (resultaten van onderzoek) worden getoetst op een wijze die in principe ook door
andere onderzoekers herhaalbaar is.
De diagnosticus die bereid is op zijn uitspraak een weddenschap af te sluiten, bedrijft
empirisch-wetenschappelijke diagnostiek.
Diagnostiek kan in de praktijk niet altijd voldoen aan alle eisen die aan het wetenschappelijk
handelen worden gesteld. Bovendien vereist diagnostiek als toepassingsgebied van de
gedragswetenschap enerzijds en als onderdeel van hulpverlening anderzijds een aantal denk-
en doe-activiteiten die niet of zelden tot het gedragsrepertoire van de wetenschappelijke
onderzoeker behoren.
Voorbeeld ‘’als toepassingsgebied van de gedragswetenschap’’: de toepassing van
verklaringsschema’s van verschillend inhoudelijk en formeel niveau op een individuele
problematiek.
Voorbeeld ‘’als onderdeel van hulpverlening’’: de beslissing om een bepaald instrument niet
te gebruiken indien dit het vertrouwen van de cliënt in de diagnosticus als hulpverlener zou
ondermijnen.
‘Verwetenschappelijking van de diagnostische praktijk’. De diagnosticus is
wetenschappelijker naarmate hij:
Explicieter werkt met theorieën en de verschillende theorieniveaus duidelijker met
elkaar in verband brengt;
Er zich bewust rekenschap van geeft in welke gevallen hij wel en in welke gevallen
hij niet voor een bepaalde theorie kiest;
Duidelijker de denkstappen vastlegt die geleid hebben tot het advies;
Onderzoek doet naar de waarde van theorieën voor de problemen waar ze
betrekking op hebben en naar het effect van ingrepen;
De resultaten van het eigen werk inwisselt met collega’s.
De wetenschappelijke kwaliteit van de diagnostiek laat zich afmeten door de
doorzichtigheid en zorgvuldigheid van de empirische toetsing in elk van de te onderscheiden
stappen. Op deze wijze houden we de foutenbronnen in het diagnostisch oordelen en
redeneren zo goed mogelijk onder controle.
Vanaf de eerste ontmoeting met de cliënt begint voor de diagnosticus een complex proces van
verzamelen, interpreteren en afwegen van informatie met het oog op het nemen van de
beslissing of er iets – en zo ja wat- gedaan kan worden ten aanzien van de klacht van de
cliënt.
,De theoretische, methodologische, instrumentele en ervaringskennis van de diagnosticus
fungeren meestal als inspiratiebron voor diens denkproces.
Oordelen en beslissen in onzekerheid is typerend voor het werk van de professionele
diagnosticus. Maar zowel in het dagelijks leven als in de uitoefening van veel beroepen is dit
eerder regel dan uitzondering.
Mensen hebben de neiging informatie op te zoeken die de eigen opvatting ondersteunt.
Fouten en vertekeningen komen bij de professionele diagnosticus in elke fase van de
diagnostische besluitvorming voor. Het leren van fouten is geen probleem, het negeren ervan
wel.
Het beslissingsprobleem: een keuzeprobleem waarbij verschillende opties verschillende
consequenties kunnen hebben m.b.t. het doel.
Normatieve beslissingstheorie: beschrijft en verklaart het beslissingsgedrag en schrijft ook
hoe de beslisser formeel te wek moet gaan op basis van een aantal rationele axioma’s in
tegenstelling tot de descriptieve beslissingstheorie.
De toepassing van de normatieve beslissingstheorie vindt plaats in de besliskunde: een
verzameling van modellen en procedures die aangeven hoe de beslisser in de verschillende
stappen van het beslissingsproces het best kan handelen met het oog op het te bereiken doel.
In de besliskunde zijn een aantal technieken en procedures ontworpen om het formele
beslissingsproces te ondersteunen:
Het structureren van het proces met beslissingsbomen
Het hanteren van technieken om subjectieve kans schattingen op een redelijke manier
in kaart te brengen.
Prescriptief = wordt in algemeen methodologisch- heuristische zin opgevat.
De fundering van methodologische voorschriften is niet empirisch maar logisch- theoretisch
van aard. De regels fungeren als normen waarnaar de kwaliteit van het onderzoek handelen
wordt afgemeten.
Normatieve diagnostiek: de tak van de methodologie die zich bezighoudt met het funderen,
formuleren en onderzoeken van diagnostische regels en procedures. Richt zich op vragen als:
wat is feitelijk een diagnose? Is het mogelijk en redelijk voorschriften voor de diagnosticus te
formuleren? In hoeverre kan het diagnostisch proces door deze voorschriften gereguleerd
worden?
Gematigd- normatieve modellen komen neer op een set vuistregels en procedures die
heuristisch zijn in de zin dat ze de kans op het nemen van juiste beslissingen verhogen.
Prescriptieve diagnostiek: internationaal bruikbare term ‘’leer van de diagnostiek’’. Het
specifieke van de prescriptieve diagnostiek is dat de fundering van de spelregels gezocht
wordt in het analyseren en blootleggen van de grondkenmerken van het professionele
diagnostisch proces.
, Prescriptieve studies houden zich bezig met de vraag hoe de diagnosticus – gegeven de
grondkenmerken – het best het diagnostisch proces vorm kan geven.
De empirische cyclus kan gelden als de algemene methodologische grondstructuur van het
wetenschappelijke handelen. In deze cyclus staat de activiteit van het genereren en toetsen
van hypothesen centraal, daarom worden modellen die op de empirische cyclus zijn
georiënteerd vaak aangeduid als hypothese toetsende diagnostische modellen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller shanna2001. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.55. You're not tied to anything after your purchase.