100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Biologie samenvatting H5 Regeling, havo 4, Biologie voor jou MAX deel B $11.51   Add to cart

Summary

Biologie samenvatting H5 Regeling, havo 4, Biologie voor jou MAX deel B

 8 views  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

In dit document worden alle paragrafen van hoofdstuk 5 samengevat. Begrippen zijn dikgedrukt en daarna volgt de uitleg.

Preview 2 out of 8  pages

  • No
  • Hoofdstuk 5
  • May 13, 2023
  • 8
  • 2022/2023
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Samenvatting H5 Regeling
§5.1 Regeling en Homeostase

Normwaarde: genetische vastgestelde waarde in de hersenstam, waaraan de diverse
concentraties aan stoffen (oplossingen) in het lichaam getoetst worden
Homeostase: het in stand houden van een dynamisch evenwicht in het inwendige milieu
van organismen.
Negatieve terugkoppeling: als een toename van het resultaat het proces remt.
Positieve terugkoppeling: als een toename van het resultaat het proces versterkt.
Een thermostaat is een sensor en staat bv afgesteld op 19 graden (normwaarde). De
thermostaat geeft een signaal af aan de verwarmingsketel (het controlecentrum) wanneer de
temperatuur in de kamer lager wordt dan 19 graden. De verwarmingsketel verwarmt water
en pompt dat naar de effector: de radiator. De temperatuur in de kamer stijgt. Wanneer de
temperatuur in de kamer hoger is dan 19 graden, geeft de sensor geen signaal meer af aan
de verwarmingsketel. De temperatuur van de radiator daalt en de kamertemperatuur gaat
omlaag.
Bij meercellige organismen hebben de meeste cellen geen direct contact met het
uitwendige milieu doordat ze worden omgeven door andere cellen. Tussen de cellen van
een weefsel bevindt zich weefselvloeistof. Samen met het bloed vormt de weefselvloeistof
het inwendige milieu van een organisme. Tussen het inwendige en het uitwendige milieu
bevindt zich ten minste één cellaag.
Homeostatische regelkringen in je lichaam zorgen ervoor dat de omstandigheden in het
inwendige milieu niet te veel veranderen. De zuurstofconcentratie, glucoseconcentratie en
osmotische waarde van weefselvloeistof en bloed veranderen voortdurend, maar
schommelen steeds rondom de normwaarde.


§5.2 Hormonale regulatie
Signaalmoleculen: hiermee wordt informatie tussen cellen overgedragen.
Receptoren: hier kunnen cellen aan binden.
Endocriene klieren: een klier in het lichaam die hormonen afgeeft
Secretie: de afgifte van hormonen door de hormoonklier.
Exocriene klieren: klieren met een afvoerbuis.
Excretie/uitscheiding: als zweetklieren en speekselklieren hun product af geven via een
afvoerbuis.
Bloed transporteert hormonen door heel het lichaam. Vanuit de bloedvaten gaan hormonen
via de weefselvloeistof naar alle cellen van een organisme. De hormonen zijn alleen
werkzaam in organen waarvan de cellen receptoren bezitten waaraan het hormoon kan
binden. Een hormoon kan processen in meerdere doelwitorganen regelen. De mate van
reactie van een doelwitorgaan wordt onder andere bepaald door de concentratie van het
hormoon (hormoonconcentratie) in het bloed en door het aantal hormoonreceptoren voor
een bepaald hormoon op de cellen in het doelwitorgaan. Hormonen regelen onder andere

, ook geleidelijke processen die uitwerking hebben op het hele lichaam, zoals de groei en
ontwikkeling, stofwisseling en voortplanting.
Hormoonstelsel: bestaat uit klieren met interne secretie; ze geven hun producten
(hormonen) via het bloed af aan cellen, weefsels en organen die gevoelig zijn voor dat
bepaalde hormoon.
Hypofyse: produceert verschillende hormonen.
Hypothalamus: regelt de secretie van hormonen door de hypofyse.
Groeihormoon (GH): regelt de groei en ontwikkeling.
Oxytocine: stimuleert het ontstaan van weeën aan het einde van de zwangerschap en
tijdens de geboorte. Na de geboorte zorgt oxytocine bij het zogen voor de melksecretie uit de
melkklieren in de borsten.
Antidiuretisch hormoon (ADH): regelt de resorptie van water in de nieren bij de vorming
van urine. Hierdoor kan de hoeveelheid water worden geregeld die de nieren via de urine
uitscheiden.
Schildklier: produceert o.a. thyroxine (of schildklierhormoon).
Thyroxine (schildklierhormoon): beïnvloedt de stofwisseling, vooral door de verbranding
van glucose te stimuleren.
TSH uit de hypofyse stimuleert de secretie van thyroxine en stimuleert de vorming van
schildklierweefsel. Thyroxine remt de productie en secretie van TSH. Als de concentratie van
thyroxine in het bloed daalt, neemt de secretie van TSH toe. Door stijging van de TSH-
concentratie wordt de secretie van thyroxine gestimuleerd. Als de schildklier te veel thyroxine
produceert, neemt de intensiteit van de stofwisseling toe (gewichtsverlies, toename eetlust,
rusteloosheid). Als de schildklier te weinig thyroxine produceert, neemt de intensiteit van de
stofwisseling af (gewichtstoename, vermoeidheid). Een te lage productie van thyroxine vanaf
de geboorte kan leiden tot dwerggroei.
Eilandjes van Langerhans: produceren de hormonen insuline en glucagon.
Insuline en glucagon: zorgen ervoor dat de glucoseconcentratie van het bloed min of meer
constant blijft.
De glucoseconcentratie in het bloed noem je ook wel de bloedsuikerspiegel. De
glucoseconcentratie wordt bij een gezonde persoon gehandhaafd tussen de 4,0 en de 8,0
mmol/L.
Glycogeen: word gemaakt van glucose.
Glycogeen wordt in cellen opgeslagen. De glucoseconcentratie in het bloed zal hierdoor
dalen. Als je en tijdje niet hebt gegeten, kan de glucoseconcentratie in je bloed beneden de
normwaarde zakken. De cellen in de eilandjes van Langerhans produceren dan glucagon.
Dit stimuleert in de lever en in spieren de omzetting van glycogeen in glucose en bevordert
de afgifte van glucose aan het bloed.
Erytropoëtine (epo): word gemaakt in de nieren. Het stimuleert de productie van rode
bloedcellen in het rode beenmerg.
Bijnieren: liggen als kapjes boven op de nieren. Een bijnier bestaat uit bijnierschors en
bijniermerg. Bij een stressreactie produceert het bijniermerg adrenaline.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller benteessens. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.51. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

76449 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.51
  • (0)
  Add to cart