Voedingsstoffen en ingrediënten
Voedingsstoffen (VS)/Nutriënten: Noodzakelijk voor de groei en instandhouding van het lichaam
bv: Vitamines, calcium…
Ingrediënten: bestanddelen van voedingsmiddelen
bv: in kaas= koemelk, zout…
Thema 1:
De studie van voeding tot het brede begrip van gezondheid= voedingsleer of humane voeding
1.Klimatologie: voeding hangt af van beschikbaarheid door klimaat
2.Biochemie: structuur van bv vet, dubbele bindingen of geen dubbele bindingen
3.Voedingstechnologie: manier waarop voedingsmiddel bewerkt wordt
4.gentica
5.Moleculair biologie
6.Economie: beschikbaarheid hangt van de welvaart van het land
7. Sociologie
8.politieke wetenschappen
9.Epidemiologie
10.Geografie
Definities
Voedsel= alles wat gegeten en gedronken kan worden, na of zonder bewerking
Voeding= het proces van kiezen en nuttigen van voedsel, het verwerken door menselijke lichaam en
het effect op de gezondheid
Gezondheid= toestand van fysiek, sociaal en psychisch welbevinden ook het belang van
zelfmanagement en chronische aandoeningen
Optimale voeding= evenwichtige voeding die alle noodzakelijke nutriënten in juiste hoeveelheden
bevat, om ons lichaam optimaal te laten functioneren
Nutriënt= Chemisch definieerbaar bestanddeel of groep van bestanddelen van een voedingsmiddel
3groepen:
1. Essentiële voedingstoffen of Nutriënten = niet opgenomen via voeding? Worden we ziek of dood
2. Non-nutriënten en bioactieve nutriënten= niet noodzakelijk maar kunnen een (positieve) invloed
hebben op gezondheid
3. Xenobiotica= Stof die niet in organisme thuishoort (bv: pesticides, kwik..)
4. natuurlijk voorkomende toxinen (bv: gifstoffen die geproduceerd worden door een
voedingsmiddel= schimmel op noten)
Nutriënten= Chemische stoffen die uit het voedsel moeten worden opgenomen omdat ze
noodzakelijk zijn voor nutritionele ondersteuning van het lichaam (voorzieningen van energie en
aanmaak van lichaamseigen stoffen met het oog op een optimale groei, onderhoud en herstel van
het lichaam)
Brandstoffen= vetten, suikers soms eiwitten (beter niet)
bouwstoffen= water, mineralen en eiwitten
beschermende stoffen= mineralen, vezels en vitamines
, in voedsel zitten er dus chemische stoffen die kunnen worden opgenomen door het lichaam, ze
hebben geen functie maar kunnen eventueel wel zorgen voor schadelijke effecten.
6 soorten nutriënten:
1. Proteïne
2. Koolhydraten (voedingsvezels= niet alle vezels zijn koolhydraten)
3. Lipiden
4. Vitamines
5. Macro- en micronutriënten
6. Water
Verschillende groepen van nutriënten:
1. Anorganisch versus organisch:
anorganisch: water, mineralen en spoorelementen= bevatten geen koolstof
organisch: bevatten koolstof, waterstof, zuurstof in wisselende verhouding
2. Energieleverende nutriënten:
koolhydraten, proteïnen en lipiden=brandstof
Alcohol ook maar is geen nutriënt= brandstof
bouwstoffen= water, mineralen en eiwitten
beschermende stoffen= mineralen, vezels en vitamine
3. macronutriënten versus micronutriënten
macro elementen= nodig in grote hoeveelheden
micro elementen= kleine hoeveelheid van nodig, stoffen uit voeding
4. Essentiële versus niet-essentiële nutriënten
essentiële nutriënten= nodig voor normale fysiologische werking, lichaam maakt ze zelf niet=
opnemen via voeding
* essentieel: een tekort in voedingspatroon= leidt tot verandering van een of andere biologisch
proces
bv= lange tijd geen of weinig ijzer opnemen kan leiden tot een gebrek aan ijzer en een metabole
disfunctie
*Als nutriënt weer in voedingspatroon komt= normale functie hersteld, tenzij er onomkeerbare
schade is
*Biologische functie van het nutriënt is gekend
Energie leveraars zijn essentieel
5. Non nutriënten en bioactieve nutriënten
non-nutriënten: chemische stoffen in VM die niet essentieel zijn= geen gekende nadelige invloed op
het lichaam= weinig direct voedingskundig belang voor mens
Bioactieve nutriënten: bepaalde hoeveelheden kunnen bepaalde voordelen bieden
bv: Polyfenolen= groenten en fruit
6. Xenobiotica en natuurlijke toxines
stoffen die een toxisch effect uitoefenen op het menselijke organisme
Voedselveiligheid= het bestuderen en bewaken van mogelijke effecten door hun aanwezigheid in de
voedselketen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller laradesutter. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.77. You're not tied to anything after your purchase.