100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting aansprakelijkheidsrecht colleges en literatuur $7.07   Add to cart

Summary

Samenvatting aansprakelijkheidsrecht colleges en literatuur

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting aansprakelijkheidsrecht colleges en literatuur. Voor Blok IIII zie andere samenvatting

Preview 3 out of 26  pages

  • May 16, 2023
  • 26
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Aansprakelijkheidsrecht
Blok I H.1

Art. 6:162 bw: onrechtmatige daad: Vereisten:
1. een onrechtmatige daad (doen of nalaten)
2. Relativiteit: jegens een ander
3. Toerekening: die aan de dader valt toe te rekenen
4. Causaliteit: als gevolg waarvan
5. Schade: iemand die schade lijdt
 dan schadevergoedingsplicht
Sprake van schuldaansprakelijkheid

Kwalitatieve aansprakelijkheid: bij wet geregelde gevallen is iemand aansprakelijk omdat hij een
bepaalde rol of kwaliteit heeft
Bijzondere aansprakelijkheden: combinatie van aansprakelijkheid voor eigen onrechtmatige daad
en een kwalitatieve aansprakelijkheid.

Primair doel aansprakelijkheid: geleden schade herstellen en dreigende schade voorkomen. 
moet zijn gebaseerd op twee gezichtspunten:
1. iedereen draagt eigen schade
2. de dader moet de schade dragen die hij een ander toebrengt.

3 belangrijke functies van aansprakelijkheidsrecht:
1. Compensatie
Corrigerende rechtvaardigheid  hierbij verschil zien tussen verdelende en corrigerende
rechtvaardigheid.
Verdelende rechtvaardigheid: gaat over het verdelen van schaarse goederen over een groep
mensen (distributie)
Corrigerende rechtvaardigheid: gaat over de relatie tussen twee personen: herstel van verstoord
evenwicht in de transactie (hier gaat het over in aansprakelijkheidsrecht)  door schade ontstaat
verstoord evenwicht tussen benadeelde en dader  hersteld door evt schadevergoeding
 Wettelijk kader voor compensatie: 6:103 (in geld of natura), 6:106 (materiële en
immateriële) en 6:109 (John de Mol) bw

2. Genoegdoening
Krijgt diverse betekenissen in literatuur:
 Satisfactio naast restitutio (herstel in oude toestand)
 Schadeloosstelling van de benadeelde
 Bevrediging van geschokte rechtsgevoel benadeelde
 Opoffering ten gunste van benadeelde
 Erkenning en excuses

Empirisch onderzoek: motieven starten juridische procedure, bijv. financiele belangen
(schadeloosstelling), sociaalemotionele belangen (erkenning, altuïstische belangen (willen
voorkomen dat ander hetzelfde overkomt), procedurele belangen (voice, toegang tot neutrale
rechter)

Arresten waarin genoegdoening rol speelt: HR Jeffrey, HR Screbrenica, HR Hangmat
HR Jeffrey: vb waarin middel moreel-declaratoir vonnis waarmee men genoegdoening wil door
emotionele bevrediging  HR accepteert dit niet en zegt dat het aansprakelijkheidsrecht geen
puur emotioneel belang kan dienen.

3. Preventie
Kun je met behulp van het recht ander gedrag laten plaatsvinden?  je kijkt hierbij naar
gedragsprikkels  Handrule daarin is:

1

,  Kosten voorzorgsmaatregelen hoger dan schade x risico?  geen zorgplicht
 Kosten voorzorgsmaatregelen lager dan schade x risico?  wel zorgplicht
 J: Kelderluik, Baby Kelly
 Empirische bevingen: blijkt dat effecten van aansprakelijkheid op toekomstig gedrag
moeilijk te doorgronden zijn.  Hierbij wordt ook gekeken naar chilling effects: Houdt in
dat men normaal gedrag gaat laten, omdat hij bang is voor mogelijke schadeclaims.

Generale preventie: houdt in dat bepaald afschrikkingseffect ontstaat, waardoor mensen zich
weerhouden van schadeveroorzakend gedrag.
Speciale preventie: betekent dat individu die reeds schade heeft veroorzaakt, niet in herhaling
valt en dus niet opnieuw schadeveroorzakend gedrag zal vertonen.

Rechtvaardiging aansprakelijkheidsrecht:
1. schuldleer: schade kan alleen worden afgewenteld wanneer een ander iets te verwijten valt. 
risicoaansprakelijkheden zijn niet primair in het leven geroepen vanwege de schuld aan een
bepaalde schade van een partij.
2. Risicoleer: onder bepaalde omstandigheden behoort aan ‘bronnen van gevaar’ een
aansprakelijkheid te worden gekoppeld  verwezenlijking van gevaar moet dan voor rekening
dader komen.
3. Profijtleer: is gebaseerd op idee dat degene die profijt heeft van bepaalde activiteiten,
personen of zaken ook de daaraan verbonden risico’s moet dragen.

First party-verzekering: benadeelde kan zichzelf tegen schade verzekeren 
verzekeringsovereenkomst 7:925 BW
Third party-verzekering: financiële gevolgen worden gedekt die men aan een derde heeft
gemaakt  doel: vermogen van aansprakelijkheidsgestelde beschermen en ook dat
benadeelden worden beschermd tegen financieel onvermogen van aansprakelijke 7:954 BW

Common law: Sharma V Minister fort he Environment (hoorcollege)
 8 kinderen namens alle kinderen in Australie komen op tegen voorgenomen
uitbreidingsvergunning kolenmijn vanwege daarmee gemoeide CO2-uitstoot;
 Eerste rechter stelde hen in het gelijk ogv een multifactor benadering. Affirmative salient
features: voorzienbaarheid schade, kennis – controle en verantwoordelijkheid voor
risico’s minister, kwetsbaarheid en afhankelijkheid kinderen. Negative salient features:
past moeilijk en wettelijk system, beleidsmatig karakter en onbepaaldheid
aansprakelijkheid. De positive features geven de doorslag.
 Hoger beroep: vordering onvoldoende in feiten ingebed om in de schending de zorgplicht
te herkennen. Geen standard of care. Geen proximity want betreft in feite alle
ingezetenen van Australië. Vernietiging.

Hoofdstuk 2
1. onrechtmatigheid: stijd met een wettelijke plicht
 Kan hierbij gaan om doen of nalaten in strijd met een wet in formele zin, als wet in
materiële zin of bijv. handelen zonder vereiste vergunning.
 Bewijslast: indien het ontstaan van bepaalde schade het gevolg is van het overtreden van
een wettelijke bepaling, dan rust bewijslast van niet=aansprakelijkheid in beginsel op
gedaagde
 In aantal gevallen zal overtreden van wettelijke norm de onrechtmatigheid van gedraging
nog niet vaststaan:
o Aan een wettelijke bepaling kan een andere doelstelling zijn toegeschreven dan
de bescherming van het in casu geschonden belang (zie vereiste van relativiteit)
o Wettelijke bepaling kan verouderd zijn

2. Onrechtmatigheid: rechtsinbreuk
Volgt uit lid 2: inbreuk op een recht
 Vereist is schending van een subjectief recht van een ander, deze zijn:



2

, o Absolute vermogensrechten: rusten op een goed, bijv. eigendomsrecht of
auteursrecht
o Persoonlijkheidsrechten: bijv. recht op lichamelijke integriteit of recht op
persoonlijke levenssfeer.
 Twee groepen gevallen om kijken of sprake is van inbreuk op subjectief recht:
o Geval waarin men een handeling verricht waartoe een ander bij uitsluiting
bevoegd is  A maakt lamp met het ontwerp waar B een octrooirecht op heeft
o Geval waarin sprake is van een fysieke aantasting van voorwerp van het recht:
eigendomsrecht: beschadiging van voorwerp
 HR Zwiepende Tak: vuistregel: bij vernieling om beschadiging van zaken, letsel of
overlijden en hinder geldt in ieder geval tevens een zorgvuldigheidstoets

3. Onrechtmatigheid: strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het
maatschappelijk verkeer betaamt
= doen of nalaten in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk
verkeer betaamt.  centraal in deze categorie staan de maatschappelijk aanvaarde normen over
behoorlijk en zorgvuldig gedrag.
HR Zutphense juffrouw en HR Lindenbaum/Cohen: onrechtmatige daad hoeft niet perse
onwetmatig te zijn maar kan ook onrechtmatig zijn.
 Algemeen uitgangspunt: iedereen moet de zorg betrachten die van een zorgvuldig mens
verwacht mag worden jegens een ander persoon of goed, of met betrekking tot iemands
vermogensbelangen  aan de hand van alle omstandigheden van het specifieke geval
zal beoordeeld dienen te worden welke zorg van een zorgvuldig mens verwacht mag
worden  aantal situaties kunnen onderscheiden worden waarvoor in de rechtspraak op
basis van het algemene uitgangspunt bijzondere regels/ gezichtspunten zijn ontwikkeld
(gevaltypen).
 Bewijslast ligt bij eiser
 Res ipsa loquitur: zaak die voor zich spreekt

Gevaarzetting
= sprake als iemand verantwoordelijk is voor het in het leven roepen van een gevaarlijke situatie
waarbij schade dreigt voor personen of zaken, zonder dat daarbij de nodige
voorzorgsmaatregelen worden getroffen.
HR Coca-Cola/Duchateau (kelderluik): gezichtspunten voor gevaarzettende situaties:
 Hoe groot is de kans op mogelijk schade?
 Hoe groot is mogelijke schade?
 Hoe groot is de kans dat derden het gevaar aan zien komen?
 Hoe bezwarend is het om voorzorgsmaatregelen te nemen?

Maar hoe? Twee perspectieven Hoorcollege
• Learned Hand: aansprakelijkheid indien: Kp < Ws x Os;  ging om aansprakelijkheid van
schip dat op drift geraakt was.  de waarschijnlijkheid dat schade ontstaat  de ernst
van de gevolgen en derde: de zwaarte van het nemen van voorzorgsmaatregelen 
formule: indien KP kosten van preventie lager zijn dan de waarschijnlijkheid van de
schade (Ws) x omvang van de schade (OS) = dan horen lasten van de schade bij de
veroorzaker. Zijn kosten van preventie hoger dan waarschijnlijkheid? Dan horen lasten
van aansprakelijkheid bij de benadeelde te blijven liggen. = dit is de economische
benadering
• Economisch perspectief: aansprakelijkheidsrecht als efficiënte verdeling van lasten;
• Deontisch perspectief: aansprakelijkheidsrecht als systeem en praktijk van compensatie
onrecht (“ben ik mijn broeders hoeder?”);
HR 28 juni 2013, NJ 2013/366 (bon futuro); Gedetineerde gleed uit door het water op de stenen
tijdens voetballen. Hij vond dat gevangenis aansprakelijk was. Hij ging in cassatie. Er was situatie
van gevaarzetting  dus Kelderluik criteria.  omvang van de schade




3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller janiekekarel. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.07. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.07
  • (0)
  Add to cart