Samenvatting Essentials of Media Psychology (compleet: 12 lectures + artikelen) - Master Communicatiewetenschap
63 views 10 purchases
Course
Essentials of Media Psychology (EMP)
Institution
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Deze samenvatting is gemaakt ter voorbereiding op het tentamen van het vak Essentials of Media Psychology. De samenvatting is gefocust op alle 12 lectures en artikelen, inclusief afbeeldingen. Het is beschreven in het Nederlands met Engelse begrippen, zodat je de termen wel herkent op het tentamen....
Samenvatting - Essentials of Media Psychology
L1 | Introduction
Why should psychologists study media?
• Veel mediagebruik, maar nauwelijks terug te vinden in psychologisch onderzoek.
• Onderzoek naar de unique attributes en hoe die kenmerken de human cognition, affect en behaviour
beïnvloeden.
• Er wordt weinig nadruk gelegd op het psychologische proces dat optreedt bij mediagebruik of de impact van
de unique characteristics van media.
What do we mean with ‘no uniform messages’?
Geen hypodermic needle en geen uniform effects → people can think: ‘’it may affect others, but not me’’
What do you consider a serious threat of the media today?
Catfishing, cyberbullying, fake apps loaded with viruses or real apps that sell your data
What do you consider a helpful benefit of the media today?
Intervention technique (stimulate healthy behaviour), it can keep us connected, spread art & culture and give
voice to the voiceless.
Why is there no consensus on definitions for media psychology?
• Zowel ‘media’ als ‘psychologie’ zijn brede begrippen
• Het is een field dat elke keer verandert als er een nieuwe mobiele app of technologie wordt uitgebracht
• Het veld moet representatief zijn voor het werk dat momenteel wordt gedaan, maar ook nuttig voor het werk
dat in de toekomst moet worden gedaan.
What is the constant theme across these definitions for media psychology?
De rode draad is dat mediapsychologie zich fundamenteel bezighoudt met de 3 componenten understanding
behavour, cognitions en affect in relatie tot media use, processing en effects.
Media psychology in an analytical structure:
1. Before use: motivation, selection, needs
2. During use: processing, underlying mechanisms → wat gebeurt er in onze hersenen?
3. After use: effects and consequences
Why do we need theories?
• They link concepts in order to explain something
• They reduce the complexity of reality
• They can be modelled
• They describe, explain and predict
Main effect models
X beïnvloedt Y. Als X, dan → Y (causaal). Meer X → meer Y (correlatie).
Moderation models
De moderator maakt het effect X → Y sterker of zwakker. De moderator may have no original effect on
Y. De moderator is onafhankelijk van X.
Mediation models
X → Y is transmitted door mediator M, dus X → M → Y. Terwijl het oorspronkelijke effect X → Y
verdwijnt of afneemt.
L1 Article 1 | Why should psychologists study media? (Okdie et al., 2014)
Media psychology: de wetenschappelijke studie van het gedrag en de cognitieve processen die een rol spelen bij
de selection, uses, interpretation & effects of mediated communication.
Mediated communication: elk communicatie, buiten de face-to-face interactie, via een mediakanaal (gemedieerde
transmissie)
1
,Wat hebben Okdie et al. voor onderzoek uitgevoerd?
Ze hebben een analyse uitgevoerd op basis van belangrijke psychologische artikelen en de top-50
psychologieopleidingen uit de VS om te bepalen in welke mate er onderzoek wordt gedaan naar media in het
domein van de psychologie. Hieruit blijkt dat slecht 1,6% van de artikelen zich richtte op media van 2003 tot 2012
en dat van de topopleidingen er slechts 16 een opleiding aanboden in mediapsychologie.
Domeinen waarin media door psychologen zijn bestudeerd:
1. Educatieve televisie: ontwikkelingsvoordelen en mogelijke cognitieve achterstanden bij kinderen als
gevolg van televisie.
2. Gewelddadige televisie: eerdere studies wezen uit dat er een effect bestaat tussen gewelddadige
televisie en agressieve gedachten en gedragingen. Hierbij is van belang:
a. Manieren voor het verbeteren van dit gedrag
b. Communicatie tussen ouder en kind
c. Consumeren van media die tegen geweld is
3. Gewelddadige videospelletjes: eerdere studies wezen uit dat er een effect bestaat tussen het spelen van
videogames en educatieve, gezondheids- en sociale verandering.
4. Computer-mediated communicatie (CMC): het gebruik van CMC als middel om andere verschijnselen te
bestuderen ipv de psychologische en gedragsmatige effecten van CMC te onderzoeken.
5 key attributes waarin media te onderscheiden is:
1. Fidelity: de mate waarin een medium gedetailleerd, volledig en accuraat is in de reproductie van de
informatie die wordt overgebracht.
- Social presence: je hebt het gevoel dat je er echt aanwezig bent
- Transportation: gevoel dat je deel uitmaakt van de mediawereld
2. Privacy: het vermogen van individuen om persoonlijke informatie over identiteit en kenmerken voor
anderen te verbergen.
- Deindividuation: psychologische toestand met een laag zelfbewustzijn die leidt tot een
verhoogde focus op groepsnormen en gedragsnormen in plaats van persoonlijke normen.
- Self-presentation: de manier waarop we beelden van onszelf creëren om anderen te
imponeren (indruk maken).
3. Channel: verschillen in mediakanalen kunnen van invloed zijn op de psychologische processen van
sociale beïnvloeding, zelfbewustzijn en motivatie.
- Persuasion (overtuigingskracht): makkelijk te begrijpen boodschappen zijn overtuigender in
een communicatiemodaliteit (bv. voorlichting, reclame) en moeilijk te begrijpen boodschappen
zijn overtuigender in schriftelijke communicatie.
- Self-awareness (zelfbewustzijn): het kanaal waarmee de informatie wordt overgebracht kan
invloed hebben op de mate van zelfbewustzijn bij de ontvanger van een bericht.
- Cross-channel additivity: kanalen kunnen worden gecombineerd om het effect te versterken.
4. Interactivity: de mate waarin mensen via de media reacties uitlokken (iets op iemands feed zetten).
- Directionality: de media beïnvloedt het individu of het individu beïnvloedt de media. Er kan ook
een wisselwerking zijn tussen individuen en de media.
- Control: mensen hebben met media niet alleen veel keuzemogelijkheden, maar ook de
controle over de inhoud (bv. webpagina’s aanpassen aan jouw voorkeur).
5. Content: als dezelfde content via verschillende mediakanalen het individu bereikt, kan dit zijn
psychologische toestand en gedrag beïnvloeden. Uit onderzoek blijkt dat narrative content (verhale
content) overtuigender is en makkelijker en beter te onthouden is dan didactic information
(lerende/onderwijzende informatie).
Hoe groter de fidelity, privacy, channel, interactivity van een videospelletje is, hoe groter de kans dat het spelletje
tot agressieve cognities en gedragingen zal leiden.
Conclusion about research on media:
Er is heel weinig onderzoek gedaan naar media, alleen naar populaire onderwerpen, zoals TV, video en
gamegeweld. Er zou meer onderzoek gedaan moeten worden naar de selection, uses, interpretation en
effects van media, zodat de psychologie nieuwe onderzoeksmogelijkheden krijgt die kunnen bijdragen aan een
vollediger begrip van menselijk gedrag.
2
,L2 | Processing of and learning from media
L2 Article1 | The Limited Capacity Model of Motivated Mediated Message Processes (Lang, 2011)
What is LC4MP?
The Limited Capacity Model of Motivated Mediated Message Processes is een model dat is ontwikkeld om de
real-time processing van gemedieerde berichten te onderzoeken. Hierbij wordt gefocust op de overtime
interaction tussen een bericht, een medium en een gebruiker.
The LC4MP has 5 basic assumptions (uitgangspunten):
1. Mensen zijn informatieverwerkers met beperkte capaciteit (limited capacity information processors):
3 stadia van informatieverwerking (encoding, storage, retrieval)
2. Mensen hebben twee (evolutionair oude) motivatiesystemen (die onze aandacht trekken): appetitive
system (approach) and aversive system (avoid)
3. Media wordt beschouwd als continue en steeds variërende stromen van zintuigelijke informatie (sensory
information)
4. Menselijke activiteit wordt beschouwd als overtime (overuren) → cognitive overload (overbelasting)
5. Communicatie is de voortdurende, dynamische interactie tussen een bericht en een ontvanger.
3 categories of variables in the LC4MP:
1. Gerelateerd aan gemotiveerde cognitie (motivated cognition):
a. Resource allocation: dit is gerelateerd aan de doelen, intenties en ervaringen van een
gebruiker, die onveranderlijk zijn binnen enkele periode van mediagebruik → lange termijn
activiteit. Automatische allocation is een korte termijn proces dat voortdurend veranderd.
b. Motivational activation: zelfrapportage en fysiologische metingen van emotionele ervaringen.
c. Encoding, storage and retrieval: by memory measures (recognition tests).
2. Gerelateerd aan berichtenstructuur (message structure and content):
Globale indicaties van de hoeveelheid motiverende relevante informatie kunnen worden
verkregen. Deelnemers laten beoordelen hoe zij zich emotioneel voelden na het bekijken van
berichten.
3. Gerelateerd aan de mediagebruiker (media user):
Elke individuele variabele die verband houdt met de toewijzing van middelen, zoals
deskundigheid en vertrouwdheid.
3 stages of information processing:
1. Encoding: selecteren van informatie uit je omgeving (sensory register)
2. Storage: creëren van langetermijnrepresentatie van informatie (short-term memory + working memory)
3. Retrieval: opgeslagen informatie wordt geactiveerd (long-term memory + active memories)
What do ‘cognitive’ ‘cognitive capacity’ and ‘cognitive effort’ mean?
• Cognitive: alle mentale processen die plaatsvinden tijdens het voelen, waarnemen, interpreteren en
onthouden van informatie.
• Cognitive capacity: de totale hoeveelheid informatie die de hersenen op een bepaald moment kunnen
opnemen.
• Cognitive effort: de totale middelen die worden toegewezen aan de verwerking van de boodschap door
middel van controlled en automatic mechanisms. Verhoging van cognitieve inspanning wordt gezien als
verlaging van de hartslag.
Allocated and required resources, wat do they mean?
Allocated resources: aandacht die je eraan besteedt. Required resources: aandacht
die ervoor nodig is. Wanneer allocated resources < required resources, dan: no
attention (no focus). Wanneer allocated resources > required resources, dan: there is
attention (focus).
Which media type is complex?
Audiovisuele media is een zeer complexe vorm van communicatie. Het vereist veel cognitive resources
(cognitieve middelen) en processing (verwerking).
What is the Cognitive Miser Theory (Susan Fiske)?
• Mensen hebben een beperkte cognitieve capaciteit voor informatieverwerking en zijn dus niet
systematisch in informatieverwerking
• Mensen proberen cognitive energy te sparen (cognitive misers), ze besteden alleen aandacht als het
moet of als ze gemotiveerd zijn dit te doen → motivated cognition: informatie wordt verwerkt als
mensen gemotiveerd zijn.
• LC4MP kijkt naar de factoren die motiveren of mensen aandacht besteden of niet.
3
, 2 pathways of cognitive resource allocation.
• Controlled (vrijwillig)
− Doelgericht gebruik van media
• Automatic (onvrijwillig)
− Stimuluseigenschappen (stimulus properties) → nieuwe prikkels en belangrijke prikkels (door
leren)
− Oriënterende reactie
Automatic allocation of resources: what draws our attention?
• Form: kenmerken die ‘’nieuw’’ en overwacht zijn in de huidige omgeving
− Stimuluseigenschappen: stemveranderingen, camerawisselingen, plotselinge beweging,
beeldgrootte, animaties, kleuren
− Kan leiden tot cognitieve overbelasting (cognitive overload)
• Content: objecten en kenmerken die voor ons motivationeel relevant en belangrijk zijn
− Sociaal relevante informatie: gezichten, wapens etc.
− Huidige (bewuste of onbewuste) doelen
Mensen hebben twee evolutionair oude motivatiesystemen (die onze aandacht trekken):
• Appetitive system (approach)
− Overleving bevorderen (promote survival)
− Sterker dan aversive wanneer beide laag actief zijn
− Positieve emotionele boodschappen activeren het systeem
• Aversive system (avoid)
− Schade voorkomen (prevent harm)
− Sterker dan appetitive wanneer activering in beide toeneemt
− Negatieve emotionele boodschappen activeren het systeem
Red line: hoe positiever (activation), hoe meer
aandacht (resources)
Black line: eerst heb je veel aandacht, maar tot op
een bepaald punt. Daarna is het van belang om te
reageren en jezelf te beschermen. We reageren
sneller op een dreiging, maar als deze voorbij is,
neemt onze aandacht af. We besteden minder
aandacht aan een bedreiging dan aan een verlangen.
Cognitive overload:
Als men over onvoldoende capaciteit beschikt om een taak volledig uit te voeren, zullen de prestaties op die taak
daaronder lijden.
Implications of the LC4MP:
• We kunnen onze aandacht niet afwenden (can’t turn off our attention)
• Leren van de media is afhankelijk van form, content en individual resources
• Individuen richten zich op wat voor hen relevant is
• Of het relevant is, is onafhankelijk van het bewustzijn en afhankelijk van motivatieverwerking
• Marketeers, visuele ontwerpers en filmmakers doen veel moeite om de aandacht van kijkers te trekken
• Hoe meer je weet over het type design en content die de aandacht trekt, hoe effectiever je je boodschap
kunt opbouwen.
• Dezelfde content overbrengen via verschillende formal features, kan leiden tot een verschillend niveau
van activering.
L2 Article 2 | Social Learning Theory and Social Cognitive theory (Nabi & Prestin, 2017)
What does ‘learning and processing’ mean?
Een relatief permanente verandering in het systeem als gevolg van informatieverwerking (bv. ervaring, oefening).
Het leidt tot een verandering in:
• Ideeën en concepten
• Gedrag en vaardigheden
• Houdingen en waarden
Early views on learning (USA, 1920-1960)
• Omgevingsfactoren beïnvloeden gedrag
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ElsaLeon. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.09. You're not tied to anything after your purchase.