Samenvatting Aantekeningen Inleiding Strafrecht - Hoorcolleges, Werkgroepen en Literatuur
12 views 0 purchase
Course
Inleiding Strafrecht (21013010)
Institution
Universiteit Leiden (UL)
Beknopte samenvatting van Inleiding Strafrecht. Bevat de samenvattingen/aantekeningen van de (5 van de 7) hoorcolleges, werkgroepen, sommige jurisprudentie en literatuur. Alle belangrijke begrippen zijn dikgedrukt zodat je altijd de juiste termen in het hoofd hebt voor het tentamen. Het bestand is...
Strafrecht houdt de samenleving bezig doordat het zo actueel is en verbonden is met zaken
als moraal, veiligheid en rechtvaardigheid. Het strafrecht houdt zich in de essentie bezig met het
straffen van mensen. Strafrecht onderscheidt zich van civiel recht doordat het vanuit de staat
nagestreven wordt terwijl civiel recht onderling tussen de burgers wordt geregeld. Alleen de Officier
van Justitie (OvJ) kan een verdachte voor een strafbaar feit laten dagvaarden integendeel tot een
civielrechtelijke dagvaarding. De OvJ is een vertegenwoordiger van het openbaar ministerie
(OM).
Stel je nu voor dat Ene Paul, Kevinn slaat. Paul wordt vervolgens vervolgt door het OM en moet een
boete van 1000 euro wegens mishandeling van Kevin betalen (art. 350). Maar Kevin heeft ook
medische kosten (tand eruit), immateriële schade (pijn) en materiële schade (kapotte broek). Deze kan
Kevin vergoedt krijgen door een civielrechtelijk proces aan te spannen tegen Paul. Echter is dit
langdurig en kostelijk. Daarom is er de wettelijke voorziening dat de strafrechter vergoeding kan
opleggen.
Het opleggen van straffen heeft voornamelijk twee doelen: vergelding en preventie. Naast
generale preventie (=straffen zodat men geen strafbare feiten zal plegen) bestaat er ook speciale
preventie (=iemand opsluiten zodat hij geen strafbare feiten meer kan plegen).
Strafrecht wordt opgedeeld in drie delen: materieel strafrecht (=welk gedrag is niet toegestaan en
welke personen daarvoor kunnen worden bestraft), formeel strafrecht (=strafprocesrecht of
strafvordering) en sanctierecht (=voorwaarden waaronder bepaalde straffen mogen worden
opgelegd en ten uitvoer gelegd).
Het strafrecht dat in de wetboeken is opgenomen noemt men vaak het commune recht. Daarnaast
bestaan er veel strafbepalingen in andere wetten (zoals de Opiumwet, Wapenwet, meststoffenwet),
deze wetten worden bijzondere strafwetten genoemd.
Het wetboek van strafrecht is opgedeeld in drie ‘boeken’. Boek I regelt de algemene leerstukken van
materieel strafrecht, zoals strafuitsluitingsgronden en poging. Dit zijn algemene leerstukken. Boeken
II en III bevatten uitsluitend strafbepalingen: omschrijvingen van gedrag dat strafbaar is, met daarbij
de maximale strafeising. (boek II bevat alleen strafbare misdrijven en boek III bevat uitsluitend
overtredingen).
Internationaal recht zijn de rechten die tussen staten geld en supranationaal recht gaat
over de regels die een internationale organisatie stelt voor alle deelnemende lidstaten. Strafbepalingen
moeten in het recht terug te vinden zijn, dit is het legaliteitsbeginsel. Iets is pas strafbaar zodra het
strafbaar gesteld wordt, zo luidt artikel 1 Sr: ‘Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan
,voorafgegane wettelijke strafbepaling’. Als iemand een feit pleegt dat strafbaar is voor de wet is
opgesteld kan hij/zij daar ook niet voor strafbaar worden gesteld. De duidelijkheid van rechtsregels is
belangrijk omdat er anders niet duidelijk is wat nou precies wel/niet strafbaar is. voor het interpreteren
van wetstermen bestaat een aantal methoden. De belangrijkste zijn:
1. Wetshistorische interpretatie (=wat is de historische achtergrond van het wetsartikel)
2. grammaticale interpretatie (=wat is de betekenis van bepaalde begrippen)
3. systematisch interpretatie (=waar in de wet is deze wet geplaatst)
4. teleologische interpretatie (=doel van de wet(gever)).
Nu over de procesdeelnemers. Allereerst zijn er de verdachte aan wie een verdenking wordt
verweten. De verdachte is in de mogelijkheid een raadsman in te schakelen. Een eventuele getuige
kan een getuigenverklaring geven, dit is een vaak gebruikt bewijsstuk in strafrechtelijke zaken. Een
eventuele deskundige is er om bepaalde feiten op te helderen (zoals of een bepaalde substantie onder
de OW valt. Dan zijn er nog de benadeelde partij en het slachtoffer. De rechtbank, gerechtshof en
Hoge Raad hebben ieders een regio waarbinnen zij spreken. Dit wordt het arrondissement genoemd.
Naast arrondissement zijn er ook ressorts die bestaan uit meerdere arrondissementen. Er bestaan elf
rechtbanken, vier gerechtshoven en een Hoge Raad. De meervoudige kamers bestaan uit drie
rechters en de enkelvoudige kamer uit een rechter. De meeste misdrijven worden door de
kantonrechter (art. 382 Sv) behandeld en de politierechter (art. 368 Sv) gaat over eenvoudige
misdrijven. Dan is er nog de kinderrechter voor zaken met minderjarigen. Bij de Hoge Raad werken
ook Advocaat-Generaals (AG) en hun voorzitter de Procureur-Generaal (PG).
Opsporingsambtenaren houden verdachten aan en het Openbaar Ministerie (OM) vervolgt hen
(art. 9 Sv). Voordat men onderzoek doet naar een verdachte moet er een redelijk vermoeden zijn dat
volgt uit feiten of omstandigheden. Voordat de politie iemand mag aanhouden of fouilleren moet er
sprake zijn van artikel 27 Sv. Is dat er niet dan kan hij/zij vrijgesproken worden van alle vervolgingen
die door het onrechtmatige handelen sprake zouden zijn. Een verdachte heeft ook bepaalde rechten
zoals het zwijgrecht, het uitgangspunt nemo tenetur zegt dat een verdachte niet mag worden
gedwongen zichzelf te belasten in een strafrechtelijke procedure (hij hoeft geen verklaring af te
leggen). Ook is er het recht op rechtsbijstand (=elke verdachte heeft het recht op een raadsman).
Het recht op kennisneming van processtukken. Dan de getuige, wanneer hij door de politie wordt
opgeroepen is hij niet verplicht te komen, wel als hij door de rechter-commissaris wordt opgeroepen.
De rechter kan een deskundige oproepen om te adviseren over bepaalde expertise vragen.
Hoorcollege
Er is een verschil tussen ongewenst immoreel gedrag en strafbaar ongewenst gedrag, dit
laatste raak het strafrecht aan. Vandaag de dag wordt het strafrecht vaak als instrumenteel gebruikt.
D.w.z. dat er criminaliteit kan worden voorkomen. Iemand een (voorwaardelijke) gevangenisstraf
geven is het gebruiken van het strafrecht als instrument. Daarnaast biedt strafrecht
rechtsbescherming tegen disproportioneel overheidshandelen, dat wil zeggen dat er eisen worden
gesteld aan iemand een straf opleggen.
Klassieke idee van het strafrecht: de overheid neemt de rol over van het slachtoffer. Steeds meer
wordt de rol van het slachtoffer groter.
Doelen van het strafrecht zijn onder andere:
Garanderen van de veiligheid in de samenleving
Genoegdoening van het slachtoffer
, Behandeling van de veroordeelde
Onschadelijkmaken van de veroordeelde
Laten zien dat er iets gebeurt (afschrikking)
Laten zien dat iets verboden is (normstelling)
Begrenzing van overheidshandelen
Begrenzing van slachtoffers (eigenrichting)
Strafrecht is tijd, plaats en cultuur bepaald. Strafrecht als publiekrecht: geeft recht tot straffen,
afdwingbaar, is niet onbegrensd, legaliteitsbeginsel (het overheidsoptreden is begrensd tot dat wat in
de wet staat).
Het legaliteitsbeginsel is opgebouwd uit een aantal belangrijke punten:
Lex Certa-beginsel; je moet als burger weten wat strafbaar is
Lex scripta-beginsel/geen gewoonterecht; het moet in de wetboeken beschreven zijn
Verbod van terugwerkende kracht; Alleen dat is strafbaar vanaf het moment dat het
strafbaar wordt gesteld.
Verbod van analogie; hoe ver gaat een strafbepaling, het verbod voor de rechter om ruim te
interpreteren.
Artikel 1 Sr. Is het materieelrechtelijk legaliteitsbeginsel, Artikel 1 Sv. Is het formeelrechtelijk
legaliteitsbeginsel wat geld voor strafprocesrecht.
Werkgroep
Legaliteitsbeginsel
Artikel 1 Strafrecht (materieel) Artikel 1 Strafvordering (formeel)
1. Geen feit is strafbaar dan uit kracht strafvordering heeft alleen plaats op de
Van een daaraan voorafgegane wijze bij de wet voorzien
Wettelijke strafbepaling
2. bij verandering in de wetgeving
Na het tijdstip waarop het feit begaan
Is, worden de voor de verdachte
Gunstige bepalingen toegepast.
Het materieel legaliteitsbeginsel (art. 1 Sr) kent het Lex Scripta (=geen ongeschreven wet) en het
Lex Certa (=bepaaldheidsgebod/er moet voldoende duidelijk zijn wat er strafbaar wordt
gesteld) dan is er nog het verbod op terugwerkende kracht (=geen handelingen die voor de wet
zijn gebeurd zijn strafbaar) en als laatste het analogieverbod (=dingen die er buiten vallen mogen
er niet onder vallen)
Onbehoorlijk gedrag arrest was volgens de Hoge Raad niet in strijd met het Lex Certa beginsel omdat
er duidelijk was dat het ging om onbehoorlijk gedrag in de trein.
Bij het leen van arrest kijk naar: dikgedrukt -> feiten -> ‘overwegend dat’
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Svenvdk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.