Deze samenvatting geldt als een basis voor het zevende tentamen van het eerste jaar van Pedagogiek aan NHL Stenden Hogeschool. Tijdens het tentamen wordt het gehele boek behandeld. Voor studenten Pedagogiek een NHL Stenden raad ik aan om de aangeboden colleges ook te bekijken.
Samenvatting Praktijkonderzoek in Zorg en Welzijn
Hoofdstuk 1: Een inleiding op praktijkonderzoek
1.1: Een positiebepaling van praktijkonderzoek
De veranderlijkheid van de visie op gezondheid maakt dat zorgprofessionals in samenhang met
andere domeinen samen moeten werken. Vakbekwaamheid, samenwerkend vermogen en lerend
vermogen zijn erg belangrijk. De weerbarstigheid van de praktijk kan dilemma’s opleveren.
Professionals moeten beschikken over een onderzoekende houding, deze vormt de basis voor de
beroepsuitoefening. De houding bestaat uit drie aspecten:
- Een open houding t.o.v. nieuwe indrukken en perspectieven
- Een kritische houding t.o.v. gegevens en beweringen
- Een creatieve houding uitgaande van vernieuwing
Het doen van onderzoek kan drie verschillende doelen hebben:
1. Het ontwikkelen of toetsen van theorieën, oftewel fundamenteel onderzoek.
2. Het toepasbaar maken van kennis in een beroepscontext, oftewel toegepast onderzoek.
3. Het vinden van antwoorden op vragen in een specifieke beroepssituatie om te kunnen
begrijpen en verbeteren, oftewel praktijkonderzoek.
Ten aanzien van “goed onderzoek” bestaan verschillende opvattingen. Allereerst is er de
positivistische benadering. Deze gaat ervan uit dat kennis gebaseerd is op dat wat direct
waarneembaar is; er is maar één werkelijkheid. Resultaten zijn eenvoudig te generaliseren.
Eventuele vertroebelingen kunnen aanwezig zijn, deze moeten zoveel mogelijk geminimaliseerd
worden.
Daarnaast is er de constructivistische benadering. Hierbij wordt ervan uit gegaan dat, afhankelijk
van verschillende interpretaties, er verschillende werkelijkheden zijn. Kennis is afhankelijk van
interpretaties en interacties van mensen met hun omgeving, en verandert dus voortdurend. Als
gevolg hiervan kunnen resultaten van de ene beroepspraktijk niet zomaar vertaald worden naar een
andere beroepspraktijk.
Ten slotte stelt de kritisch-emancipatorische benadering dat kennis niet waardevrij is en dat deze
bepaald wordt door mensen met macht. Onderzoeken moeten bijdragen aan de emancipatie van
minderbedeelde groepen. Hun ervaringen en deskundigheid staan voorop. De dialoog staat centraal
en het perspectief van de belanghebbenden is leidend.
Bij praktijkonderzoek wordt een mengvorm van de bovenstaande benaderingen gehanteerd.
Evidence-based practice is steeds belangrijker geworden, met name om de kwaliteit en effectiviteit
van zorg en dienstverlening te verbeteren. Op de hoogte zijn van bewijsmateriaal is onmisbaar.
Echter doet het wetenschappelijke bewijs niet altijd recht aan de pluriformiteit van de
beroepspraktijk. Veel methodieken die evidence-based zijn zijn nog te abstract en niet specifiek
genoeg. Een goede aanvulling op EBP is practice-based evidence: kennis over handelen ontstaat in
de specifieke context van de beroepspraktijk. Deze kennis evolueert door de interactie tussen
personen in de context.
,Het boek geeft de volgende sluitende definitie aan praktijkonderzoek:
“Praktijkonderzoek in zorg en welzijn is onderzoek dat wordt uitgevoerd door zorg- en
dienstverleners, waarbij op systematische wijze in interactie met de omgeving antwoorden
verkregen worden op vragen die ontstaan in de eigen beroepspraktijk en gericht zijn op de
verbetering van deze praktijk.”
Praktijkonderzoek kent twee sub-vormen: kennisgerichte onderzoeken en ontwerpgerichte
onderzoeken. Kennisgerichte onderzoeken focussen puur op analyse en verklaring van een
probleem, ontwerpgerichte onderzoeken proberen een passende oplossing te zoeken voor het
onderzochte probleem.
Praktijkonderzoek helpt op 3 vlakken methodisch handelen verbeteren:
1. Werken met/voor cliënten
2. Werken in en vanuit een arbeidsomgeving
3. Werken aan professionaliteit en professionalisering
1.2: De kernactiviteiten van praktijkonderzoek
De cyclus voor praktijkonderzoek bestaat uit zes kernactiviteiten. Deze stappen worden gevolgd bij
een kennisgericht onderzoek. Een specifieke toevoeging aan deze cyclus, de innovatiecyclus, wordt
meegenomen tijdens een ontwerpgericht onderzoek. Alle kernactiviteiten worden minstens één
keer doorgelopen, maar vanwege het iteratieve en cyclische karakter is het heel aannemelijk dat een
of meerdere stappen twee of meer keer worden genomen. De cyclus bestaat uit de volgende
stappen:
1. Oriënteren; welke problemen zijn er? Hoe ziet de doelgroep eruit? Wat is hierover bekend?
Dit gebeurt in dialoog met anderen en de vakliteratuur.
2. Richten; wat wordt wel en niet onderzocht? Waarom? Hierbij worden eigen overtuigingen en
literatuur gebruikt om de keuze te verantwoorden. De uiteindelijke probleemstelling volgt
hieruit.
3. Plannen; hoe gaat het onderzoek eruit zien? Er wordt een onderzoeksplan opgesteld en in
overleg met de praktijk definitief gemaakt.
4. Verzamelen; de geplande onderzoeksactiviteiten worden uitgevoerd en data wordt
verzameld.
5. Analyseren en concluderen; een analyse leidt tot antwoorden op de onderzoeksvragen, in de
vorm van conclusies.
6. Ontwerpen (alleen bij ontwerpgericht onderzoek); een ontwerp wordt gemaakt dat aansluit
bij de probleemstelling. Het ontwerp wordt getest en na feedback van de praktijk eventueel
bijgesteld en opnieuw getest.
7. Rapporteren en presenteren; de resultaten van het onderzoek worden gepresenteerd.
Tijdens het onderzoeksproces wordt er al verslag gelegd.
, 1.3: Onderzoeksfuncties
Een onderzoeksfunctie maakt duidelijk wat je onderzoek als doel heeft. Er zijn er zes, in
hiërarchische volgorde.
1. Definiërend: verschillen en overeenkomsten in denkbeelden van mensen over begrippen in
kaart brengen.
2. Beschrijvend: het in kaart brengen van een thema of situatie. Hoe zit iets in elkaar?
3. Vergelijkend: overeenkomsten en verschillen bepalen tussen twee of meer praktijken, of
tussen theorie en praktijk.
4. Evaluerend: een beoordeling van iets. De waarde van iets wordt bepaald.
5. Verklarend: uitzoeken of bepaalde zaken met elkaar verband houden.
6. Ontwerponderzoek: verbetering van een beroepspraktijk door een ontwerp in te voeren en
te testen. Er wordt een interventie ingevoerd, er is sprake van een onderzoeksmatig
karakter, het proces wordt nauwkeurig gevolgd, de meerwaarde staat centraal en het is
theoretisch onderbouwd.
1.4: Kenmerken van praktijkonderzoek
Praktijkonderzoek is een professionele leerstrategie. Ervaringsleren wordt als uitgangspunt
genomen, zoals in de leercyclus van Kolb beschreven is. Het is ook een strategie om besluit- en
veranderingsprocessen te ondersteunen. Dit komt overeen met de regulatieve cyclus van Van Strien.
Daarnaast is een praktijkonderzoek zowel divergent (ideeën en perspectieven genereren) en
convergent (focussen en trechteren). De werkelijkheid wordt vanuit verschillende perspectieven
bekeken. Ook helpt een praktijkonderzoek de theorie met de praktijk te verbinden.
Belanghebbenden worden veelal betrokken bij het onderzoek. Vaak is het zo dat een onderzoeker
diens eigen beroepspraktijk onderzoekt; een insider. De kennis die uit een dergelijk onderzoek naar
voren komt staat dicht bij de praktijk. Ook is de onderzoeker de eigenaar van het onderzoek. Er
wordt systematisch en transparant gewerkt om herhaalbaarheid te vergroten.
1.5 Spelregels van praktijkonderzoek
De geldigheid van resultaten hangt af van de kwaliteit van het onderzoek. De kwaliteit is te meten
aan de validiteit (meet het onderzoek wat het moet meten) en de betrouwbaarheid (zijn de
metingen consistent). Betrouwbaarheid betekent ook dat het onderzoek voor iedereen dezelfde
resultaten op moet leveren, mits de omstandigheden hetzelfde zijn. De herhaalbaarheid is
belangrijk. Het vergroten van de betrouwbaarheid doe je door zorgvuldig, systematisch en
transparant werkt.
Validiteit gaat uit van betrouwbaarheid. Voor validiteit is het de vraag of het instrument meet wat er
gemeten moet worden. Afhankelijk van het domein waarin onderzoek gedaan wordt, wordt aan de
validiteit andere eisen gesteld. De validiteit kan verhoogd worden door triangulatie; verschillende
perspectieven aannemen. Zo maak je gebruik van verschillende bronnen, verzamel je data op
verschillende manieren en verschillende personen data laat verzamelen en analyseren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fnollo. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.75. You're not tied to anything after your purchase.