Diagnostiek in de klinische psychologie (200300176)
Institution
Universiteit Utrecht (UU)
Book
Psychologische diagnostiek in de gezondheidszorg
Dit document bevat naast hoorcollege aantekeningen een samenvatting van de artikelen en de boekhoofdstukken. De literatuur is telkens bij het bijbehorende hoorcollege geplaatst, zodat het een logische opbouw heeft.
Ik heb onderaan het document een schema toegevoegd van alle instrumenten/vragenl...
Alle hoofdstukken die tentamenstof zijn: hoofdstuk 1 t/m 9 en hoofdstuk 11
May 11, 2023
May 14, 2023
72
2022/2023
Summary
Subjects
diagnostiek
intelligentietests
luteijn
testtheorie
instrumenten
suïcidaliteit
neuropsychologisch onderzoek
persoonlijkheidsvragenlijsten
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Universiteit Utrecht (UU)
Psychologie
Diagnostiek in de klinische psychologie (200300176)
All documents for this subject (35)
1
review
By: imreplantema1 • 5 months ago
Seller
Follow
roro2
Reviews received
Content preview
Diagnostiek in de Klinische Psychologie
Samenvatting van de aantekeningen van de literatuur:
de boekhoofdstukken en de artikelen
Utrecht Universiteit, 200300176
Literatuur bij hoorcollege 1 – inleiding 1
Hoofdstuk 1: het diagnostisch proces 1
Hoofdstuk 2: kwaliteit van diagnostiek 7
Artikel over de regel van Bayes (Tiemens et al., 2018) 10
Literatuur bij college 2 – Intake en suïcidepreventie 13
Hoofdstuk 3: het gesprek 13
Hoofdstuk 4: gedragsobservatie 17
Richtlijnen voor de behandeling van suïcidale patiënten 22
Anamnese en heteroanamnese in de psychiatrie (Hengeveld & Schudel, 2003) 26
De diagnostische fase (Rijkeboer & Thunnissen, 2009) 28
Literatuur bij hoorcollege 3 – vragenlijsten en suïcidaliteit 31
Hoofdstuk 9: vragenlijsten 31
Literatuur bij hoorcollege 4 – neuropsychologie en intelligentie 36
Hoofdstuk 6: intelligentie en intelligentietests 36
Hoofdstuk 7: Neuropsychologische vragen en methoden 39
Artikel sociale cognitie bij schizofrenie (Green et al., 2015) 44
Artikel Neuropsychologisch profiel van ADHD (Pievsky & McGrath, 2018) 47
Literatuur bij hoorcollege 5 – persoonlijkheidsstoornissen 49
Hoofdstuk 5: Indirecte methoden 49
Hoofdstuk 8: persoonlijkheidsvragenlijsten 52
Literatuur bij Hoorcollege 6 – indicatiestelling 57
Hoofdstuk 11: ethische aspecten en rapportage van diagnostiek 57
Rijkeboer en Thunissen over de Indicatiestelling: een beschouwing 60
Hoofdstuk Indication for Psychotherapy (Witteman, Van der Heijden & Claes) 62
Overzicht relevante instrumenten 65
,Literatuur bij hoorcollege 1 – inleiding
Hoofdstuk 1: het diagnostisch proces
Een grondige diagnostiek van de problemen en klachten van de cliënt is een voorwaarde voor
adequate hulpverlening.
Klinische psychodiagnostiek is een professionele activiteit die steunt op drie elementen
● theorievorming over de problemen/klachten en problematische gedragingen
● operationalisatie en meting daarvan
● toepassing van relevante diagnostische methoden
De kwaliteit van deze drie elementen berust op conceptueel en empirisch onderzoek. Hypotheses
over gedragingen, cognities en emoties/motivaties worden geformuleerd op basis van een theorie en
geoperationaliseerd, gemeten en getoetst in een gefaseerd diagnostisch proces.
Stappen van het diagnostisch proces
De diagnosticus analyseert zowel de hulpvraag van de cliënt als de aanvraag van de verwijzer. Deze
hoeven niet dezelfde te zijn.
De diagnosticus formuleert zelf ook vragen die opduiken tijdens het kennismakingsgesprek met de
cliënt.
Deze analyse leidt tot drie vragen:
1) Is er daadwerkelijk sprake van een (bepaalde) stoornis?
2) Welke factoren hebben een eventueel aanwezige stoornis veroorzaakt en welke factoren
houden die in stand?
3) Welke behandeling is aangewezen voor deze cliënt?
De diagnosticus stelt op basis van deze vragen een diagnostisch scenario op dat een voorlopige
theorie bevat over de cliënt, waarin beschreven wordt wat de problemen zijn van de cliënt en hoe ze
verklaard kunnen worden.
Deze theorie wordt vervolgens getoetst, door middel van vijf diagnostische handelingen:
● (1) De voorlopige theorie wordt omgezet in concrete hypothesen
● (2) Een specifiek onderzoeksinstrument wordt gekozen dat de geformuleerde hypothesen
kan ondersteunen dan wel verwerpen
● (3) Er worden voorspellingen gedaan over resultaten of uitkomsten op dit instrumentarium,
zodat op voorhand duidelijk is wanneer de hypothesen aanvaard of verworpen zullen
worden
● (4) Instrumenten worden afgenomen en de data verwerkt
● (5): Verwerping of aanname van de hypotheses op basis van de resultaten
⇒ diagnostische conclusie
Vijf basisvragen
De meeste vragen (van cliënten, verwijzers en diagnostici) kunnen herleid worden tot vijf
basisvragen:
1) onderkenning: wat zijn de problemen, wat lukt er nog (wel) en wat gaat er mis?
2) verklaring: waarom zijn bepaalde problemen er en wat houdt ze in stand?
3) predictie: hoe zullen de problemen van de cliënt zich in de toekomst verder ontwikkelen?
4) indicatie: hoe kunnen de problemen verholpen worden?
1
, 5) evaluatie: hoe zijn de problemen voldoende verholpen als gevolg van de interventie?
1. Onderkenning
Het in kaart brengen van klachten en adequate gedragingen (ook van de clients omgeving)
● inventarisatie en beschrijving
● ordening en categorisering in disfunctionele gedragsclusters of stoornissen
● inschatting van de ernst van het probleemgedrag
Dit kan door middel van verschillende meetmethodes:
● criteriumgericht: vergelijken met een vooraf bepaalde standaard
● normgericht: vergelijken met een representatieve vergelijkingsgroep
● ipsatief: vergelijken met het individu zelf (bijvoorbeeld op een eerder moment)
Classificatie: het klinische beeld wordt ondergebracht bij een type problemen
● alles-of-niets/meer-of-minder principes (boven een bepaalde cut-off score = classificatie)
Diagnostische formulering: het individu staat met zijn unieke klinische beeld centraal
● bijvoorbeeld holistische theorie: functionele, theoretische relaties tussen
probleemgedragingen onderling en de context staan centraal
Het diagnostisch proces
2. Verklaring
De verklaring geeft antwoord op de vraag waarom er een probleem is.
2
, ● (deel)probleem
● condities die het optreden van het probleem verklaren
● de relatie tussen he tprobleem en de condities in termen van ‘omdat’/’doordat’
Verklaringen kunnen ingedeeld worden volgens
1) de locus (persoon versus situatie) → ligt de verklaring bij de persoon zelf of is het
situatiegebonden?
2) de aard van controle → de oorzaken en redenen van het gedrag
3) synchrone en diachrone verklaringscondities
a) synchroon: vallen in de tijd samen met het te verklaren gedrag
b) diachroon: gaan aan het gedrag vooraf
4) inducerende en continuerende condities
a) inducerend: laten het gedragsprobleem ontstaan
b) continuerend: instandhouding van het gedrag
Er kunnen meerdere types verklaringen spelen en sommige verklaringen passen beter bij specifieke
doelen van diagnostiek en therapie. Soms zullen synchrone continuerende verklarende oorzaken
makkelijker te beïnvloeden zijn dan diachrone inducerende verklarende oorzaken.
3. Predictie
Bij predictie gaat het om het doen van kansuitspraken over het probleemgedrag in de toekomst. De
kans op volledige werkhervatting na een hersentrauma, bijvoorbeeld, of de kans op zelfmoord. Deze
kans bepaalt mede het behandelingsvoorstel.
Predictie betreft dus een verband tussen een predictor (= voorspellende factor) en een criterium (=
bijvoorbeeld welzijn). Het gaat hier dus niet écht om voorspellen, maar meer om het inschatten van
de kans (risico) dat bepaalde gedragingen zich in een bepaalde populatie (met dezelfde
karakteristieken/criteria als de cliënt) zullen voordoen.
Predictie kan het best worden gedaan door te steunen op de resultaten van meta-analyses.
Voorspellingen hebben echter een beperkte mate van zekerheid, omdat de foutenmarges dergelijk
groot zijn. Dit kan problemen opleveren als juridische en andere maatschappelijke contexten op deze
predicties proberen te leunen.
4. Indicatie
Indicatie gaat over de vraag of de cliënt een behandeling nodig heeft, en welke
hulpverlener/-verlening het meest geschikt zijn voor deze specifieke cliënt met dit specifieke
probleem.
De fases van verklaring en predictie moeten hierbij al afgerond zijn.
Er komen drie extra elementen bij deze fase kijken:
1. Kennis over behandelingen en behandelaars → welke behandeling en behandelaar is
geschikt?
2. Kennis over relatieve nut van behandeling
a. bijvoorbeeld door middel van meta-analyses, outcome-studies
b. effectgroottes van allerlei behandelingen
3. Kennis over de aanvaarding van de indicatie door de cliënt
a. De voorkeuren van de cliënt zijn ook belangrijk, bijvoorbeeld in de therapietrouw
b. indicatiestrategie (Vertrommen & Van Audenhove):
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller roro2. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.04. You're not tied to anything after your purchase.