100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Belangrijkste arresten $4.35   Add to cart

Judgments

Belangrijkste arresten

2 reviews
 192 views  8 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Duidelijke omschrijving van de belangrijkste arresten. Met een korte samenvatting en een conclusie.

Preview 3 out of 18  pages

  • December 6, 2016
  • 18
  • 2016/2017
  • Judgments
  • Unknown

2  reviews

review-writer-avatar

By: JCorten • 5 year ago

review-writer-avatar

By: dirkeijkhout • 7 year ago

avatar-seller
Verdeling heffingsbevoegdheid onder belastingverdragen & EU recht:
Gilly casus:
Mevrouw Gilly woonde in Frankrijk en werkte bij een openbare basisschool in Duitsland. Ze verdiende
salaris. Frankrijk: woonplaatsbeginsel, Duitsland: bronbeginsel. Beide landen betrokken in de heffing.
Er is een belastingverdrag tussen beide landen. Het gaat om een openbare school, je bent dan een
ambtenaar. Betalende staat mag in principe heffen.
Verdrag: Duitsland mag heffen; betalende staat is in principe alleen voor onderdanen van Duitsland.
Mevrouw Gilly was oorspronkelijk Frans, maar getrouwd met een Duitser. Door het trouwen heeft ze
ook Duitse nationaliteit. Dus Duitsland is heffingsbevoegd geworden.

Vervolgens betaalt mevrouw Gilly in Duitsland belasting, in Frankrijk wilt ze voorkoming. Frankrijk
gebruikt de verrekening methode: no tax, no credit (2e limiet). In Duitsland betaalde ze meer tarief
dan in Frankrijk. Duitsland 40%, Frankrijk 30%. Duitsland zei je gaat verrekenen voor Duitse belasting
in Frankrijk, maar niet meer dan de Franse belasting, je krijgt nooit meer dan 30% aan verrekening.
Mevrouw Gilly betaalde 40% i.p.v. 30% die ze verschuldigd zou zijn geweest in Frankrijk. Ze kreeg dit
niet terug. Mevrouw Gilly: ik betaal 40%, terwijl ik in Frankrijk slechts 30% hoefde te betalen.

HvJ: voorkoming dubbele belasting is doelstelling EU-verdrag. Het sluiten van belastingverdragen:
bevoegdheid ligt bij de lidstaten. De EU zelf is niet exclusief bevoegd. Vervolgens zei Gilly ik word
gediscrimineerd vanwege mijn nationaliteit, want als ze Franse was geweest dan kon Frankrijk heffen
en was ik dus minder belast. Hof: nee, want lidstaten zijn vrij om bij totstandkoming van
belastingverdragen criteria te bepalen ter heffingsbevoegdheid. Hier was criterium nationaliteit, dit
mag. Mevrouw Gilly: wilt een full credit, ze wilde het verschil van Frankrijk terug. Hof: nee ordinary
tax credit is in lijn met EU- recht. Frankrijk is niet verplicht om meer voorkoming te geven dan eigen
Franse belasting.
Onderscheid op grond van nationaliteit in belastingverdrag: mits het in overeenstemming is met het
OESO-modelverdrag, dan mag het -> Aanknopingspunt ter verdeling van het heffingsrecht, dan mag
het.
Vervolgens is er verder geprocedeerd.

Gilly: voorkoming dubbele belasting is doelstelling EU-recht.

Kerckhaert/Morres casus:
Een Fransman die investeerde in Belgische aandelen. Hij ontving Belgisch dividend. Frankrijk: belaste
voor wereldinkomen, België: bronstaat. Het belastingverdrag voorzag niet in de voorkoming van deze
dubbele belasting. Vraag: is deze dubbele belastingheffing in strijd met EU-recht?
Nee, het is simpelweg het gevolg van parallelle uitoefening van heffingsrechten van de 2 lidstaten.
Het EU-recht verplicht niet dat een van de lidstaten zich terugtreedt in zijn heffingsrecht. Er is geen
regel voor.
Hof: ik kan niet bepalen wie hier fout zit.

Tax treaty override raakt Europees recht niet, het is niet toetsbaar.

Conclusie: wat de verdeling van heffingsbevoegdheden betreft zijn lidstaten vrij onder de Europese
verdragsvrijheden. Ze kunnen zelf bepalen op basis van welke criteria ze land A of land B bevoegd
maken. Als er niks overeengekomen wordt, blijft dubbele belastingheffing bestaan, dan bieden de

,Europese verdragsvrijheden geen oplossing. Dit gaat over juridische dubbele belasting. Dan is er geen
rol voor het Hof weggelegd. Lidstaten zijn vrij in het verdelen van heffingsrechten in verdragen.

Als het is verdeeld, dan:
1. Bij uitoefening toegewezen heffingsrechten mag een lidstaat vervolgens niet discrimineren.
2. Als je als lidstaat unilateraal voorkoming voor dubbele belasting verleent, dan mag je daarbij niet
discrimineren.
-> Je moet onderscheid maken tussen verdeling van het heffingsrecht (Gilly arrest), maar heb je
eenmaal je heffingsrecht verdeeld en ga je die uitoefenen, dan is die uitoefenen van heffingsrecht wel
volledig toetsbaar aan het Europees recht. Dan mag je niet meer gaan discrimineren.

Verkooijen zaak:
Inwoner van Nederland ontving Belgisch dividend. Nederland hanteert woonplaatsbeginsel: dus
volledige inkomen belast met IB. Nederland kende een regel die zei: binnenlands dividend krijgt een
dividendvrijstelling, soort korting. De vrijstelling gold alleen voor Nederlands dividend. Verkooijen
ontving Belgisch dividend, gevolg: geen recht op vrijstelling. Mag dit nu?
-> Nederland had recht om dividend te belasten, want is woonstaat. Nederland maakt gebruik van
heffingsrecht, maar maakt onderscheid tussen binnenlands/buitenlands.
-> Hof: dit mag niet, dit is belemmering vrijheid van kapitaalverkeer er is geen rechtvaardigingsgrond
voor. Nederland moest hier eenzijdige voorkoming van dubbele belasting uitbreiden naar
buitenlandse dividenden op basis van vrij kapitaalverkeer.

Manninen zaak:
Aandeelhouder woont in Finland, ontvangt Zweeds dividend. Finland: als je Fins dividend ontvangt
dan mag je de onderliggende VPB volledig verrekenen tegen je eigen belasting (indirect credit), maar
hier heb je geen recht op bij buitenlands dividend. Het heffingsrecht o.b.v. het verdrag ligt in Finland.
Hof: belemmering vrijheid kapitaalverkeer, er is geen rechtvaardiging. Finland wordt gedwongen om
de credit ook voor buitenlands dividend toe te kennen.

FII GLO2 zaak:
Engeland kende een systeem, waarbij binnenlands dividend vrij werd gesteld, maar buitenlands
dividend wordt verrekend. Mag je deze twee verschillende methodes naast elkaar toepassen in een
binnenlandse en buitenlandse situatie?
Hof: nee, dit mag niet, tenzij uitzonderingssituaties. Bij binnenlands heb je vrijstelling: dochter betaald
effectief bedrag voor de winst en is vrijgesteld bij moeder. In binnenlandse situaties heb je alleen
effectieve belastingdruk bij de dochter. Dit bepaalt je belastingdruk.
Feitelijk betaal je alleen maar het effectieve belastingtarief bij de dochter. Dit betekent dat de
vrijstellingsmethode gelijk staat aan verrekening tegen nominaal tarief bij de moeder. Bij verrekening
betekent eigenlijk dat je gaat bij heffen tegen ons nominale tarief. Het wordt geneutraliseerd.
Hof: belemmering binnenlandse voordelen worden niet geneutraliseerd, blijven in stand. Voordelen
buitenlandse dochters ga je neutraliseren en je gaat daarbij heffen naar je eigen tarief. Feitelijk komt
dit neer op een belemmering, dit kan worden weggenomen door ook bij buitenlandse dividenden
verrekening te geven tegen het nominale tarief. Dan pas je eigenlijk vrijstellingsmethode toe. Dan
verleen je in feite dezelfde behandeling.
Hof: binnenlandse situatie vrijstelling, dan moet je voor buitenlandse situaties ook vrijstelling geven.

, Stappenplan HvJ:
1. Heb je toegang tot het EU-recht?
2. Is er sprake van een belemmering?
Is deze belemmering gerechtvaardigd?

Vestigingsplaats lichaam:
BNB 2013/54:
Werkelijke plaats van leiding van inactieve vennootschap: harlekijnmanagement.

X BV is de belastingplichtige en is tot 1 juni 2001 in Nederland gevestigd. Het is een
kasgeldvennootschap, er zit alleen cash in en verder nog vorderingen. Dus is belastingplichtig in
Nederland.
Op enig moment besluit het bestuur van X BV om de feitelijke leiding van deze BV te verplaatsen naar
Curaçao, want daar is het winstregime veel gunstiger. E NV (lokaal kantoor) wordt formeel als
bestuurder van X BV aangesteld. Inschrijving van beide BV’s in Curaçao. Nieuw kantooradres op
Curaçao. De Curaçaose fiscus bevestigd ook dat de BV inwoner is geworden.
In deze zaak gaat het helemaal mis, want er blijkt sprake te zijn van een harlekijnmanagement. De
fiscus zegt dat feitelijke leiding (aandeelhouder) zit helemaal niet in Curaçao zit, maar het zit nog
steeds in Nederland. Het hof van Arnhem heeft alle feiten en omstandigheden gecontroleerd en geeft
de fiscus gelijk. Vestigingsplaats is een feitelijke aangelegenheid. In beginsel krijg je naar het feitelijke
bestuur, tenzij het eigenlijk een marionet is.

Kortom Hof: als we naar het hele totaal van feiten kijken, dan zie je dat belangrijke instructies aan
bestuur X BV gegeven worden door aandeelhouder en belastingadviseur. De directie van X BV is
nergens van op de hoogte. Het is dus veel minder zelfstandig dan het zich voor doet.
De echte belangrijke aanwijzingen en beslissingen worden genomen door adviseur en aandeelhouder
(deze zijn beide gevestigd in Nederland).

Hof: de feitelijke leiding is helemaal niet verplaats naar Curaçao.
HR: Hoge Raad kan feiten niet toetsen, het Hof heeft geen enkele rechtsregel geschonden. Sluit zich
aan bij besluit van het Hof.
Je moet je niet alleen op papier ergens anders vestigen. De feitelijke leiding moet daadwerkelijk in het
desbetreffende land worden uitgevoerd.

Derden werking tie breaker rules?
HR BNB 2001/295:
Het gaat hier om een naar Nederlands recht opgerichte BV, feitelijke leiding in Curaçao. Er wordt een
dividend uitgekeerd aan de Belgische aandeelhouder.
- Kan Nederland heffen o.g.v. Nederlands recht? – Ja, want het is een fictie: de bron wordt
geacht in Nederland te zijn, dus kan heffen (art. 1 lid 3 Div. Bel).

- Mag Nederland heffen o.g.v Europees recht? – Nederland mag in beginsel 15%
dividendbelasting heffen o.g.v. verdrag tussen NL/BE. Er moet worden voldaan aan alle
voorwaarden: de ontvanger moet inwoner zijn van een verdragsstaat, ook de betalende
vennootschap moet inwoner zijn in Nederland (dubbele inwonertoets). De aandeelhouder

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Simonevd23. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.35. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.35  8x  sold
  • (2)
  Add to cart