1. Verkoop op lijfrente (1 meerkeuzevraag) ................................................................................................. 2
1.1 Koopovereenkomst ............................................................................................................................... 2
1.2 Verkoop op lijfrente ............................................................................................................................... 2
1.3 Betrokken personen bij lijfrenten .......................................................................................................... 3
1.4 Overlevingsrente ................................................................................................................................... 4
1.5 Rente vestigen op hoofd van overledene of stervende ........................................................................ 4
1.6 Verkoop van een goed tegen lijfrente – vernietiging wegens benadeling? .......................................... 5
1.7 Ontbinding lijfrente ............................................................................................................................... 5
1.8 Kostcontract .......................................................................................................................................... 5
1.9 Opeetcontract ....................................................................................................................................... 5
1.10 Tontine................................................................................................................................................... 5
2. Stevigheid – soliditeit eigendomstitel (1 meerkeuzevraag) ...................................................................... 6
2.1 Omstandigheden die de stevigheid van de titel in gedrang brengen .................................................... 6
3. Overzicht kredietwetgeving (5 meerkeuzevragen) ................................................................................... 9
3.1 Hypothecair krediet – consumentenkrediet – lening op intrest ........................................................... 9
3.2 Hypothecair krediet ............................................................................................................................. 10
3.3 Sluiten van een kredietovereenkomst ................................................................................................. 12
3.4 Fundamentele keuzes voor de kredietnemer...................................................................................... 12
1
, 1. VERKOOP OP LIJFRENTE (1 MEERKEUZEVRAAG)
• → Geen dagelijks issue
1.1 KOOPOVEREENKOMST
• Eigendomsoverdracht OG
• Betaling prijs in geld
o Onder bezwarende titel (tegenprestatie → geld)
o <> huur: prijs hoeft geen geld te zijn, kan ook in natura zijn zoals pacht waarbij met
landbouwproducten kan betaald worden
• Prijs en datum van betaling ligt in principe vast
o Een deel bij de compromis en saldo bij akte
o Uitzonderingen datum van betaling
▪ Uitstel van betaling
• Recht als koper om pas na een tijd te betalen (bv. als je uw eigen huis verkoopt
en met dat geld zal betalen) (intrest!)
▪ Verkoper stemt in met betalingen in schijven
• → Koopovereenkomst = vergeldend contract
o Wederkerend contract waarbij de omvang van de wederzijde prestaties van in het begin vaststaat
▪ Je weet als koper ALTIJD hoeveel je moet betalen (ook bij de uitzonderingen)
1.2 VERKOOP OP LIJFRENTE
• Kans contract!
o Geen vergeldend contract (<> koopovereenkomst)
• De koper weet hier niet hoeveel hij zal moeten betalen
• De omvang van de prestaties van beide partijen niet vast
• De vraag of een partij iets verschuldigd zal zijn én hoeveel hangt af van een toevallige gebeurtenis (= kans
contract) waarvan partijen geen precieze kennis hebben bij het sluiten van het contract
• Aleatoir karakter
o Afhangen van een toevallige gebeurtenis in de toekomst
o Men aanvaardt dus een risico (men kan dus achteraf niet klagen als het zou tegenvallen
• Voorbeelden
o Verzekeringscontract (bv. brand: u weet niet of uw woning ooit zal afbranden)
o Verkoop recht van vruchtgebruik (zakelijk recht is gekoppeld aan de levensduur van de
vruchtgebruiker: je weet niet hoe oud die VG zal worden)
o Weddenschap
▪ Contract waarbij partijen zich wederkerig een winst naargelang een feit dat onafhankelijk
is van hun wil al dan niet gebeurt
o Spel
▪ Contract waarbij partijen een winst beloven aan degene onder hen die een bepaald feit zal
weten te volbrengen
▪ → Contracten over spel en weddenschap zijn geldig! Maar de wet laat niet toe dat men
een vordering instelt. De tegenpartij kan de spelexceptie inroepen, maar de verliezer kan
geen terugbetaling eisen
▪ Uitzondering op de onontvankelijkheid van vorderingen uit hoofde van
kansovereenkomsten
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Kjenta. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $12.35. You're not tied to anything after your purchase.