In deze samenvatting is alle literatuur samengevat voor week 1-3 van Insolventierecht. Daarnaast is de jurisprudentie van deze weken uitgewerkt (onderwerpen, rechtsvraag, rechtsregel, rechtsoverweging).
§1.1 Wat is een faillissement?
Faillissementsrecht gaat over; wat dient er te gebeuren wanneer een (rechts)persoon niet langer kan
voldoen aan zijn of haar opeisbare verplichtingen;
- Enerzijds gericht op voorkomen van steeds weer nieuwe schulden die onbetaald zullen blijven
- Anderzijds gericht op het zoveel mogelijk voldoen van de schulden die reeds zijn ontstaan en
wel op een zo ordentelijk mogelijke wijze
Insolventierecht (faillissement, surseance, schuldsanering, bijzondere insolventieprocedures geen
WHOA) = breder dan faillissementsrecht
Insolventie:
1. Faillissement = gericht op liquidatie vermogen failliet
2. Surseance van betaling = saneren van het vermogen van de sursiet
3. Schuldsanering natuurlijke personen = saneren van de schuldpositie van natuurlijke personen
4. Noodregeling = gelijk aan surseance maar dan voor banken en verzekeraars
Faillissement (artikel 1 Fw) = de schuldenaar, die in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te
betalen, wordt, hetzij op eigen aangifte, hetzij op verzoek van een of meer zijner schuldeisers, bij
rechterlijk vonnis in staat van faillissement verklaard
Faillissement (artikel 6 lid 3 Fw) = de faillietverklaring wordt uitgesproken, indien summierlijk blijkt
van het bestaan van feiten of omstandigheden, welke aantonen, dat de schuldenaar in de toestand
verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, en, zo een schuldeiser het verzoek doet, ook van het
vorderingsrecht van deze.
§1.2 Liquiditeitstest
Scheidslijn tussen solvent zijn en faillissement wordt gevormd door vermogen van een (rechts)persoon
om aan zijn of haar lopende verplichtingen te voldoen
- Verplichtingen = opeisbare vorderingen
o Vraag naar liquiditeit
- Hogere schuldenlast dan totaal vermogen
o Vraag naar solvabiliteit
Toestand ophouden te betalen; kan bij negatief en positief saldo
§1.3 Toestand van te hebben opgehouden met betalen
Toestand van te hebben opgehouden met betalen = twee cumulatieve vereisten;
1. Er is sprake van meer dan 1 schuldeiser (pluraliteitsvereiste)
a. Materieel sprake van meerdere schuldeisers; de vordering van de aanvrager moet
worden ondersteund met een andere vordering (= steunvordering)
b. Faillissement tot doel het vermogen van de schuldenaar te verdelen onder diens
gezamenlijke schuldeisers (HR Berzona r.o. 3.4.1)
c. Steunvordering een voor verificatie vatbare vordering (HR Berzona r.o. 3.4.1)
2. Er is sprake van ten minste 1 opeisbare schuld
a. Alleen opgehouden te betalen als er ten minste 1 schuld ook opeisbaar is
2
, Vervolgens derde vereiste;
3. Rechters ook onderzoeken of van die toestand daadwerkelijk sprake is ten tijde van de
uitspraak
a. Declarotaire uitspraak; bestaan bepaalde toestand daarmee vastgesteld
b. Toestand verkeren opgehouden te betalen
§1.4 Procedure faillietverklaring
Artikel 6 lid 3 Fw bepaalt dat summierlijk moet blijken van het bestaan van feiten of omstandigheden
welke aantonen dat de schuldenaar in de toestand verkeert dat hij heef topgehouden te betalen
Summierlijk = gewone bewijsregels gelden niet wegens snelheid van faillissment
Procedure
1. Faillissement ingeleid met verzoekschrift ondertekend door advocaat (4 lid 1 Fw jo. 1 Fw jo. 5
Fw)
a. Schuldenaar
b. Schuldeisers
c. OM
2. Eerst surseance (voor niet natuurlijke personen) of schuldsanering (3 Fw)
§1.5 Rechtsmiddelen
De schuldenaar heeft acht dagen de tijd om in hoger beroep te gaan (8 Fw); verzet; weer hoger beroep
Ook schuldeisers recht van verzet (10 en 11 Fw)
Tegen arrest van gerechtshof staat beroep in cassatie open voor de in art 12 Fw genoemd epartijen
Artikel 13 Fw regelt gevolg van vernietiigng van beroep of hoger beroep
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller steffidewinter. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.60. You're not tied to anything after your purchase.