Inleiding in de wetenschappelijke methode (PB2802)
Institution
Open Universiteit (OU)
Een samenvatting van het vak inleiding tot de wetenschappelijke methode PB2802 van Open Universiteit. Geschreven in het voorjaar van 2023. Geen bullets met korte woorden, maar verklarende volzinnen. Volgt de structuur van YouLearn en gebaseerd op de inhoud ervan, de e-reader en de podcasts.
samenvatting in volzinnen gebaseerd op de structuur van youlearn
gebaseerd op de inhoud van youlearn
gebaseerd op de reader en de podcasts
Written for
Open Universiteit (OU)
Psychologie
Inleiding in de wetenschappelijke methode (PB2802)
All documents for this subject (30)
1
review
By: oemaimabenkhlifa • 11 months ago
Seller
Follow
alxrondas
Reviews received
Content preview
Inleiding in de wetenschappelijke methode
PB2802 – gemaakt door Alexandra Rondas
Samenvatting is gebaseerd op de structuur en inhoud van YouLearn, de e-reader en de podcasts.
Thema 1 “Perspectief op wetenschap”
Studietaak 0 voorbereiding
Studietaak 1 Wetenschappelijke revoluties
Studietaak 2 Van witte naar zwarte zwanen
Studietaak 3 Paradigma’s en wetenschappelijke revoluties
Studietaak 4 De onderzoeksprogramma’s van Lakatos
Thema 2 “Wetenschappelijk onderzoek
Studietaak 5 Hypotheses, theorie en voorspellingen
Studietaak 6 Experiment
Studietaak 7 Causaliteit
Thema 3 “Meta-wetenschap”
Studietaak 8 Zuiver denken in de wetenschap
Studietaak 9 Wetenschappelijke integriteit en open science
1
,STUDIETAAK 0: VOORBEREIDING
Wetenschap is een manier om tot kennis te komen. Kennisleer (epistemologie) houdt zich bezig met
de vraag hoe we tot kennis kunnen komen en is een voortvloeisel uit de klassieke filosofie.
Er worden drie kenmerken aan kennis gekoppeld:
- Het is een opvatting, een idee
- Het moet waar zijn
- Er moet een rechtvaardiging (bewijs) voor zijn, anders kan het ook een gok of toevalligheid
zijn vandaar het belang van bewijs
In tegenstelling tot een mening, waar geen rechtvaardiging voor nodig is.
Charles Peirce (1877) schreef het artikel ‘Fixation of belief’ en zijn idee was dat de mens zekere
opvattingen zoekt over de wereld. De mens kan zich in twee toestanden bevinden:
- Een overtuigingstoestand: in deze toestand twijfelt de mens niet aan zijn opvatting.
- Een toestand van twijfel: de mens wilt van de twijfel afkomen. Hoe? Volgens Peirce 4 manieren.
1) Methode van volharden: ik vermijd alle situaties en informatie die bij mij twijfel kunnen
veroorzaken zodat ik aan mijn overtuigingen kan vasthouden.
2) Methode van autoriteit: ik fixeer mijn overtuiging op dat van een autoriteit zoals een professor
en een politicus.
3) A-priori-methode: Ik kies die opvatting die ik het aantrekkelijkste vind, omdat het bij me past en
het krijgt mijn voorkeur.
4) Wetenschappelijke methode: ik ga op zoek naar empirische (waarneembare) gegevens om mijn
opvatting te toetsen, onafhankelijk van mijn individueel standpunt
Er bestaan verschillende wetenschappelijke methodes. Ook een verschil tussen weten dat –
systematisch beschrijven en verklaren- (fundamenteel onderzoek) en weten hoe –voorspellen en
uitoefenen van controle- (toegepast onderzoek).
Om dit kwalitatief te doen gebruiken ze ook eerder wetenschappelijk werk. Hiervoor hanteren ze de
CRAAP-criteria:
C – Currency – recent onderzoek
R – Relevance –relevantie
A – Accuracy – nauwkeurigheid
A – Authority – autoriteit van de auteur
P – Purpose – doel van de auteur bij het schrijven
Wetenschap wordt gekenmerkt door methoden en werkwijzen. Het is empirisch doordat het zich
baseert op ervaringen en waarnemingen. Onze zintuigen zijn dus een cruciaal instrument.
Het empirisch karakter is te herleiden tot de start van de wetenschappelijke revolutie (1593).
Wetenschap gebruikt en leunt ook op theorie.
Een onderscheid tussen descriptieve en normatieve uitspraken is belangrijk om als wetenschapper
in acht te nemen. Descriptief is “wat” is, het zijn feitelijke gegevens terwijl normatief een
gebiedende wijze is “wat zou moeten zijn”, het zijn regels of implicaties op basis van feitelijke
gegevens.
2
,STUDIETAAK 1 WETENSCHAPPELIJKE REVOLUTIES
3
, 1.1. CORRESPONDENTIE
Eshuis, J. (2022). Wetenschappelijke revoluties. Open Universiteit Nederland. [e-reader: pp. 13-
18 & 21-26]
Kernprobleem van de wetenschapper: hoe kan ik zekere kennis over de wereld verkrijgen? Of met
andere woorden hoe kunnen mijn opvattingen over de wereld perfect overeenkomen met hoe de
wereld werkelijk is? Dit is het correspondentieprobleem
De Griekse filosofen
Socrates was zeer kritisch tegenover het gebruik van de waarneming als basis voor onze kennis omdat
iedereen anders naar de wereld kijkt. We kunnen maar één iets zeker weten, namelijk dat we niets
weten (scepticisme)
Plato vindt empirie net als Socrates ook betrouwbaar. Hij gaat op zoek naar een andere bron van
kennis, de ratio, via ons verstand. Elke mens heeft volgens Plato een blauwdruk in zich, de
ideeënwereld, daar bevindt alles zich in de perfecte vorm. Door middel van herinnering brengen we
dit naar ons verstand. We leren dus nooit iets nieuws, we herinneren ons wat al aanwezig was in ons
verstand. (rationalisme).
Een redenering van een algemeen principe naar een specifiek geval = deductie (Als-Dan-redenering)
Er zijn twee premissen en een conclusie in een syllogisme.
1. Alle cursussen van de OU zijn onoverzichtelijk (majorpremisse)
2. Inleiding in de wetenschappelijke methode is een cursus van de OU (minorpremisse)
3. Dus inleiding in de wetenschappelijke methode is onoverzichtelijk (conclusie)
Het gaat uit van de waarheid van de majorpremisse (1)
Aristoteles ziet het gevaar hiervan in en benadrukt daarom het belang van de empirie (empirisme).
Hij kijkt naar specifieke gevallen en probeert op die manier een uitspraak te doen over algemene
kennis = inductie.
Hij erkent dat waarneming alleen niet voldoende is om tot kennis van de wereld te komen.
Algemene kennis kunnen we pas bereiken met intuïtie.
Socrates Plato Aristoteles
Scepticisme Rationalisme Empirisme
We zullen nooit zekere kennis Kennis verkrijgen we door ons We moeten onze zintuigen
bezitten. Gaat niet uit van verstand, omdat we gebruiken om tot nieuwe
waarheden. beschikken over aangeboren kennis te komen.
beelden van de werkelijkheid
Deductie Inductie
Een correct uitgevoerde Fundamentele beperking: elke
deductie is altijd geldig, maar veronderstelling die jouw
leidt niet tot nieuwe inzichten. observatie bevestigt, verhoogt
de waarschijnlijkheid maar de
algemene kennis kan pas door
het intuïtief sprongetje
Nieuwe kennis, maar nooit
zekerheid.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller alxrondas. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.