100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting strafprocesrecht colleges en literatuur $8.16   Add to cart

Summary

Samenvatting strafprocesrecht colleges en literatuur

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Een uitgebreide samenvatting van de colleges en van de literatuur

Preview 3 out of 33  pages

  • May 16, 2023
  • 33
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting strafprocesrecht
Week 1
Materiele strafrecht bepaalt welke gedragingen onder welke omstandigheden strafbaar zijn
Strafprocesrecht is het geheel aan voorschriften dat aangeeft hoe het materiële recht op concrete
feiten dient te worden toegepast.  schakel tussen feit en reactie  strafprocesrecht ziet niet
alleen op het verloop van het onderzoek ter terechtzitting maar ook op het verloop van het
vooronderzoek.

Accusatoire proces
- Strijden twee gelijkwaardige partijen met elkaar ten overstaan van een lijdelijke, passieve
rechter die zich beperkt tot de rol van scheidsrechter.  hij ziet erop toe dat de partijen
de regels van het proces in acht nemen, maar laat de inhoud van het proces aan de
partijen over  rechter doet pas uitspraak als partijen daarom vragen  in dit
procesmodel ligt nadruk op het bewijs dat tijdens het onderzoek ter terechtzitting wordt
gepresenteerd.  lekenrechters (jury) beslissen uiteindelijk op grond van ‘beyond any
reasonable doubt’

Inquisitoire proces
- Justitie doet actief aan waarheidsvinding
- Vervolger en beschuldigde verschijnen niet naast elkaar maar tegenover elkaar
- Nadruk ligt op schriftelijke uitslag van het vooronderzoek dat is uitgevoerd door de
overheid
- Rechter beslist en motiveert zelf welke resultaten uit het vooronderzoek hij betrekt bij zijn
beslissing
- Nederlandse strafproces is sterk inquisitoir getint
- Kent alleen een beroepsrechter en legt accent op het vooronderzoek waarbij het dossier
geldt als ruggengraat voor de strafrechtspleging
- Gevaar van dit stelsel: is dat het onderzoek ter terechtzitting vooral gericht is op verificatie
van het vooronderzoek  wanneer rechter aan de hand van het vooronderzoek al
enigszins een oordeel heeft gevormd zal hij geneigd zijn om informatie in strijd met
oordeels anders te beoordelen dan informatie ter bevestiging van zijn oordeel. (dit wordt
confirmation bias genoemd)
- Verder zal de rechter geneigd zijn vast te houden aan zijn oorspronkelijke oordeel, ook al
is er bewijs dat in een tegengestelde richting wijst (dit wordt belief perseverance
genoemd).

Doelstellingen strafprocesrecht
Hoofddoelstelling = verwezenlijking van het materiële strafrecht.

Nevenfuncties die hoofddoel verwezenlijken:
- Speciale preventie: voorkomen dat de verdachte nogmaals de fout in gaat
- Generale preventie: derden passen hun gedrag aan wanneer ze een verdachte betrokken
zien worden in een strafproces, bijv. door gebruik dwangmiddelen
- Voorkomen eigenrichting: voorkomen dat burgers zelf tegen de verdachte optreden
- Orde scheppen
- Genoegdoening van het slachtoffer; bijv. spreekrecht

Verder kan onderscheid worden gemaakt tussen doelstellingen van:
- Waarheidsvinding: in strafproces volstaat formele waarheid, datgene dat volgens proces
partijen heeft plaatsgevonden niet, maar materiele waarheid: datgeen dat daadwerkelijk
heeft plaatsgevonden
- Rechtsbescherming, bescherming van de burger tegen almacht van de staat
1

,  Tussen deze twee doelstellingen bestaat een intrinsieke spanning: niet alle middelen
mogen worden ingezet ter bescherming van de burger.

Klassieke uitgangspunten van strafproces: bijv. rechterlijke onafhankelijkheid, legaliteitsbeginsel
etc. blz 8

Algemene ontwikkelingen in strafproces blz 9:
Bijv. technologische vooruitgang, internationalisering etc.

Art 1 Sv: Legaliteitsbeginsel: bij wet voorzien = houdt in dat bevoegdheden die overheid heeft
bij wet in formele zin moeten zijn vastgesteld
 Dit artikel slaat grondslag tussen wvs en gw  inbreuken op deze grondrechten
dienen een grondslag te hebben in wvs blz. 9

Mr. Big-methode= een undercoveroperatie waarbij undercoveragenten verdachte dwingen een
belastende verklaring af te leggen.  HR heeft geoordeeld dat deze methode van
waarheidsvinding in overeenstemming is met het strafvorderlijke legaliteitsbeginsel nu art. 126j sv
een voldoende toereikende grond biedt hiervoor.  pijnpunt volgens HR: art. 29 Sv: geeft
verklaringsvrijheid van verdachte weer waarbij verdachte aanzienlijk onder druk wordt gezet.

Opsporing
= deel van het voorbereidend onderzoek art. 132 Sv  vooronderzoek is het onderzoek dat
voorafgaat aan het onderzoek ter terechtzitting. Tijdens opsporing wordt er telkens een
procesverbaal opgemaakt van de bevindingen van de opsporingsambtenaren =
verbaliseringsplicht art. 152 sv.  moet zorgvuldig anders vormverzuim ogv art. 359a sv tot
bewijsuitsluiting

Opsporingsbegrip art. 132a Sv:
1. onderzoek in verband met strafbare feiten: preventieve controle op vergunningen (toezicht)
staat niet in verband met strafbare feiten dus valt ook niet onder opsporing
2. onder gezag van Ovj: art. 148 lid 2 jo. 141 sv  als onderzoek wordt voldaan door
bestuursrechterlijke toezichthouder dan wordt hier niet aan voldaan.
3. met als doel het nemen van strafvorderlijke beslissingen: pas sprake van opsporing als de
aard van het onderzoek het nemen van strafvordelijke beslissingen is.
Strafvorderlijke beslissingen: aanhouding, sancties, voorzieningen, vervolging, bewijsvergaring
etc.

Opsporing:
- Reactief: politie stelt zich afwachtend op en start pas met opsporing naar aanleiding van
een redelijk vermoeden van gepleegd strafbaar feit art. 27 sv
- Proactief: politie gaat er zelf op uit  geen vermoeden van gepleegd strafbaar feit.
Belangrijkste voorbeeld: = repressieve controle dus alcoholcontrole art. 160 lid 5 WVW

Toezicht vs opsoring
Toezicht= primair gericht op controle op de naleving van normen  wordt ook wel de preventieve
controle genoemd  ziet puur op de controle op naleving van vergunningen  als je geen
vergunning hebt, pleeg je geen strafbaar feit dus is preventieve controle/toezicht geen onderzoek
in verband met strafbare feit in art. 132a sv

Preventieve controle hangt vaak samen met bestuursrechtelijke handhaving  vaak gekoppeld
aan medewerkingsplicht

Toezicht en preventieve controle vallen dus niet onder het opsoringsbegrip  daarentegen valt
repressieve controle (het op voorhand willen ontdekken van een strafbaar feit) wel binnen het
opsporingsbegrip (art. 160 lid 5 wvw)


2

, Sfeerovergang
 Sprake van sfeerovergang: wanneer de toepassing van preventieve controle leidt tot
een verdenking op basis waarvan opsporingsbevoegdheden worden ingezet  soms
kan dit een voortgezette toepassing behelzen.
 Voortgezette toepassing kan begrepen worden als: switchen van wetgeving

Dus: als je aan het controleren bent op grond van ene wet, en je ontdekt strafbaar feit dat niet in
het bereik van die wet valt, daarom switch je naar de toepasselijke wet.

HR Geweer: voortgezette toepassing is toegestaan, mits het strafbare feit waarvoor van wet
geswitcht per toeval wordt ontdekt. Als strafbaar feit niet per toeval wordt ontdekt is er sprake van
detournement de pouvoir

HR controle vs opsoring: controlebevoegdheid mag niet uitsluitend ingezet zijn om
opsoringsbevoegdheden uit een andere wet in te zetten. Controlebevoegdheid moet mede zijn
ingezet met het doel om daadwerkelijk de bevoegdheid te gebruiken waarvoor deze is verleend.

HR dynamische verkeerscontrole: zolang controlebevoegdheid mede is uitgeoefend ter controle,
is die uitoefening rechtmatig, ook indien de bevoegdheid daarnaast het verrichten van
opsoringshandelingen mogelijk maakt waarop deze bepaling niet zien.

HR Moelander: bij selectie van te controleren personen mag er geen onderscheid gemaakt
worden op onder meer levensovertuiging, ras of godsdienst.

bestaan van redelijk vermoeden dat iemand zich schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit
staat niet in de weg aan het uitoefenen van controlebevoegdheden door opsporingsambtenaren,
mits bij aanwending van die bevoegdheden tegenover de verdachte de aan deze als zodanig
toekomende waarborgen in acht worden genomen.

Dus ook controle en toezichtsbevoegdheden waarbij een medewerkingsplicht geldt kunnen
worden uitgeoefend jegens een verdachte.  het niet-verlenen van een medewerkingsplicht als
verdachte levert het strafbare feit ‘Wederspannigheid’ op art. 184 Sr  de medewerkingsplicht
kan leiden tot complicaties ten aanzien van het nemo-teneturbeginsel

Dus bij sfeercumulatie geldt des te meer dat er geen misbruik van recht plaatsvindt doordat een
bevoegdheid uitsluitend wordt aangewend voor een ander doel dan waarvoor deze is gegeven 
HR controle vs. Opsporing

Sfeercumulatie: Vormen Hoorcollege
1. Binnen dezelfde bijzondere wet (bv AWR-AWR)
2. Toezicht o.b.v. een bijzondere wet terwijl dat toezicht eigenlijk (mede) gericht zijn op het
vergaren van informatie over strafbare feiten die buiten die bijzondere wet vallen (bv.
Alcoholwet met het oog op inbeslagname cocaïne)
3. Opsporingsbevoegdheden uit een bijzondere wet worden (mede) aangewend met het oog
op de opsporing van gedragingen die niet in die bijzondere wet strafbaar zijn gesteld (bv.
art. 49 WWM en art. 9 Opw)

Verdachte
Verdachte als: iemand aangemerkt wordt: zodra je kwalificeert als verdachte krijg je bepaalde
waarborgen en rechten
Zodra je kwalificeert als verdachte:
- Krijg je bepaalde waarborgen en rechten
- Wordt je object van het onderzoek en heb je opsoringsbevoegdheden te dulden


Verdachte: Art. 27 lid 1 sv:

3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller janiekekarel. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.16. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.16
  • (0)
  Add to cart