Jeugdrecht, jeugdbescherming en jeugdbeleid II (650271M6)
All documents for this subject (16)
Seller
Follow
tessavanschaik
Reviews received
Content preview
Blok 3.1: De ontwikkeling van het jeugdstrafrecht, jeugdcriminaliteit, het internationaal strafrechtelijk
kader
De ontwikkeling van het jeugdstrafrecht
Het huidige Nederlandse jeugdstrafrecht is er voor jeugdigen die op het moment van het plegen van
het delict tussen de 12 en 18 jaar oud zijn. Deze grens kan verschuiven: minderjarigen van 16 en 17
jaar kunnen in bepaalde gevallen berecht worden via het volwassenenstrafrecht. Tegelijkertijd is het
mogelijk dat jeugdigen tot 23 jaar volgens het jeugdstrafrecht worden berecht.
Voorheen werd er niet zodanig rekening gehouden met een leeftijdsgrens in het strafrecht. In 1901
werden een drietal kinderwetten geïntroduceerd: de strafrechtelijk kinderwet bracht verandering
door de invoering van een pakket straffen en maatregelen voor kinderen. In 1905 werd de wet van
kracht en hiermee voor het eerst een apart jeugdstrafrecht ingevoerd. Het was niet enkel als
tuchtmiddel bedoeld, maar ook bedoeld om op te voeden. De gespecialiseerde kinderrechter (1922)
kon de straf afstemmen op de situatie van het kind.
De minimumleeftijdsgrens werd in 1965 ingevoerd. Deze werd vastgesteld op 12 jaar. Onder deze
leeftijd konden gedragingen niet worden toegerekend aan kinderen: uitgesloten van strafrechtelijke
vervolging.
In 1995 werd de rechtspositie van de jeugdige in het strafproces versterkt. Daarnaast werd het
jeugdstrafrecht gemoderniseerd: een van de wijzigingen betrof de Halt-afdoening en het toepassen
van alternatieve sancties.
In 2001 werd de taakstraf een alternatief van de hoofdstraf. Ook werd in dit jaar de Beginselenwet
justitiële jeugdinrichtingen ingevoerd: deze wet ziet vooral op de rechtspositie van de minderjarige in
de justitiële jeugdinrichting. Jeugdhulp kan aan de orde komen bij een strafrechtelijke maatregel.
In 2008 werd het Beleidsprogramma Jeugd Terecht opgezet: dit programma heeft onder meer geleid
tot het invoeren van de nieuwe sanctie ‘de gedragsbeïnvloedende maatregel (GBM)’, deze maatregel
is gericht op heropvoeding: het doel is verder afglijden van de jongere te voorkomen en bij te dragen
aan zijn verdere ontwikkeling. De maatregel beperkt de vrijheid van de jongere, maar de jongere gaat
niet naar een justitiële jeugdinrichting. De maatregel heeft in de praktijk nooit echt voet aan de grond
gekregen. Daarnaast is de OM-invoering ingevoerd: het OM kan via een strafbeschikking zaken
afdoen, zonder dat er een rechter aan te pas komt.
In 2014 word de Wet adolescentenstrafrecht van kracht: hierdoor kan flexibel met leeftijden worden
omgegaan. De mogelijkheid voor jongvolwassenen is uitgebreid om via het jeugdstrafrecht berecht te
worden. Zie Hof Arnhem-Leeuwarden 4 februari 2020: in deze uitspraak had de rechtbank het
volwassenenstrafrecht toegepast, maar het hof gaat voor het jeugdstrafrecht: bij ernstige misdrijven
kan een sanctie uit het jeugdstrafrecht worden opgelegd, wanneer gelet op de persoonlijkheid van
de adolescent de meest gunstige resultaten te verwachten zijn. Daarnaast is er ook de mogelijkheid
gekomen om elektronisch toezicht op te leggen ingevoerd: jongeren die een ernstig geweld- of
zedenmisdrijf plegen, mogen niet enkel taakstraf opgelegd krijgen. Er moet een combinatie met
jeugddetentie of een maatregel worden gemaakt. Bovendien is het mogelijk geworden om de PIJ-
maatregel om te zitten in een tbs-maatregel: als de jongere na het verlengen van de PIJ-maatregel
nog steeds een gevaar voor de samenleving vormt, bestaat de mogelijkheid om de maatregel na 6
jaar om te zetten in een tbs-maatregel.
Sinds 2017 is vastgelegd in de wet dat een minderjarige verdachte bijstand dient te krijgen:
consultatiebijstand en verhoorbijstand van een advocaat voor en na het politieverhoor. Dit was al
beleid vanwege EHRM 27 november 2008 en EHRM 11 december 2008 en daarna HR 30 juni 2009.
, Sinds 1 juni 2019 zijn de processuele waarborgen uit de EU-richtlijn 2016/800 geïmplementeerd in
het Wetboek van Strafvordering: het zijn de waarborgen voor kinderen die verdachte of beklaagde
zijn in een strafprocedure.
In 2020 is de Wet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen (Wet USB). Wetsartikelen
over de tenuitvoerlegging van straffen en maatregelen zijn hiermee gebundeld in boek 6 Wetboek
van Strafvordering. Bij de wet hoort het Besluit tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen: hierin
worden regels gegeven voor de straffen en maatregelen. Het Wetboek van Strafvordering wordt op
dit moment nog gemoderniseerd.
Het uitgangspunt van het jeugdstrafrecht is dat de schuldige gestraft moet worden (net als in het
volwassenenstrafrecht). Het pedagogische aspect is van groot belang, maar het is geen
hulpverleningsrecht. Het jeugdstrafrecht heeft dus een ander karakter dan het
jeugdbeschermingsrecht. In het jeugdstrafrecht staat het opvoedingsbelang en de persoon van de
jeugdige centraal. De bepalingen van het jeugdstrafrecht zijn niet in een apart wetboek terug te
vinden. Er is een aantal artikelen opgenomen in het Wetboek van Strafrecht en Strafvordering.
Daarnaast bestaat de Richtlijn kader voor strafvordering jeugd en adolescenten, inclusief strafmaten
Halt.
Het jeugdstrafrecht wordt gekenmerkt door de pedagogische benadering. De kinderrechter is de
bevoegde rechter. De zittingen vinden achter gesloten deuren plaats. In vergelijking met het
volwassenenstrafrecht is er in het jeugdstrafrecht een ander sanctiestelsel waarbij bijzondere
aandacht is voor resocialisatie, heropvoeding en positieve beïnvloeding van het gedrag.
Een apart jeugdstrafrecht is nodig omdat het brein van jeugdigen en adolescenten nog niet volgroeid
is. Het begrip van oorzaak en gevolg is nog niet volledig ontwikkeld en ook is er meer sprake van
impulsief gedrag. Tevens is de jeugd gevoeliger voor groepsdruk en beloningen op korte termijn. Ook
is er een snellere bereidheid ten opzichte van risico’s en gevaar. Om voorgaande redenen kan en mag
de jonge dader niet in dezelfde mate verantwoordelijk worden gesteld voor zijn gedrag of daden als
een volwassen persoon. Lagere straffen worden gerechtvaardigder geacht. De aanpak bij een delict
van een jonge wetsovertreder moet een bijzonder karakter hebben: de aanpak dient gericht te zijn
op de specifieke jongere en tot doel te hebben om het beste in de jongere aan te spreken en naar
boven te halen. Om dit te bewerkstelligen zijn in het jeugdstrafrecht onder andere de Raad voor de
Kinderbescherming, de Jeugdreclassering (GI) en justitiële jeugdinrichtingen betrokken.
Jeugdcriminaliteit
In de jaren van 2005-2021 is de criminaliteit afgenomen volgens het CBS. Een aantal vormen van
criminaliteit neemt echter toe of blijft stabiel: het gaat hier onder andere om ernstig geweld
(doodslag of wapenincidenten).
Vanwege de toename van ernstige delicten is veel aandacht geweest om jeugdcriminaliteit te
voorkomen (preventie), alsook voor de grote aantallen recidivisten en het maatwerk dat nodig is bij
de aanpak van jeugdcriminaliteit. Er is een groot aantal beleidsprogramma’s opgezet: Jeugd Terecht,
Programma Aanpak Jeugdcriminaliteit en Actieprogramma Risico Jeugd en Jeugdgroepen.
Ook op het gebied van vrijheidsbeneming wordt beleid gemaakt.
Zo is vanaf 2014 de Verkenning Invulling Vrijheidsbeneming Justitiële Jeugd (VIVJJ): daarbij moet het
stelsel van justitiële jeugdinrichtingen vervangen worden door een stelsel van lokale en kleinschalige
voorzieningen waarin de jeugdige dicht bij zijn eigen jeugdomgeving kan worden geplaatst, naar zijn
eigen school kan blijven gaan, en behandelingen buiten de voorziening kan volgen. Deze
voorzieningen hadden dus een minder grote beveiliging dan gebruikelijk, omdat het normale leven
zal worden verweven met het leven in de voorziening. Daarnaast moeten er dan een paar landelijke
specialistische voorzieningen zijn die een beveiligingsniveau gelijk aan de justitiële jeugdinrichtingen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tessavanschaik. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.