Statuut en toezicht financiële instellingen
• = Hoe is het financiële systeem als systeem gereguleerd. Op welke wijze probeert de regulering
ervoor te zorgen dat het de functie in de maatschappij kan bewaken
• Algemeen
- Privaat vs publiek financieel recht
o Privaat fin recht: financiële verrichtingen en rechtsverhoudingen tussen FI en
klanten
o Publiek fin recht: regulering van het financiële systeem en de financiële actoren
§ Eerder verhoudingen tussen rechtsonderhorigen en de overheid
- Traditioneel: 3 ‘zuilen’ in het financiële bestel
o Bancaire actoren: banken, gespecialiseerde kredietverleners, actoren in het
betalingsverkeer
§ Alle actoren die zich bezighouden met bankieren
• Sparen, bankieren, organiseren van betaalverkeer
• Is als eerste aan de regulering onderworpen: was soort prototype
• Wat maken banken speciaal om te zorgen dat we bankregulering nodig
hebben?
- Maatschappelijke verantwoordelijk
- Veel mensen bij betrokken door alle deposito’s
- à maatschappelijke dimensie in de structuur van een bank ó
een normale onderneming: financiering door banken die
kredieten verlenen + via leveranciers (omdat ze pas na een
maand ofz hun factuur moeten betalen) + banken gaan de
ondernemingen als het ware monitoren/opvolgen: als het
slecht gaat, gaan ze de kredietlijn doorknippen
- ó als burger kan je niet echt de balans van een bank checken
omdat het zodanig ingewikkeld is + je doet er de moeite niet
echt voor
o Kapitaalmarktactoren: beursvennootschappen, asset managers (individueel en
collectief vermogensbeheer), beleggingsadviseurs, verrekenings- en
vereffeningsinstellingen, …
§ Actoren die vaak gespecialiseerd zijn en die zich bezighouden met
dienstverleningen rond beleggingen
§ Sparen is niet hetzelfde als beleggen
o Verzekeringsactoren: levensverzekering / schadeverzekering
§ Verzekeringsactiviteit als onderdeel van het financiële bestel
§ Verzekeringen tegen risico: je financieel vermogen beschermen
§ Levensverzekering: vorm van langetermijnsparen: beveiligen van je
vermogen voor je oude dag of voor je nakomelingen
- We focussen op het statuut en toezicht op kredietinstellingen (juridische naam van
banken maar omvat meer factoren): kredietinstellingen als prototype
• Bankregulering – achtergrond en evolutie
- Activiteit van banken (‘kredietinstellingen’)
o Kernactiviteit (cf. art. 1 § 3 Wet 25 apr 2014 – WKI)
§ Van het publiek in ontvangst nemen van deposito’s en het verlenen van
krediet
, § Definiëren wat een kredietinstelling is: vanaf welk ogenblik een onderneming
die die kernonderneming onderneemt, een vergunning moet hebben om dit
te ontplooien
§ Bank gaat jouw geld opnieuw uitlenen aan anderen: kredieten verlenen aan
personen die geld nodig hebben
• Activa: al hetgeen je bezit ó P al hetgeen je passief financiert
• Bank ontvangt geld van degenen die het over hebben (deposito’s)en
met dat geld gaan ze rendementen creëren om het geld uit te zetten
in de vorm van kredieten à tussenschakel tussen aanbod en vraag
naar middelen
o Andere activiteiten: zorgen niet dat je een kredietinstelling bent. Het is bijkomend
aan voorgaande.
§ Optreden in een betalingsverkeer (geen monopolie)
§ Beleggingsdiensten
-
- Economische functie van kredietinstellingen
o Intermediatiefunctie: tussenschakel tussen overschotten aan geld en tekorten aan
geld. Zorgt voor een cirkelsysteem
§ Waarom doet ze dit? Ze denkt met die functie dat ze erin gaat slagen via
interest op kredieten om winst op te bouwen
§ à bank maakt geld met jouw geld
§ Intermediatiemarge: verschil tussen interest die je ontvangt en die je moet
uitbetalen: verschil kosten en baten
• -> kredietrisico/solvabiliteit
- Risico is dat men een slechte selectie doet van de kredieten: wie
kredietwaardig is en wie niet OF dat je pech hebt en dat de
economie in elkaar valt à risico is dat kredieten die je verleent,
niet terugbetaald worden en waardoor je kredieten waardeloos
worden
o Ze gaan zich doorgaans indekken hiertegen: ze gaan
(zakelijke: vooral hypotheek en pand) zekerheden vragen
(naast het inschatten van de kredietwaardigheid)
§ De garantie die zo’n zakelijke zekerheid biedt,
hangt af van de onderliggende waarde van het
goed. Als dat in waarde vermindert, vermindert
ook je zekerheidsfunctie
- Stel dat een bank 100 aan kredieten heeft uitgesteld via 10 aan
eigen vermogen (aandeelhouders) en 90 aan deposito’s
(mensen die rekeningen bij de bank hebben). Stel dat de bank
op een aantal kredieten verlies lijdt, dan gaat ze eventueel de
kredieten voor een stuk moeten afboeken bv 10, dan heb je ipv
, 100 maar 90. Wat gebeurt er aan de rechterkant van de balans?
Ze moet nl in evenwicht blijven à je eigen vermogen wordt 0.
o Functie van kapitaal is SE beschermen à aandeelhouders
krijgen de eerste klap.
o Stel dat we 15 verlies lijden: je bent insolvabel: je kan je
SE niet meer voldoen
- Waarom doet de normale burger het niet? Individu heeft niet
veel overschot itt wat gevraagd wordt vaak + je neemt een
bepaald risico door iemand krediet te verlenen + particulier
heeft niet die expertise ó banken
o Via hun expertise kunnen ze een selectie maken tussen
wie wel en geen geld mag lenen
§ Als we ons geld niet aan een bank zouden toevertrouwen: er zou meer vraag
en minder aanbod zijn à duurdere kredieten à vertraging van de economie,
want er gaat minder geld terugstromen
o Transformatiefunctie
§ Liquiditeitsrisico/renterisico
• Liquiditeitsrisico
- Capaciteit om je kortlopende SE te kunnen voldoen: voldoende
actief nodig, maar het actief zit soms zodanig vast op lange
termijn dat je te weinig liquide hebt om aan je kortlopende SE
te voldoen
- Bv bank die het op papier goed doet: 100 aan actief, 10 aan EV
en 90 aan vreemd vermogen: bank heeft het actief voor 99
vastgezet in vorderingen met lange looptijd bv kredieten op 10
of 15 jaar. Als je geld nodig hebt, kan je die kredieten niet
gewoon beëindigen. Stel dat 5 SE hun deposito terug willen:
miserie want je kan niet aan hen het hoofd bieden -à te veel
krediet vastgezet en daardoor ben je niet in staat om toe te
komen aan bepaalde vragen van liquiditeit, ook al ben je
solvabel.
- Ze moeten dan zorgen dat ze bv even bij een andere bank
kunnen lenen
• Renterisico: activa zijn voornamelijk uitgedrukt in vaste rente. Stel dat
je grote kredieten hebt verleend en de rente lag relatief laag. Kon je
doen in de intermediatiefase omdat de rente voor bv een spaarboekje
ook laag lag.
- De rente evolueert mee met de tijd
- Banken doen de rente op de deposito’s stijgen
- Als banken in de transformatiefunctie de korte in lange termijn
omzetten, ook een situatie creëren dat je
kortetermijnfianciering, waarvan je rente kan wijzigen, dat die
financiering een renterisico creëert: risico dat je aan de
passiefzijde een stijgende rente krijgt, hogere kost moet betalen
ó inkomensstroom van je kredieten blijft lange tijd laag.
- Ook solvabiliteitsprobleem: je inkomsten zijn onvoldoende om
je kost te dragen en dus ga je verliezen dragen op de balans en
dit kan je solvabiliteit aantasten
§ Bank transformeert overschotten op korte termijn naar kredieten op lange
termijn. Deposito's die klein in omvang zijn, transformeert ze in grote
kredieten.
• Zaken die je moeilijk kan overbruggen zonder bank
, - Tijd
o Krediet dat iemand nodig heeft, is vaak op lange termijn:
gedurende heel die periode heeft de persoon het geld ter
beschikking ó deposanten hebben vaak een korte
tijdshorizon à mismatch, dus gaan banken die tijdskloof
overwinnen
- Hoeveelheid
o Vraag is te groot voor aanbod: kan door banken
overbrugd worden
o Silicon valley bank: in de voorbije jaren hadden ze een depositotoevloed van tech-
ondernemingen (financierders achter hen en ze hadden hen veel geld toegestopt).
Als die cash werd stelselmatig bij de bank geplaatst en silicon valley bank was heel
belangrijk hierin. Situatie was weinig gevarieerd: veel ondernemingen van
gelijkaardige soort die veel geld hadden en het veilig stelden bij de bank. SVB had
de grote cashtoestromen stelselmatig belegd in kortetermijnvorderingen,
overheidspapieren, maar ze merkten dat er meer rendement was door in lange
termijn te investeren. Voor langere termijn zaten ze in lange kredieten met lage
rente. De rente begon te stijgen door de amerikaanse centrale bank om inflatie
tegen te gaan à rente op deposito’s steeg, maar tegelijkertijd door de stijgende
rente, kregen de tech-ondernemingen minder financiering van hun financierder en
een aantal moesten beroep doen op het cashreserves die ze bij SVB hadden
gedeponeerd. Er was lagere winstgevendheid hierdoor + liquiditeitsrisico die kwam
omdat ondernemingen hun cashreserves begonnen op te vragen met de
vaststelling dat ze geen cash genoeg meer had door die langetermijnkredieten. SVB
moest een stuk van die instrumenten verkopen op de markt en dit was aan
behoorlijke waardevermindering omdat de instrumenten door de lage waarde niet
zo aantrekkelijk waren op de markt. Vaak begint het met een liquiditeitsspanning
die overgaat in de insolvabiliteit
§ + de ondernemingen vroegen hun geld terug omdat ze vertrouwen verloren
à leidde tot de ondergang van SVB
- Bestaansredenen voor regulering van kredietinstellingen
o Spaardersbescherming
§ Informatie-asymmetrie en ‘bank run’
• Asymmetrie over de info die de bank heeft en de info die de burger
maar snapt ó normale onderneming: wel die prikkel en wel de
capaciteit
• In een wereld zorgen regulering vertrouw je geld aan een bank zonder
dat deze weet of deze het kan terugbetalen.
• Wat doe je als je denkt dat je geld niet meer veilig is? Het geld
weghalen van de bank, maar er zullen nog mensen zo denken à zo
ontstaat de bank run: als we denken dat het geld niet meer veilig is,
lopen we naar de bank + als iedereen zo denkt, moet je eigenlijk sneller
zijn dan de anderen, want de laatste zullen geen geld hebben
- Bank run is voornamelijk het resultaat van grote
vermogensbeheerders die hun geld weghalen bv tech-
ondernemingen bij SVB.
o Systeembescherming
§ Interdependentie tussen FI / ‘besmettingsgevaar’ indien geen vertrouwen
meer
§ Ook andere banken kunnen een vertrouwenscrisis krijgen na faillissement
van een andere bank. Bij het minste kan er paniek ontstaan, ook al is er op
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller helena11. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.