Benodigdheden:
- Minimaal 10 maal vergroting loep
- Heukels flora
- Schrift zonder lijntjes
- Snijset
➔ Voor de practicums kijken wat je die dag moet meenemen.
Hoorcollege 25 april – Diversiteit en evolutie van het plantenrijk
Haplontische levenscyclus → Haplodiplontische levenscyclus – diploïd
De eencellige zygote groeit nu uit tot een meercellig stadium → sporophyte plant die de
sporen gaat maken binnen sporangium worden sporocyte geproduceerd en hier komen 4
sporen uit.
Je kan meer nakomelingen krijgen.
9 belangrijke ontwikkelingsstappen
1. Van een naar meercelligheid
2. Aanpassing aan uitdroging; sporepolline
Wasachtig laagje tegen uitdroging
3. Aanpassing van de levenscyclus: isogamie naar oögamie, haplodiplontische
levenscyclus (embryo, sporangia, antheridia, archegonia)
4. Onstaan van cuticula en stomata
Cuticula = Wasachtig laagje waardoor er minder water verdampt
Minder gaswisseling → stomata (huidmondjes)
5. Onstaan van vaatbunduls (transportweefsel en stele) - Tracheata
2 typen transport weefsels
→ Xylem: aaneengesloten dode, lange dikke cellen; transport water en nutrienten
→ Phloem: aaneengesloten levende cellen: transport van metabolieten (glucose en
hormonen)
Verzameling van xylem en ploem = stele
6. Onstaan van bladeren (lycophyllen en euphyllen)
,varens hebben 2 typen bladeren: microfyll/lycofyll en megafyll/eufyll
A=Lycofyll blad komt uit een nerf
B= blad komt uit meerdere nerven
Waarom hebben planten bladeren?
Planten kregen bladeren zodat ze meer co2 konden opnemen, was er namelijk minder in de
lucht
7. Onstaan van vasculair cambium (secundaire diktegroei)
8. Onstaan van zaadknoppen (megasporangia) omgeven door een integument en
microsporangia, waaruit stuifmeel (pollen) onstaan
9. Vorming van bloemen en vruchten
Ontstaan hetrosporie – retentie van de megasporen – de megasporen blijven altijd de
moederplant
,Hoorcollege 1 mei ’23 – taxonomie en diversiteit van het plantenrijk
Landplanten – haplodiplatische levenscyclus
10 belangrijke taxonomische groepen kunnen herkennen.
1. Marchantiophyta (Levermossen)
2. Bryophyta (Bladmossen)
3. Anthocerotophyta (Hauwmossen)
4. Lycophyta (Wolfsklauwachtigen)
5. Pterophyta (Varenachtigen)
6. Cycadophyta (Palmvarens)
7. Ginkgophyta (Ginkgo)
8. Pinophyta (Coniferen)
9. Gnetophyta (Zeedruifachtigen)
10. Magnoliophyta (Bloemplanten)
Familie eindigt op -eae
orde op -ales
klasse op -opsida
fylum op -phyta
Mossen (bryophytes)
Bryophytes
Groeien op vochtige plekken, in bossen in venen op rotsen.
- Habitus klein
, - Gametofyt dominant
- Kan eigen waterhuishouding niet reguleren, ze hebben geen wortels en vaatweefsels
= Poikilohydrie
Ze hebben wel rhizoioden voor verankering
- Ze hebben geen echter bladeren = blaadjes
- Spermacellen zwemmen naar eicellen
- Altijd slechts een sporangium
- Verspreiding via sporen (wind) of aseksueel, klonaal
- Haplodiplontische levenscyclus, waarin gametofyt stadium dominant is.
-
-
- Bryophyta is het grootste
- Diversiteit in gametofyt en in hoe de sporen verspreiden
Drie verschillende fylum van mossen:
1. Marchantiophyta (levermossen)
- Grote groep
- Kosmpolitsche verspreiding (komt bijna overal ter wereld voor)
- Vooral gematigd en vochtige gebieden
Gametofyten:
- Twee typen gametofyten: thalleus en folieus
- Als folieus; dan vaak dorsiventraal; blad nooit generfd; vaak twee- of meerlobbig
- Vaak aseksuele voortplanting via gemmen (broedkorrels) uit gemma bekers
- Eencellige rhiozoiden → daardoor wit
- Soms poriën op thalleuze gametoyfyten, nooit stomata
Sporofyten:
- Sporofyten zonder bladgroen, afhankelijk van de gametofyt
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fiekedezwart. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.88. You're not tied to anything after your purchase.