In dit document zijn het hoorcollege en de werkgroep van week 2 van het vak Verbintenissenrecht aan de Universiteit Leiden uitgebreid samengevat. In de samenvatting worden de relevante arresten en artikelnummers genoemd. Belangrijke leerstukken worden schematisch weergegeven.
Hoorcollege 2 16-02-2023
Nulliteiten stellen beperkingen aan de contractsvrijheid, een van de uitgangspunten van het
verbintenissenrecht.
Nietig en vernietigbaar
Nietigheid is dat we ervan uitgaan dat de rechtshandeling/overeenkomst nooit heeft bestaan van
rechtswege. Vernietigbaarheid betekent dat een overeenkomst kan worden vernietigd door een actie
van een van de partijen. Als dat gebeurt kan het met terugwerkende kracht worden geacht dat het
nooit heeft bestaan. Hierdoor ontvalt de rechtsgrond van de overeenkomst.
Vernietiging is niet hetzelfde als ontbinding. Vernietiging is een sanctie die de wet verbindt aan
bepaalde gronden, zoals het niet nakomen of tekortschieten in het nakomen van een verbintenis.
Ontbinding werkt vanaf het moment van ontbinding. Tot die tijd was hij geldig. Hierdoor ontstaat een
verplichting tot ongedaanmaking van de prestaties die zijn geleverd. Dit zijn
ongedaanmakingsverbintenissen.
De terugwerkende kracht van vernietiging kan ook effect hebben op goederenrechtelijke
gebeurtenissen. De overdracht na ontbinding is goederenrechtelijk gewoon geldig, maar na
vernietiging niet.
Gronden vernietigbaarheid en nietigheid: handelingsonbekwaamheid
en handelingsonbevoegdheid
De wet geeft aan dat sommige categorieën personen handelingsonbekwaam zijn. Dit zijn
minderjarigen (art. 1:234 BW) en onder curatele gestelden (art. 1:381 lid 2 BW). Dit is een afwijking
van het algemene stelsel van verbintenissenrecht, namelijk dat overeenkomsten ontstaan door wil
en vertrouwen. Deze categorieën worden minder snel gebonden aan rechtshandelingen die dat wel
zouden zijn bij de wilsvertrouwensleer. Zowel bij minderjarigen als bij onder curatele gestelden kan
de wederpartij zich niet beroepen op het gerechtvaardigd vertrouwen (art. 3:35 BW) – zij worden
beschermd.
De hoofdregel is dat minderjarigen geen overeenkomst kunnen aangaan, of alleen met toestemming
van hun wettelijke vertegenwoordiger. Maar de toestemming wordt verondersteld te zijn verleend
wanneer het gebruikelijk is dat minderjarigen die handelingen verrichten. Voorbeelden daarvan zijn
dat kinderen een zakje chips kunnen kopen. De toestemming van de wettelijke vertegenwoordiger
moet met een doel gegeven worden. Er zijn ook gevallen, bijvoorbeeld bij tieners, wanneer het
moeilijker is. De wet wil ook bescherming voor deze categorie. Het hangt wel af van de
omstandigheden van het geval. De wettelijke vertegenwoordiger kan nog steeds de door de
minderjarige verrichte rechtshandeling vernietigen als hij kan aantonen dat geen toestemming was
gegeven. Bij grote uitgaven kan de wederpartij het best uitdrukkelijk vragen of toestemming is
gegeven.
BOEK HIEROVER LEZEN.
Handelingsonbevoegdheid is iets anders dan handelingsonbekwaam. Het gaat om nietigheid van
overeenkomsten die worden aangegaan door gezagsdragers ter verkrijging van goederen waarover
, in hun rechtsgebied een procedure aanhangig is. De wetgever wil voorkomen dat
belangenverstrengeling plaatsvindt.
Handelingsonbevoegd is niet hetzelfde als beschikkingsonbevoegd. Beschikkingsbevoegdheid
betekent dat iemand bevoegd is om over het goed te beschikken (eigenaar of rechthebbende). Dat is
dus een goederenrechtelijk aspect dat nodig is voor de overdracht (art. 3:84 BW).
Gronden: vormvoorschriften
Contractenrecht is gebaseerd op consensualisme, niet formalisme. In bijzondere gevallen kan er wel
sprake zijn van vormvoorschriften, bijvoorbeeld schriftelijk of in de vorm van een notariële akte. Een
overeenkomst is nietig als niet aan een van deze vormen is voldaan. Het schriftelijkheidsvereiste zien
we niet veel, want consensus kan ook mondeling plaatsvinden. Het is vaak niet vereist, behalve in
een paar in de wet genoemde gevallen. Bijvoorbeeld bij de koop van een woning door een
consument. De wet stelt dan dat de overeenkomst schriftelijk wordt aangegaan (art. 7:2 en 7:3 BW).
Dit geldt dus voor consumenten, als je het als bedrijf doet, geldt het schriftelijkheidsvereiste niet. De
reden hiervan is dat consumenten beschermd worden door de wet.
Ook het aangaan van een overeenkomst via een elektronische weg moet in schriftelijke vorm en de
overeenkomst moet raadpleegbaar zijn voor partijen (duurzame drager; art. 6:227a BW). In lid 2 van
dit artikel wordt een uitzondering opgenomen: lid 1 is niet van toepassing op overeenkomsten
waarvoor de wet de tussenkomst voorschrijft van de rechter, een overheidsorgaan of een
beroepsbeoefenaar die een publieke taak uitoefent.
Gronden: wilsgebreken
Een overeenkomst is vernietigbaar wanneer er sprake is van een wilsgebrek, omdat iemand van een
andere voorstelling uit is gegaan waardoor de wil niet op een manier op stand is gekomen die
rechtvaardigbaar is. Er zijn verschillende wilsgebreken waar vernietiging de sanctie is:
Dwaling (art. 6:228 BW)
Bedreiging (art. 3:44 lid 2 BW)
Bedrog (art. 3:44 lid 3 BW) onjuiste mededelingen om iemand een overeenkomst in te
trekken
Misbruik van omstandigheden (art. 3:44 lid 4 BW) open categorie, voorbeeld is dat iemand
kwetsbaar is.
De sanctie is dus vernietigbaarheid. Dit heeft te maken met de rechtszekerheid.
Dwaling is een leerstuk dat specifiek op overeenkomsten van toepassing is, de andere wilsgebreken
zijn van toepassing op rechtshandelingen. Dwaling gaat over wederkerige overeenkomsten.
De voorwaarden van dwaling zijn:
Gedwaald op grond van verkeerde veronderstelling van zaken is een overeenkomst tot
stand gekomen
Causaal verband tussen dwaling en aangaan overeenkomst
Een van drie gevallen
o Inlichting gegeven
o Mededelingsplicht geschonden
o Wederzijdse dwaling
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller larakalkman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.51. You're not tied to anything after your purchase.