Hoog lichaamsoppervlak/ gewicht
o 4x gewicht + 7/ ( gewicht +90)
o Normogrammen
o Reanimatiefiches, reanimatielinten
Kleinere warmtecapaciteit en een relatief hoger warmteverlies
Sterke groei
o Hoger metabolisme
Nood aan relatief ( per kg)
o Hogere gasuitwisseling
o Hogere cardiac output
o Meer vocht
o Meer calorieën
TEMPERATUUR
Axillair, continue rectale probe
Alternatieven
o Intravasculair
o Huid
o Oesophagaal
Koorts: metabolisme dat op volle toeren draait om infectie tegen te gaan
Verschil centrale en perifere temperatuur
o Parameter weefselperfusie
Beperken van warmteverlies
o Beperken van
Convectie ( tocht)
Conductie ( geleiding over koud oppervlak
Radiatie ( warmteafgifte)
Beïnvloeden van de temperatuur
o Couveuse
o Warmtebedje
o Thermoregulatiedeken
o Open incubator met lamp
o Acuut temperatuur beïnvloeden: bij hypothermie < 32°C
Infuusverwarmer
Verwarmen en bevochtigen van het beademingscircuit
1
, Maagspoeling/blaasspoeling
Peritoneale spoeling
Omgevingstemperatuur
o Neutraal
o Warmteverlies, beven veroorzaakt verhoogd O2 verbruik en metabolisme en dus hogere O2
behoeften
Risico op hypoxemie, lactaatacidose, hypoglycemie en groeivertraging
Extreme hypothermie ritmestoornissen
o Uitzondering: therapeutische hypothermie, neuroprotectie
Actief afkoelen
o Therapieresistente hoge koorts
Maligne hyperthermie en neuroleptica syndromen
Hypermetabole toestand van de skeletspieren getriggerd door vb
anesthesie, bepaalde neuroleptica
o 4x meer dan bij volw
o Neuroleptica, antidepressiva, anti-epileptica, drugs
Tekens
o Zeer snelle stijging van de temp > 1°C/min
o Spierrigiditeit, kaakklem, CK stijging
o Piekdrukken beademing stijgen
o Cyanose
o Tachycardie, versnelde AH
o Neuroprotectief beleid
Post reanimatie, post hypoperfusie (32-34°C) niet naar te lage temp gaan
Verhoogd intracraniële druk (32-34°C)
o Hoe
Koortswerende middelen
IJszakjes thv liezen in tetradoek (gevaar op necrose en brandwonden)
Koelmatras
RESPIRATOIRE VERSCHILLEN, DE LUCHTWEG
Hoger metabolisme hoger O2 verbruik snellere respiratoire insufficiëntie
Minder reserve
Snelle hypoxemie bij apneu of hypoventilatie
Hogere gevoeligheid van het AH centrum op
o Hypoxemie
o Hypothermie
o Geneesmiddelen
o Hypoglycemie
o Neurotrauma
hoger risico op apneu
Luchtweg
o Anatomie is anders dan volw
De neus is verantwoordelijk voor 50% van de luchtwegweerstand
Zuigeling < 3M ademt door de neus
Bij zuigeling veroorzaakt een neusverstopping respiratoire distress tot
respiratoir falen tot apneu
De tong is relatief grote spier, vult de mond
2
, Verlies van spiertonus in slaap, sedatie en CZS dysfunctie
Opgelet zwelling is ook mogelijk door manipulatie
Mogelijk oorzaak van luchtwegobstructie
Epiglottis: relatief groot, U-vormig, slap en gevoelig voor oedeem
Beveiliging van de LW intubatie in zittende positie
Larynx positioneert zich hoog en anterieur
Zuigeling: C1
6 maanden: C2-C3
Trachea: nauwste thv cricoid
< 8j
Luchtwegen
Smallere diameter
Meer afgeronde borstkas, horizontale ribben minder uitzetting sneller
ademen
Slappere thoraxkooi: sneller trekkingen zichtbaar
Minder ontwikkelde spieren
o Buikademhaling < 6m: diafragma ademhaling
o Sneller uitputting
o Luchtwegweerstand
Bijdrage van de perifere LW/ totale luchtwegweerstand is hoger bij kinderen
Wanneer de diameter gehalveerd wordt verhoogt de weerstand x 16
Oedeem heeft hogere toename van de weerstand
Gevolgen
o Minder respiratoire reserve
o Snelle respiratoire decompensatie
Pathologie gebonden
Procedure gebonden: sedatie
o Bijna alle cardiorespiratoire decompensaties zijn respiratoir van oorsprong
CIRCULATOIRE VERSCHILLEN
Hartspier minder forse spiermassa
o Minder inotrope reserve
o Hogere chronotrope reserve
Groei hogere metabole behoefte
o Relatief hogere CO
o CO= HF x slagvolume
Hoger warmteverlies, hoger opp/gewicht
o Hogere vochtbehoefte/gewicht
Langer absoluut circulerend volume
o Sneller verlies van CO bi acute bloeding
o Sneller hypovolemisch bij deshydratatie
o Neonaten wel in shock bij neurotrauma open van fontanel en schedelnaden, hoofd groter
dan rest lichaam
Klinische weerslag
o Hogere pols
o Relatief hogere CO
o Relatief hogere vochtbehoefte
o Snelle kritiek vocht/ volumeverlies
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ChloéG. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.78. You're not tied to anything after your purchase.