Medische psychologie
HO 1 – ONTWIKKELING INFANT & PEUTERS
1 Algemene inleiding
Cijfers
• 1/3 positief in de bevolking op de vraag naar psychische klachten
• Op jaarbasis ongeveer 1/5 minderjarigen en 1/7 volwassenen → psychische stoornis
• Klachten kunnen zich ontwikkelen tot een stoornis
o Vb. vaak voorkomende stoornissen: angstproblematieken, stemmingsstoornissen en
alcoholafhankelijkheid
9 op 10 Vlamingen in contact met psychische problemen
• 51% bij zichzelf
• 56% bij familielid
• 56% bij vriend
• 50% duurt meer dan een jaar
• 2/3 heeft hulp gezocht
o 75% eerst bij huisarts
o Rechtstreeks bij psychiater in geval van ADHD en psychoses
Behandeling
• >50% medicatie
• >30% alleen therapie
• 25% medicatie in combinatie met psychotherapie
o = beste + meest effectief
Taboe
• 1 op 3 zoekt geen hulp
• 50% verzwijgt problemen tegen baas en collega’s
• 1 op 4 spreekt er met niemand over
• 1 op 5 voelt zich schuldig
Bron: onlinebevraging 2000 Vlamingen tussen 18 en 79 jaar, 10-2014
Verschil tss man en vrouwen op kans op psychiatrische stoornis
Vrouwen meer kans op stemmingsstoornissen en
angsten en mannen gaan vaker teruggrijpen naar
middelen
Meeste ziektelast door psychische stoornissen en hart- en
vaatziekten
1
,2 Inleiding medische psychologie
Ontmoeting tss arts en patiënt
Op einde van consult moet de verwachting van de
arts en de verwachting van de pt beide ingevuld
zijn
Ontwikkeling en persoonlijkheid
Ontwikkeling van de mens
• Gedurende hele leve,
• Ontwikkeling duidt op veranderingen die zich door toenemend differentiëren onomkeerbaar voltrekken,
ontwikkeling kan je met andere woorden niet ongedaan maken
• = dynamisch proces → wordt beïnvloed door individuele geaardheid + geaardheid van de omgeving waarin je als
persoon ontwikkelt
• Resultaat van deze “groei” bepaalt hoe je ziekte en stress beleeft
2
,Nature vs nurture
Nature = staat voor de biologische, aangeboren eigenschappen, de erfelijke eigenschappen die we van bij de
conceptie van onze ouders hebben meegekregen
Nurture = staat voor de invloed van de fysieke en sociale wereld op onze biologische make-up en psychologische
ervaringen voor en na de geboorte.
Verschillende visies
• Nativisme: stabiliteit: men denkt dat nature de overhand heeft en dat je niet veel meer kan veranderen
• Empirisme: plasticiteit: men denkt dat nurture de overhand heeft en dat je de ontwikkeling wat kan vormen en
stimuleren
• Dynamisch: gaat uit van 4 veronderstellingen over ontwikkeling
o Men blijft zich levenslang ontwikkelen
o Ontwikkeling is multidirectioneel + multidimensioneel
o Ontwikkeling is zeer plastisch
o Ontwikkeling wordt beïnvloed door verschillende krachten die met elkaar interageren
Tweelingenonderzoek
• Om impact van nature en nurture te onderzoeken op tweelingen gedaan
• 1-eïge tweeling: beide in een andere omgeving laten opgroeien → effect van nurture onderzoeken
• 2-eïge tweeling: in zelfde omgeving laten opgroeien → effect van nature onderzoeken
Kijken naar gedrag
• Observaties in kader van wetenschappelijk onderzoek vs observaties in kader van klinisch onderzoek
• Objectief onderzoeken
• Feiten vs interpretatie
• Gestructureerde vs ongestructureerde observatie
o Gestructureerd
▪ Meestal in kader van klinisch onderzoek
▪ Je hebt een bepaald doel
o Ongestructureerd: gedrag van iemand in zijn algemeenheid bekijken
Basisprincipes observatie
• Vertrouwelijkheid en discretie (informed consent)
• Objectiviteit
• Gelijke kansen (cultureel sensitief zijn)
• Wees positief, focus op sterktes!
o Kan je gebruiken in de behandeling
o Bv. kind is zeer creatief, haar creativiteit mee integreren in behandeling → vergroot kans op geslaagde
behandeling
• Holistische benadering, kijk naar het ‘hele’ kind
o Niet alleen kijken naar de symptomen of de pathologie
• Hou rekening met de gevoelens van het kind
• Minimaliseer afleidingen
Lees verdiepende tekst p. 6
3
, Kijken naar ontwikkeling
• Uiterlijk
• Bewustzijnsniveau/reactievermogen
• Motorische activiteit (zowel grove als fijne)
• Taal/spraak
• Zintuigen (reacties op prikkels)
• Denken/kennis
• Aandacht/activiteit/impulsiviteit/frustratietolerantie
• Contact
Risico- en protectieve factoren
Risicofactor = een gebeurtenis, omstandigheid of eigenschap, waarvan bekend is dat er een statistisch grotere kans
op een (soms veel later optredend) probleem in de ontwikkeling van het kind mee geassocieerd is
• Merk op: kans op ontwikkeling van een probleem is nog steeds klein
o Aanwezigheid van een risicofactor leidt niet automatisch tot ontwikkeling van een stoornis
Protectieve factor = een factor die samengaat met een verminderde kans op het vertonen van een stoornis, gegeven
de aanwezigheid van een onderkend risico
• → impliceert dat een protectieve factor alleen werkt als er eveneens een risico aanwezig is (dit noemt men
ook een buffereffect)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller J5566. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.76. You're not tied to anything after your purchase.