100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Tijdvak 5 tm 10 HAVO5 $8.56
Add to cart

Summary

Samenvatting Tijdvak 5 tm 10 HAVO5

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Level

Samenvatting van tijdvak 5 tot en met 10. Havo examenstof!

Preview 3 out of 16  pages

  • May 14, 2023
  • 16
  • 2022/2023
  • Summary
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller
Tijdvak 5

Renaissance begon in Italië:
1) Er was een groep die interesse had in kunst + het kon betalen.
2) Er was veel klassiek erfgoed aanwezig

 Humanisme = nadenken, argumenteren, onderzoeken  wereld begrijpen /
verbeteren.
 Erasmus : wetenschappelijk verantwoorde Bijbelvertaling naar aanleiding vd oude
vertalingen.
 1450: wereldbeeld van Europeanen beperkt zich tot Europa, Noord-Afrika en delen
van Europa  handel wordt later internationaler.
 1450: topografische kaart Middellandse zeegebied gedetailleerd.
 Arabieren, Ottomanen en Noord-Italianen  willen verdienen aan handel in
Aziatische producten.
 Producten in Spanje en Portugal erg duur  zelf handelen met Italië is goedkoper.
 Portugese koningen  ontdekkingsreis langs Afrikaanse kust  zeeroute naar Indië.
 1488 – Bartolomeus Diaz vaart om het zuidpunt van India.
 1497 – Vasco da Gama bereikt de westkust van India.
 Portugezen bezetten kustplaatsen  drijven handel met Inheemse bevolking vanuit
factorijen.
 Portugezen veroveren handel in zijde, specerijen en Aziatische producten.
 Arabieren en Ottomanen beheersen de landroute / Portugezen de zeeroute.
 Spaanse koning Ferdinand + koningin Isabella  zeeroute Azië vinden. Christoffel
Columbus wilde in 1492 de zeeroute bevaren.
 Hij arriveerde in de Caraïben  hij noemde de inwoners Indianen.
 1949 – verdrag van Tordesillas : voorkomen Spanje en Portugal in oorlog raakten.
 Westen van de wereld: Spanje / oosten van de wereld: Portugal.
 Verarmde Spaanse adel  in Amerika opzoek naar rijkdom en geluk.
 Conquistadores trokken binnenland in  Hernan Cortes in 1519 het gebied van de
Azteken binnen.
 Conquistadores sloten bondgenootschappen met inheemse stammen die vijandig
stonden tegenover de Azteken  gevechten.
 Na 2 jaar gaven de Azteken zich over  conquistadores krijgen grote landgoederen.
 Indianen uitgebuit door kolonisten  1542 : Nieuwe Wetten  Indianen zijn
volwaardige mensen die niet mogen worden uitgebuit.
 Trans-Atlantische slavenhandel  Afrikaanse slaven naar Amerika vervoerd.
 Driehoekshandel  Europa, Afrika en Amerika.
 Handelsstromen met Europa over Atlantische oceaan  Middellandse zee minder
belangrijk als handelsroute. Noord-Italiaanse handelaren verliezen geld.
 Kerk bepaalde a/h einde van de Middeleeuwen veel  Kerk bepaalde normen en
waarden. Ketters = mensen die zich niet aan normen/waarden van de Kerk houden.
 Paus had veel politieke macht  o.a. met oorlogvoering.
 Duitse monnik Maarten Luther - 1517 : 95 misstanden over de Kerk. Vooral over
aflaathandel, aanwezigheid kunst in kerkgebouwen, verkoop kerkelijke ambten,
geringe kennis Latijn / Bijbel bij priesters.
 Door de drukpers verspreidde Luthers ideeën snel  Luther wilde hervorming /
reformatie om de misstanden recht te zetten.
 Paus : Luther in de kerkelijke ban  Karel V zag ruzies als bedreiging van de
eenheid in zijn rijk  Luther in de rijksban (straffeloos gedood worden)  Kerk splitst
op.
 Lutheranisme  afnemen bezittingen rijke katholieke kerken en kloosters.
 Goud, kunstwerken, kerkelijke gronden aan het bezit van protestantse edelen
toegevoegd.
 Oorlog tussen lutherse vorsten tegen Karel V en vorsten die bij de Paus hoorden.

,  1555 – Augsburgse religievrede  onderdanen van een vorst moesten het geloof
van hun vorst aannemen, of verhuizen naar een ander gebied.
 Karel V  ziet dit als een persoonlijk verlies en trad af als keizer.
 Frans-Zwitserse hervormer Johannes Calvijn  veel aanhang.
 Calvijn  voor de geboorte staat vast of iemand na de dood in de hemel komt.
Geestelijkheid moet het geloof en de Bijbel vertalen. In de Kerk mag niks van het
geloof afleiden: geen beelden/voorwerpen/schilderijen.
 Vorst mag afgezet worden als hij zich niet aan God’s regels hield. Luther vond
vorsten door God gekozen  mag niet afgezet worden.
 Frankrijk  aanhangers Calvijn = hugenoten.
 1598: Edict van Nantes  elke Fransman heeft recht op gewetensvrijheid.
 Opkomst hervormingen en protestantse Kerken leidde tot reactie katholieke Kerk =
contrareformatie.
 Opleiding van priesters verbeterd / hogere eisen, bisdommen verkleind, priesters
beter gecontroleerd, Vulgaat bleef officiële Bijbel, tradities bleven bestaan. Kerk bleef
optreden tegen protestanten (Ketters).
 Inquisitie = kerkelijke rechtbank voor moord op ketters.
 Predikanten calvinisme preken in de buitenlucht  tegen heiligbeelden.
 Beeldenstorm  aanhangers Calvin slopen heiligbeelden uit de Kerk.
 Onvrede over de Katholieke Kerk kwam tot uitbarsting + mensen zijn ontevreden over
Filips II (Landsheer) – zijn omgang met protestanten.
 Onvrede + slechte economische situatie = Opstand.
 Nederlanden  geen eenheid.
 Steden, gewesten, edelen  privileges. Overal andere regels  Karel V wilde de NL
een eenheid maken vanuit Brussel.

Hij stelde 3 bestuursraden in:
1) Geheime raad  Juristen die nieuwe wetten en regels opstelden.
2) Raad van Financiën  edelen en juristen bereidden belastingmaatregelen voor.
Edelen wilden privileges beschermen, juristen wilden belastingregels voor iedereen.
3) Raad van State  edelen en juristen geven politieke adviezen.

 Edelman van Raad v State of Raad v Financiën stierf  vervangen door jurist.
Invloed van de adel op het bestuur neemt af.
 Staten-Generaal  landsheer afgevaardigden van de Gewestelijke Staten bijeen om
te overleggen over belastingbetalingen.
 Karel V  streng katholiek + verwacht dit van zijn onderdanen. Kritiek op de Kerk +
aanhangen protestantisme = majesteitsschennis (schending van macht).
 1550: plakkaat tegen aanhangers van de hervorming  doodstraf voor protestanten /
contact met protestanten. = Bloedplakkaat.
 1555 = Filips II volgt Karel V op als landsheer v.d. Nederlanden  bestuur uit Madrid.
 Margareta (halfzus)  als landvoogdes de Nederlanden leiden uit Brussel.
 In elk gewest een stadhouder als plaatsvervanger  Gewestelijke staten bijeen.
 1566 – edelen bezoeken Margaretha met Smeekschrift  vervolging protestanten
matigen + Staten-Generaal bijeen om spanning in het land te minderen.
 Margaretha stemt in  protestanten mogen openbaar geloven  Hagenpreken:
predikanten spreken mensen toe.
 Beeldenstorm – onrust – Margaretha vervangen door ijzeren hertog van Alva.
 Raad van Beroerten = beeldenstormers gestraft (Bloedraad)
 Alva wilde omzetbelasting opleggen – Tiende penning om Spaanse legermacht te
betalen. Niet ingevoerd – wel opstandigheden.
 Willem van Oranje  tegen Bloedplakkaat. Hij wilde godsdienstvrede en vocht tegen
Alva en het Spaanse leger.
 1568/1572 = veldtochten  geen succes. Watergeuzen nemen in 1572 Den Briel in.

,  Willem v Oranje trekt Zeeland in. Alva zette terreur in + verovert Mechelen, Zutphen,
Naarden, Haarlem.
 Veel geweld om opstandelingen af te schrikken (massamoorden). Spaanse leger
trekt zich terug naar het mislukken van belegering (Leiden, Alkmaar).
 1576 – Spaanse soldaten plunderen Antwerpen. Afgevaardigden id. gewesten komen
in Gent bijeen.
 Pacificatie van Gent (1576) – samenwerken om Spaanse soldaten aan te pakken +
godsdienstvrijheid in NL.
 Calvinisten hielden zich niet aan godsdienstvrede  voeren antikatholiek beleid.
 Katholieken zoeken toenadering tot Spanje. Spanjaarden wilden dat ze zich bij het
Spaanse bestuur zouden voeren.
 Zuidelijke gewesten leggen dit in 1579 vast in de Unie van Atrecht.
 7 noordelijke gewesten  Unie van Utrecht  ze verzetten zich tegen Spanje.
 Financiële samenwerking, gezamenlijk leger, bevoorrechte positie voor calvinisten,
geloofsvervolging verboden.
 Elk gewest: eigen rechten, privileges, bestuur.
 Reactie Filips II op Unie van Utrecht  Willem van Oranje in de rijksban.
 Reactie Unie van Utrecht  Willem van Oranje niet als landsheer erkent.
 Nederlanden zoekt nieuwe landsheer  ze regelen zelf bestuur.
 1588: Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
 Oorlog in Spanje ging door  1584: Willem van Oranje vermoord.
 Zoon Maurits  nieuwe stadhouder.




Tijdvak 6
 15e eeuw = id kustgewesten verslechterde landbouwsituatie. Hoog grondwater 
grond ongeschikt voor graanverbouwing.
 Koeien kunnen grazen  van graanteelt naar rundveehouderij.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maddyreterink. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.56. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.56
  • (0)
Add to cart
Added