100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Gebitsontwikkeling en orthodontie (3014BA331Z) $8.58
Add to cart

Class notes

Gebitsontwikkeling en orthodontie (3014BA331Z)

 153 views  3 purchases
  • Course
  • Institution

Met enkel deze samenvatting een 8,2 behaald!

Preview 4 out of 48  pages

  • May 15, 2023
  • 48
  • 2022/2023
  • Class notes
  • Mw. r. jadnanansing
  • All classes
avatar-seller
Inhoudsopgave

EXTRA ORALE KENMERKEN CLASSIFICEREN ................................................................................... 2

OCCLUSIE EN RELATIE ................................................................................................................... 9

GEBITSONTWIKKELING EN ORTHODONTIE .................................................................................. 13

OBSERVATIE EN DIAGNOSTIEK .................................................................................................... 18

DE ORTHODONTIE PATIËNT IN DE PRAKTIJK VAN DE MONDZORGKUNDIGE ................................. 25

GEBITSONTWIKKELING EN ORTHODONTIE: FUNCTIONELE AFWIJKINGEN ..................................... 33

,Extra orale kenmerken classificeren
Wij beginnen onbewust met het observeren en classificeren van de patiënt zodra wij kennismaken van
de patiënt.. en vormen een eerste indruk.. zowel extra als intra oraal

Cretologie
Klasse I Neutro
Klasse II Disto
Klasse III Mesio
Skeletaal Relatie
Dentaal Occlusie
Sagittale overbeet (SOB) Overjet/sob
Verticale overbeet (VOB) Overbite/ vob
Mesiaal Vlak dat naar andere tand/ kies staat richting lippen
Distaal Vlak dat naar andere tand/kies staat richting de keel
Crowding Gedrongen stand van gebitselementen/ onregelmatige stand van elementen
Spacing Ruimte- overschot voor gebitselementen

In de orthodontie beoordelen wij drie dimensies
1. Verticaal: boven naar beneden
2. Sagittaal: voor- achter
3. Transversaal” links- rechts

Extra- oraal Wij beoordelen een gezicht op 2 manieren:
• Van voren: Het aangezicht “en face”
• Van opzij: Het profiel “en profil”

Het aangezicht (“en face”) beoordelen wij
• Verticaal Boven naar beneden
• Transversaal Links-rechts

Het aangezicht/Het gelaat
• Wordt recht van voren beoordeeld
• In verticale & transversale (horizontale) richting.
• Verticaal kan het lang, normaal of kort zijn,
• transversaal: smal, normaal of breed.

Het profiel (“en profil”)
• Het profiel wordt in verticale en sagittale richting beoordeeld.
➢ Voor- achter = Sagittaal
➢ Boven naar beneden = Verticaal

Sagittale profiel
Hierbij wordt de sagittale positie van de Onderkaak (B) vergeleken met de positie van de Bovenkaak
(A)
• KL I/ Neutro-profiel
• KL II /Disto-profiel
• KL III/ Mesio-profiel

KL II/ Disto-profiel



2

,Hierbij wordt de sagittale positie van de Onderkaak (B) vergeleken met de positie
van de Bovenkaak (A). Deze is meer naar achteren.

Kl III/Mesio-profiel
Hierbij wordt de sagittale positie van de Onderkaak (B) vergeleken met de positie van de Bovenkaak
(A). Deze is meer naar voren.

Profielconvexiteit of concaviteit is het gevolg van een disproportie in de grootte van de kaken, maar
geeft op zichzelf niet aan, welke kaak de oorzaak is.
Een convex gezichtsprofiel( A) duidt op een klasse ll kaak relatie, die het gevolg kan zijn van een maxilla
die te ver naar voren staat of een onderkaak te ver naar achteren.
Een concaaf profiel( C) duidt op een klasse lll-relatie, die het gevolg kan zijn van een maxilla
die te ver naar achteren staat of een onderkaak die naar voren staat.

Opbouw van het gelaat : Verticaal (boven-beneden)
Extra-oraal: verticaal en profil
1. grens haarimplant tot punt tussen de wenkbrauwen
2. Punt tussen de wenkbrauwen tot overgang onderrand neusseptum en philtrum (subnasale)
3. overgang onderrand - neusseptum en philtrum (subnasale) tot kinpunt

Hierbij wordt het onderste 1/3 deel vergeleken met de andere 2 delen
longface: afstand subnasale, kinpunt is uitzonderlijk groot
short-face: afstand subnasale, kinpunt is uitzonderlijk klein

Verticaal en face
Normaal, Longface, Shortface
Hierbij wordt het onderste 1/3 deel vergeleken met de andere 2 delen
• Normaal: alle drie delen zijn even groot.
• Long face: het onderste 1/3 is veel groter
• Short face: het onderste 1/3 is veel kleiner

Verticaal
• Divergent: voorste delen van onder- en bovenkaak lopen verder uiteen (grotere hoek)
• Normaal
• Convergent: voorste delen van de onder- en bovenkaak komen dichter bijeen (kleinere hoek)
Hierbij wordt de hoek vergeleken die de BK maakt met de OK met gemiddelde waarden (LHP: 27o(±4))

Liprelatie
Liprelatie: sagittaal
Neutro-liprelatie De onderlip iets naar achter of gelijk aan de bovenlip
Disto-liprelatie: Vergrote liptrap
Mesio-liprelatie: omgekeerde liptrap

Asymmetrieën
De kinpunt van de patiënt wijkt naar links t.o.v. de mediaan van de patiënt.
• Asymmetrische afwijkingen van het gezicht kunnen worden beoordeeld door achter de patiënt te
gaan staan en dan van boven en van achteren het gezicht te bekijken.
• Men dient zich te realiseren dat gelaatsasymmetrie bij iedereen voorkomt en tot op zekere hoogte
als normaal moet worden beschouwd.

Mediaanlijnverschuiving BF


3

, Hier wordt aangegeven of de mediaanlijn van het bovenfront samenvalt met het midsagittale vlak van
het aangezicht.
Als dit niet het geval is, wordt het aantal mm. van de afwijking en de richting (ten opzichte van het
midsagittale vlak van de patiënt) vermeldt.
Hierbij wordt: het contactpunt tussen de 11 en 21 vergeleken met de mediaan van het aangezicht.

Lipsluiting
Lachlijn/zichtbare gingiva
• Het gaat hier om de hoeveelheid gingiva die de patiënt laat zien in het dagelijks functioneren.
• Om dit te bepalen vraag je de patiënt te lachen en schat de afstand van de cervicale rand van de
bovenincisieven tot de bovenlip.
• Bij een relatief korte bovenlip en/of hoge processus alveolaris kan een ontsierende hoeveelheid
tandvlees worden getoond bij het lachen.
• Hoeveel tandvlees toont de patiënt bij het lachen ter hoogte van het bovenfront?
....mm gingiva is zichtbaar tijdens het lachen
• Bij deze patiënt spreekt men: van een Gummy smile/ high gumline (circa 4mm of meer)

Lipsluiting: verticaal
Verticaal: open, gesloten of open/gesloten.
Een open liprelatie kan wijzen op mondademhaling (hoeft echter niet zo te zijn).

Mentalisgewoonte
• musc. Mentalis
• Wanneer de patiënt bij het gesloten houden van de lippen de musculus mentalis moet
aanspannen, is dit aan de buitenkant op de kin te zien.
• De huid vertoont kleine putjes, lijkt wat op een “sinaasappelschil”.
• een gespannen musculus mentalis kan duiden op een moeilijke mondsluiting,
die regelmatig wordt waargenomen bij patiënten met een open beet.
• Mogelijk effect op het gebit: Door de verhoogde spiertonus kan het evenwicht tussen lip- en
tongdruk verstoord zijn, zodat de incisieven een linguale inclinatie kunnen vertonen.

Normale groei en ontwikkeling van het lichaam
• De verandering van de lichaamsproporties tijdens de normale groei en ontwikkeling.
• Gedurende de gehele groei zie je dat de lichaamsproporties veranderen.
• Bij de pasgeborene maakt het aangezicht slechts een klein gedeelte uit van het gehele hoofd.
“2 months fetus”: het hoofd is 50% in van het gehele lichaam Cranium is groot t.o.v. het gezicht.
De ledematen zijn klein en de romp is nog onderontwikkeld.
“Birth” de ledematen en de romp zijn sneller gaan groeien
dan het hoofd en het gezicht zijn nu 25% van het lichaam. De benen zijn 1/3
van het lichaam.
“Adult” het hoofd is nu nog maar 12,5% van het lichaam. De benen zijn helft van het
lichaam.


De groei van de verschillende weefsels:
1. Rood: lichaamslengte (General) toename in %
De toename per jaar in totale lichaamslengte toont een snelle groei in het eerste jaar,
iets minder in het tweede jaar en een versnelling tijdens de adolescentie (puberteit)
2. Zwart: Groei van de geslachtsorganen: vooral in de puberteit
3. Blauw: Neuraal: vooral in de eerste 7 jaar veel groei vanwege de hersenen
4. Geel: De maxilla: volgt min of meer hetzelfde verloop als “neuraal”


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller loesjedj9. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.58. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.58  3x  sold
  • (0)
Add to cart
Added