Cursus virologie ~ Mark Van Ranst
Hoofdstuk I: Inleiding
- Virologie is een moderne wetenschap.
- Pionier in deze nieuwe discipline was Adolf E. Mayer.
- Deze ontdekte dat het sap van zieke (gele stippen op bladeren)
tabaksplanten de gezonde ging besmetten.
- Conclusie was dat tabaksmozaïek overdraagbaar was.
- Dmitri Ivanovski ging nog een stapje verder.
- Hij filterde het sap van een ziek vermalen blad
- En bracht dit filtraat aan op een gezond blad
- Dit nieuwe blad werd ook ziek.
- Conclusie was dat de ziekteverwekker nog steeds door de filter ging.
- Dit kon dus geen bacterie zijn.
- Martinus Beijerinck was de eerste die de term virus gebruikte in 1898.
- Belangrijke virusziekte doorheen de geschiedenis zijn
* pokken.
- Kwam al voor bij Ramses V in het oude Egypte.
- Laatste case was in 1977 in Somalië.
* Poliomyelitis = infantiele paralysis (verlamming van spieren beademing: stalen
longen)
- Dit kwam ook al voor in het oude Egypte.
- Komt nt meer voor, uitroeiing kwam door vaccinatie.
* HIV/AIDS
- Tussen 1993 en 1995 was dit zelfs de grootste doodsoorzaak.
Virale structuur
- Zijn van de grootteorde van 100 nm (is dus zeer klein) vb van 100 nm is herpesvirus.
- De grote virussen gaan tot 300 nm (pokken).
- De kleine tot 25 nm (picornavirus).
- Ze zijn ultrafiltreerbaar
- Zichtbaar met een EMS. Vb de titan Krios cryo-elektron microscope zika virus
- Verder beschikken virussen over een enveloppe, capside en een genoom.
- Sommige virussen zijn naakt, en hebben dus geen enveloppe.
- De enveloppe bestaat uit een lipiden dubbellaag.
- Bestaat uit de wand van de moedercel.
- Hierdoor kunnen ze makkelijk cellen invaderen want is niet statisch
- Maar dit is geen extra bescherming!
- Is soms zelfs eerder nadelig...
- Want ze is snel kapot te maken met detergenten.
- Bij verlies van de enveloppe, is ook het virus ook niet meer infectieus.
- Want in lipidenlaag zitten de celliganden.
-We kunnen de capsiden opdelen in 2 soorten en een rest
* helicaal
- Rond het DNA/RNA zit spiraalsgewijs een zelfde molecule.
, - Dit is een economische manier van bescherming.
- slechts 1 EW nodig.
- Vb is het tabaksmozaïekvirus, dat een zeer rigide kapsel heeft.
- Vb is ook het ebolavirus, dat dan weer zeer soepel is.
* icosahedraal
- Dit is een typische vorm voor virussen.
- Deze structuur is ook de meest stabiele structuur in de natuur.
- Hoe groter, hoe stabieler!
- Gemaakt door een opeenvolging van 5- en 6-hoeken door capsomeren.
- Typisch voor adenovirussen, herpes-virussen en papillomavirussen.
- Herpesvirussen hebben een enveloppe. Vandaar lijkt het op een spiegelei
* Complex
- Typisch voor bacteriofagen. (hoofd, nek en landingsgestel)
- Zijn virussen van bacteriën.
- Alle levende entiteiten hebben hun eigen virussen.
- Typisch voor bacteriofagen is het landingsgestel.
- Eens geland gaat de faag zijn (weinig) genetisch materiaal inspuiten
vanuit het hoofdje
- Virussen moeten dus niet in de cel zitten.
- Ook pokkenvirus heeft een zeer karakteristieke vorm.
- Genoom
- Virussen hebben ofwel DNA ofwel RNA.
- Dit is dan ofwel ds ofwel ss.
- En dan ofwel lineair ofwel circulair.
- En dan ofwel uit 1 stuk ofwel segmentair.
- Meestal zijn virussen linair ssRNA.
*DNA-virussen
- De meesten zijn dsDNA (bv herpesvirus), behalve Parvovirus B19.
- Dit is ssDNA.
- Parvovirussen zorgen voor stoppen van de foetale circulatie door
de ontwikkeling van de RBC plat te leggen, als de zwangere
vrouw hier voor eerst in contact mee komt.
- Nood aan een intra-uteriene bloedtransfusie.
* RNA-virussen
- Meesten zijn ssRNA
- Bekendste zijn het dsRNA Rotavirus en het ssRNA mazelenvirus.
* circulair genoomvirussen
- ssRNA plant viroïden.
- Normaal wordt ssRNA snel afgebroken,
- maar deze zijn enorm stabiel door circulair zijn
- Ze hebben ook geen eiwitmantel nodig.
- Ze zijn niet menspathogeen.
- dsDNA papillomavirussen = wratten en baarmoederkanker
- Hepatitis B (HBV)
- Dit is 2/3 dubbelstrengig en 1/3 enkelstrengig.Cave: bij vermenigvuldiging is hij
wel volledig dubbelstrengig.
, * segmentaire virussen
- Hebben meerdere virale chromosoompjes
- Staan in voor de genetische variabiliteit.
- bv Hantavirus dat via gedroogde urine van knaagdieren via ademhaling bv houthakkers
ziek maakt. Bestaat uit S-M-L segmenten die coderen vr 3 verschillende eiwitten.
- Als dezelfde cel geinfecteerd w dr 2 virussen, dan wisselen ze deeltjes genetisch materiaal
met elkaar uit nieuwe virussen k deeltjes hebben van beide.
= reassortment. Dit geeft het virus een voordeel en vernieuwingskuur.
Voorbeeld: Influenza waarbij het varken zorgt voor reassortment. Nieuwe soorten kunnen
soms overdraagbaar zijn naar mensen.
- Nieuwe partikels kunnen dan een andere samenstelling hebben.
- Maar dit is uiterst zeldzaam.
- De meeste partikels verdwijnen wegens een fout aantal
- Soms echter nieuwe varianten uitgeselecteerd
- reassortment heeft een groot potentieel.
- Zeer snel genetische varaibiliteit.
- Maar dus meestal een verslechtering.
- Enkele voorbeelden zijn rotavirussen en griepvirussen
-
Taxonomie
Indeling obv:
Eigenschappen van het virion
(grootte, vorm, envelop, capsidestructuur,…)
Fysicochemische eigenschappen
(MW, genoomeigenschappen, G+C ratio, nt sequentie,…)
Virale eiwitten
(aantal, grootte, functie, AZ sequentie,…)
, Viraal genoom en life cycle
(genoomorganizatie en-replicatie, plaats van virion
assemblage, maturatie, release,…)
Replicatie
- Virussen zijn obligaat cellulaire parasieten.
- ze kidnappen de cel.
- Dit om genetisch materiaal te vermenigvuldigen.
- Ze hebben dus dezelfde oerbetrachting
- en dus per definitie levende wezens.
- Virale replicatie gebeurt via een aantal stappen:
* Binden aan cellulaire receptor
* Binnendringen in doelwitcel
* Ontmanteling vh virus (= genetisch materiaal komt vrij)
* Synthese ‘vroege’ eiwitten
* Replicatie van viraal DNA/RNA
* Synthese ‘late’ eiwitten
* Assemblage nieuwe virions
* Vrijzetting van deze nieuwe virions
1) Binding aan cellulaire receptoren.
- Men vermoedt dat dit werkt via een sleutelslotmechanisme.
- Tropisme gaat dus bepalen welke cellen worden geïnvadeerd.
- Maar is niet zo dat 1 virus maar 1 doelwitcel heeft en maar 1 symptoom geeft.
- Virussen kunnen binden aan meerdere celsoorten.
- Het is ook niet zo dat receptoren speciaal ontworpen zijn.
- Virussen misbruiken de receptoren.
- Oppervlakte-EW op enveloppe of capside binden de celreceptor.
2) Binnendringen in de doelwitcel.
- Hiervoor zijn er 4 manieren.
1) Fusie van geënveloppeerd virus met plasma membraan
Virus hangt eraan en enveloppe vervloeit met PM vd cel
plasmide zit in de plasma cel
2) Endocytose van nt-geënveloppeerd virus
Iets hangt via R a/d celwand: cel heeft de neiging om het ding ad opp
via endosoom binnen te nemen. Endosoom versmelt met het
membraan vh golgi apparaat.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evelynedesutter. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.84. You're not tied to anything after your purchase.